direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

Artikel 14 Recreatie - Dagrecreatie

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie-Dagrecreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 4': uitsluitend een paardenbak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 5': uitsluitend voor de paardensport;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 6': uitsluitend een paardenstalling;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen': uitsluitend volkstuinen;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, groen en water.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan;
  • b. tenzij anders is aangeduid en met uitzondering van de aanduiding 'volkstuinen', is per bestemmingsvlak ten hoogste één bedrijfswoning met aan-, uit- en bijgebouwen toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuinen' zijn uitsluitend bergplaatsen, hobbykassen en beheersgebouwen toegestaan;
  • d. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 meter;
  • e. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 3 meter;
  • f. de afstand van gebouwen en overkappingen tot de bestemming Verkeer bedraagt ten minste 40 meter bij de volgende wegen:
    • 1. Nieuwe Vlissingseweg;
    • 2. Postweg (N665);
    • 3. Veerseweg;
    • 4. N57;
    • 5. A58;
  • g. de afstand van gebouwen en overkappingen tot de bestemming Verkeer van de overige wegen bedraagt ten minste 20 meter.
14.2.2 Bouwhoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   bedrijfswoning   6 m   10 m   750 m³  
2   aan-, uit- en bijgebouwen bij een woning, inclusief overkappingen   3 m   6 m   60 m²  
3   bergplaatsen, hobbykassen en overkappingen     4 m   15 m² per volkstuin  
4   bedrijfsgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 5'   3 m   6 m   50 m²  
5   bedrijfsgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding voor 'paardenstalling'   zie aanduiding   zie aanduiding   zie in de kolom bestaande oppervlakte in bijlage 3  
6   beheersgebouw op een volkstuinencomplex     4 m   150 m² per volkstuincomplex  
7   terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied     1 m    
8   overige terreinafscheidingen     2 m    
9   overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde  
  2 m    
14.3 Ontheffing van de bouwregels
14.3.1 Vergroting gebouwen binnen het bestemmingsvlak

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in sublid 14.2.2 onder 4 en 5 voor het vergroten van de oppervlakte gebouwen en / of overkappingen binnen het bestemmingsvlak, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het bebouwde oppervlak bedraagt ten hoogste het in bijlage 3, in de kolom maximale oppervlakte gebouwen/overkappingen, genoemde oppervlak;
  • b. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak, alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschapsdeskundige;
  • c. wijziging wordt slechts toegepast als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf, alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschapsdeskundige;
  • d. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • e. ontheffing wordt verleend indien een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • f. bij toepassing van deze regels volgen burgemeester en wethouders de procedure zoals omschreven in artikel 39 lid 1.
14.3.2 Bouwen nabij de bestemming Verkeer

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 14.2.1 onder f en g voor het bouwen van een gebouw of overkapping binnen een afstand van respectievelijk 20 of 40 meter tot de bestemming Verkeer, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ontheffing leidt niet tot een verkeersonveilige situatie;
  • b. ontheffing leidt niet tot aantasting van de verkeersplanologische functie van de weg;
  • c. voor het verlenen van de ontheffing wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan de wegbeheerder;
  • d. bij toepassing van deze regels volgen burgemeester en wethouders de procedure zoals omschreven in artikel 39 lid 1.
14.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. verlichting van een paardenbak door middel van lichtmasten is niet toegestaan;
  • b. voorzieningen ten behoeve van overnachtingsmogelijkheden zijn niet toegestaan.
14.5 Ontheffing van de gebruiksregels
14.5.1 Verlichting van een paardenbak

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 14.4 onder a ten behoeve van het verlichten van een paardenbak, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ontheffing wordt niet verleend:
    • 1. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Natuur;
    • 2. binnen een afstand van 100 meter van gronden met de bestemming Water-Deltawater;
    • 3. binnen een afstand van 50 meter ten opzichte van de meest nabij gelegen woning van derden;
    • 4. binnen een afstand van 100 meter van de plangrens rond de kernen en verblijfsrecreatieterreinen;
  • b. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de aanwezige landschapskwaliteiten; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschapsdeskundige;
  • c. wijziging wordt slechts toegepast als zorg wordt gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van landschaps- of natuurontwikkeling of het verbeteren van de inrichting van het erf, alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschapsdeskundige;
  • d. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • e. ontheffing wordt verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing en de ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • f. bij toepassing van deze regels volgen burgemeester en wethouders de procedure zoals omschreven in artikel 39 lid 1.