direct naar inhoud van 2.4 Water
Plan: Griffioenstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPGRIGRF-OH99

2.4 Water

Inleiding

De watertoets, ingevolge het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro), maakt deel uit van de ruimtelijke onderbouwing die in het kader van een voorgenomen bestemmingsplanwijziging wordt opgesteld. De bestemmingsplanwijziging is noodzakelijk om de bouw van twee appartementengebouwen aan de Griffioenstraat mogelijk te kunnen maken.

Het plan voorziet in de bouw van 2 appartementsgebouwen met een totaal dakoppervlak van circa 1800 m2 en de aanleg van een rijbaan met aanliggende parkeerplaatsen van circa 4.000 m2.

Bij de bouw van de appartementsgebouwen wordt het principe van Duurzaam Bouwen (DuBo) toegepast. Dit houdt in dat er geen koper, zink, uitlogende materialen worden toegepast bij de bouw.

De ontsluiting vindt plaats via de Griffioenstraat.

Begin november heeft overleg plaats gevonden met waterschap Scheldestromen over de invulling van de watertoets. Voor de watertoets zijn de onderstaande aspecten beoordeeld.

Waterkansenkaarten

Op basis van de provinciale waterkansenkaarten kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een hoog inspanningsniveau om op de locatie bebouwing te realiseren.

De waterkansenkaart toont aan dat het een aandachtsgebied is voor de waterhuishouding, dat er geen infiltratie mogelijk is, dat de zettingsgevoeligheid sterk is en er zeer geringe zoute kwel voorkomt. Dat wil zeggen dat er extra maatregelen moeten worden getroffen om bebouwing mogelijk te maken. Daarom worden hier de volgende thema's besproken:

  • 1. wateroverlast vanuit oppervlaktewater;
  • 2. infiltratie;
  • 3. zettingsgevoeligheid;
  • 4. kwel;
  • 5. grondwaterkwaliteit.

A. Wateroverlast vanuit oppervlaktewater

In het kader van het Waterbeheer 21e eeuw heeft het waterschap het regionale watersysteem getoetst aan de normen voor wateroverlast. Uitgaande van het nieuwe grondgebruik geldt de werknorm voor bebouwd gebied 1:100: dit betekent dat gebouwd gebied slechts mag inunderen bij een regenbui die statistisch gezien niet vaker dan één keer in de 100 jaar voorkomt. De toetsing geeft op hoofdlijnen inzicht op welke locaties sprake is van een hoger risico voor wateroverlast. Gebleken is dat het plangebied niet gevoelig is voor wateroverlast. Wateroverlast treedt pas op bij een waterpeil van NAP - 1,21 m. De locatie ligt in het peilgebied GPG454 waar, in de primaire waterlopen, een streefpeil geldt van NAP-1,85 m (zomerpeil) en NAP-2,00 m (winterpeil). De huidige maaiveldhoogte bedraagt NAP -1,00 m. De aansluitende rijbaanhoogte van de Griffioenstraat bedraagt N.A.P. - 0,60 m. De nieuwe rijbaan wordt aangelegd op gemiddeld NAP - 0,80 m met een bijbehorend bouwpeil van NAP - 0,60 m. De voorgenomen drooglegging/bouwpeil voldoet hiermee aan de TW-norm. Er zijn geen plannen bekend om het bestaande peilbesluit te wijzigen.

B. Infiltratie

Het gebied bevindt zich niet in een infiltratiegebied voor natuur en drinkwatervoorzieningen.

Volgens de provinciale waterkansenkaarten zijn er geen infiltratiemogelijkheden in de onmiddellijke omgeving. Dit heeft geen gevolgen voor de gevraagde functies.

C. Zettingsgevoeligheid

De zettingsgevoeligheid die als sterk wordt aangeduid wordt door de voorgestane bouw niet negatief beïnvloed.

D. Kwel

De geringe zoute kwel heeft geen invloed op de beoogde functies.

E. Grondwaterkwaliteit

De grondwaterkwaliteit wordt niet negatief beïnvloed.

Waterkeringen/Veiligheid

Het gebied bevindt zich niet in de invloedszone van waterkeringen.

Bodemdaling

De bodemdaling is hier niet van toepassing.

Grondwateroverlast

Grondwateroverlast is bij nieuwbouw door de huidige voorgestane bouw- en rioleringswijze niet aan de orde. Onder de te bouwen woningen zal bovendien een drainage worden aangelegd, die wordt aangesloten op de hemelwaterafvoer.

In de provinciale Verordening Waterhuishouding Zeeland wordt een ontwateringsdiepte van 0,70 m onder maaiveld als richtlijn genoemd. Bij de bouw van de appartementen wordt hiermee rekening gehouden.

Hoogteligging

De hoogteligging van het gebied wordt beïnvloed door de aansluiting op de Griffioenstraat.

Door de hoogteligging van het gebied te koppelen aan het wegpeil van de Griffioenstraat worden geen bijzondere hoogteverschillen gecreëerd.

