direct naar inhoud van Artikel 13 Natuur
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

Artikel 13 Natuur

13.1 Bestemmingomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, bestaande uit bosgebied, grasland met bijzondere vegetatie, kavelgrensbeplating, weidevogels en struweelvogels;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1': tevens een kynologenclub;
  • c. extensieve dagrecreatie.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

13.2.2 Bouwhoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:

  Bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   terreinafscheidingen     2 m    
2   overige bouwwerken geen gebouwen zijnde     2 m    
13.3 Ontheffing van de bouwregels
13.3.1 Bouwwerken ten behoeve van extensieve dagrecreatie

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 13.2.1 voor het bouwen van een bouwwerk, ten behoeve van extensieve dagrecreatie of een gebouw ten behoeve van het terreinbeheer, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van een uitkijktoren bedraagt ten hoogste 20 meter;
  • b. de goothoogte van een gebouw bedraagt ten hoogste 4 meter;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw bedraagt ten hoogste 8 meter;
  • d. de oppervlakte van een gebouw bedraagt ten hoogste 100 m²;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 3 meter;
  • f. ontheffing leidt niet tot onevenredige aantasting van de aanwezige natuurwaarden; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige;
  • g. bij toepassing van deze regels volgen burgemeester en wethouders de procedure zoals omschreven in artikel 39 lid 1.
13.4 Aanlegvergunning
13.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op de in lid 13.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren;
  • e. het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden of aanlegplaatsen;
  • f. het aanleggen van drainage;
  • g. het afbranden van vegetatie;
  • h. het vellen of rooien van struiken of bomen;
  • i. het beplanten van gronden met struiken of bomen.
13.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 13.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
13.4.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 13.1 onder a genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

13.4.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 13.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige, omtrent de voorwaarden zoals genoemd in lid 13.4.3.