direct naar inhoud van 2.3 Cultuurhistorie
Plan: Woningen Abeelseweg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGMABE-OH99

2.3 Cultuurhistorie

2.3.1 Inleiding

In het kader van Modernisering Monumentenzorg (MoMo) heeft het Rijk in 2009 een aanzet gegeven voor een goede afweging van het belang van de cultuurhistorie in de ruimtelijke ordening. Zij pleit voor een verantwoorde verankering van de integrale cultuurhistorie, dus (onder meer) monumenten en archeologie gezamenlijk, in structuurvisies, bestemmingsplannen en milieueffectrapportages. Het voornaamste doel hiervan is om het cultuurhistorische karakter van Nederland op gebiedsniveau te behouden en te versterken. De verwachting daarbij is dat overheden, initiatiefnemers, eigenaren, ontwikkelaars en ruimtelijke ontwerpers er toe aangezet worden om de waarde van het cultureel erfgoed als kans te zien bij de ontwikkeling van gebieden en het realiseren van economische en maatschappelijke doelen. (www.cultureelerfgoed.nl)

Sinds 1 januari 2012 is het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden. Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan enkele maatregelen uit de beleidsbrief Modernisering van de Monumentenzorg die op 28 september 2009 aan de Tweede Kamer is aangeboden. Met dit besluit is het verplicht geworden om cultuurhistorische waarden vooraf in het proces van ruimtelijke ordening te verankeren. Sinds de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) in 2007 is dit al een feit voor archeologische waarden. De verantwoordelijkheid voor cultuurhistorische waarden komt bij de gemeente te liggen. Dit houdt in dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening houdt met zowel de aanwezige ondergrondse als de bovengrondse cultuurhistorische waarden. Voorafgaande daaraan moeten gemeenten een inventarisatie en analyse maken van de cultuurhistorische waarden.

In lijn met de MoMo neemt de gemeente Middelburg voortaan in de bestemmingsplannen een integrale paragraaf Cultuurhistorie op. Hierin wordt voor het plangebied van het betreffende bestemmingsplan een inventarisatie en een analyse van de aanwezige cultuurhistorische waarden gepresenteerd. Aan deze inventarisatie zullen / kunnen consequenties ten opzichte van het vaststellen van een dubbelbestemming cultuurhistorie en / of archeologie verbonden worden.

Voor onderhavig bestemmingsplan Woningen Abeelseweg wordt in de volgende paragrafen eerst de inventarisatie en analyse van (gebouwde) monumenten gepresenteerd, vervolgens die van de archeologische waarden.

2.3.2 Monumenten

De bunker op de kruising Nieuwe Vlissingseweg / Abeelseweg maakt deel uit van het Landfront Vlissingen, dat een onderdeel is van de Atlantikwall. In figuur 2.2 is een figuur van de Atlantikwall Walcheren opgenomen. Het Landfront diende om Vlissingen met zijn haven te beschermen tegen aanvallen vanaf de landzijde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGMABE-OH99_0003.jpg"

Figuur 2.2. Atlantikwall Walcheren

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGMABE-OH99_0004.png"

Figuur 2.3. Bunker van het type 621 op de kruising Nieuwe Vlissingseweg / Abeelseweg

De bunker vormt een cluster met de andere bunkers in de buurt. Dit cluster was Stützpunkt "Krimhild": een uitvalbasis of een steunpunt. Abeele vormde een belangrijke positie op korte afstand van het Kanaal door Walcheren. Eind 1942 werden aan de Nieuwe Vlissingseweg, de Abeelseweg en langs de Vlissingse watergang bunkers en gevechtskazematten gebouwd. Het betrof hier een commandobunker, vier kazematten voor mitrailleurs, een geschutsbunker en een garagebunker voor antitankgeschut. De gevechtsbunkers stonden allen op het vlakke boerenland en werden gecamoufleerd met grondtaluds. Hierdoor hadden ze het uiterlijk van een terp. De bunkers aan de Nieuwe Vlissingseweg werden gecamoufleerd als huis om ze te laten opgaan in de nabijgelegen bebouwing. In figuur 2.4 is de gecamoufleerde Duitse bunker aan de Nieuwe Vlissingseweg nabij de Abeelseweg te zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGMABE-OH99_0005.png"

Figuur 2.4. Inundatie van Walcheren na het bombardement van de dijken in 1944 door de geallieerden. (Fotograaf: Deurwaarder, M., Oost-Souburg. Bron: Gemeentearchief Vlissingen)

 

De bunker is van het type 621, en was in gebruik als manschappenbunker voor tien man en als een kabelverdeler. Bunkers werden veelal op dezelfde manier gebouwd op basis van vaststaande ontwerpen. In de verschillende types bunker zijn bijvoorbeeld de goten, de scherfmuren, de ventilatie en de dikte van de muren gelijk.

Het type 621 is een bomvrije bunker. De manschappen zaten er veilig tijdens bombardementen en beschietingen. Deze bunker was door middel van een puntdak en verf gecamoufleerd als een huis. De camouflageschoorsteen staat nog steeds op het dak van de bunker.

Opvallend is het gat aan de zijkant van het beton. Dit is geen beschadiging die door gevechten is ontstaan, maar veroorzaakt door het slechte beton. Dit zogenaamde grintnest is er door de weersomstandigheden uitgespoeld. In figuren 2.5 en 2.6 is de huidige staat van de bunker te zien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGMABE-OH99_0006.jpg"

Figuur 2.5. Huidige staat bunker

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGMABE-OH99_0007.jpg"

Figuur 2.6.

De bunker is cultuurhistorisch waardevol en zal dan ook voorzien worden van een aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.

2.3.3 Archeologie

In het vigerende bestemmingsplan is aan het plangebied de bestemming Waarde - Archeologie - 3 toegekend. Binnen deze bestemming geldt dat bodemingrepen groter dan 500 m² onderzocht dienen te worden.

De geplande bodemingrepen zullen kleiner zijn dan 500 m². Hierdoor is geen archeologisch onderzoek nodig. Mocht in de toekomst blijken dat de bodemingrepen toch groter zijn dan 500 m² dan dient er archeologisch onderzoek plaats te vinden. Om dit te voorkomen wordt in de bestemming Waarde - Archeologie-3 in het bestemmingsplan opgenomen.