Natte natuur

De westkant van het plangebied ligt net buiten de bufferzone van een waardevol en/of beschermd natuur- en landschapsgebied. Gelet op de omvang van het plan kan er van uitgegaan worden dat het plan geen consequenties heeft voor natuurgebieden. Er zijn verder geen andere aangewezen natuurgebieden in de omgeving. De aan het plangebied grenzende Domburgse watergang maakt deel uit van de natte ecologische verbindingszone.

Onderhoud waterlopen

De aanwezige sloten aan de noordkant van het plangebied vallen buiten de planvorming.

Oppervlaktewaterkwaliteit

Het oppervlaktewater in het bestemmingsplan is permanent waterhoudend. De aangrenzende Domburgse watergang maakt deel uit van het oppervlaktewaterlichaam Scheldestroomgebied en valt onder het type zwakke brakke zoute wateren (M30). De Domburgse watergang maakt ook deel uit van de Waterschaps Ecologische Infrastructuur (WEI). Het water is voedselrijk en vergelijkbaar met het overige polderwater. Het ecologische ambitieniveau is laag. Er zijn geen knelpunten bekend over de waterkwaliteit.

Het streven van de gemeente is om het gebruik van uitlogende bouwmaterialen zoals lood en zink zo veel mogelijk te vermijden c.q. te beperken om zo de oppervlaktewaterkwaliteit te waarborgen. De Zeeuwse aannemers hebben een convenant Duurzaam Bouwen getekend. Particuliere opdrachtgevers krijgen van de gemeente een checklist die ze moeten beantwoorden en bij de bouwaanvraag moeten indienen. Op dit moment zijn de maatregelen nog niet in rechte afdwingbaar.

Verder wordt door de voorgestane afvoer van droogwaterafvoer (d.w.a.) en hemelwaterafvoer (h.w.a.) de oppervlaktewaterkwaliteit niet negatief beïnvloed.

Riolering/waterkwaliteit

In de huidige situatie is geen riolering aanwezig. Er wordt daarom een vrijvervalriolering aangelegd waarmee de d.w.a. wordt afgevoerd naar het gemengde. Het verhard oppervlak (dak en parkeerterrein) wordt niet aangesloten op deze riolering.

De aan te leggen weg en parkeerplaatsen worden uitgevoerd als een elementenverharding. Het regenwater wordt opgevangen in een h.w.a.-riolering. Deze h.w.a.-riolering loost rechtstreeks op de Domburgse watergang. Hiervoor wordt bij het waterschap Scheldestromen een vergunning aangevraagd. Bij de kavelsloot aan de noordkant zijn geen aanvullende maatregelen nodig.

Hergebruik van regenwater, in het zogenaamde grijswater-circuit, geniet echter de voorkeur boven directe lozing op de Domburgse watergang, maar is niet in rechte afdwingbaar. Er liggen in het plangebied geen persleidingen.

Volksgezondheid

Door de aanleg van riolering worden watergerelateerde ziekten geminimaliseerd

Verdroging

De verdroging is hier niet aan de orde.

Waterberging

De nieuwe ontwikkeling geeft, ten opzichte van het huidige gebruik, een vergroting van het verhard oppervlak. Dit vereist meestal dat de waterberging in het plangebied moeten worden aangepast.

De aanwezige sloten binnen het kantoorkavel worden voor het grootste deel in de nieuw aan te leggen waterpartijen opgenomen. Er ontstaat een toename van het verhard oppervlak van maximaal 5.800 m2. Rekening houdend met een regenbui van 75 mm houdt dit in dat er 435 m3 extra waterberging noodzakelijk is. Bij een toelaatbare peilstijging van 0,64 m impliceert dit een vergroting van het oppervlaktewater met circa 700 m2.

Na overleg met de gemeente is het waterschap akkoord gegaan met de door de gemeente extra aangelegde berging in de Sint Laurenswatergang.

Hier is 1.300 m2 extra waterberging aangelegd ten behoeve van aanleg van natuurvriendelijke oevers. De waterberging die het plan vraagt bedraagt 700 m2. Omdat de waterberging in hetzelfde stroomgebied (GPG454)  ligt mag een deel van de 1.300 m2 aangelegde waterberging als compensatie dienen.

Daarnaast vraagt de waterbeheerder nadrukkelijk aandacht voor hergebruik van water in het bouwontwerp. Neerslagwater is van goede kwaliteit. Door het gebruik van regenwater (bijvoorbeeld in een zogenoemd grijswatercircuit) kan op het drinkwatergebruik worden bespaard. Regenwater kan nuttig worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het doorspoelen van het toilet. Ook hieraan zal in het bouwplan aandacht moeten worden besteed. Vooralsnog wordt uitgegaan van rechtstreekse afvoer van hemelwater naar het slootje naast het plangebied (doorspoeling) en de Domburgse Watergang.

Waterschapswegen

Er vindt geen aansluiting plaats op een waterschapsweg.