direct naar inhoud van Artikel 9 Leiding - Hoogspanningsverbinding (L - HV)
Plan: Arnestein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPARS-OH99

Artikel 9 Leiding - Hoogspanningsverbinding (L - HV)

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding (L - HV) aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – tevens bestemd voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding van ten hoogste 150 kV.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Bouwregels voor de dubbelbestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen voor de in lid 9.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 25 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid, gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering en de bouwhoogte niet wordt verhoogd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.1 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

9.3.2 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens omtrent het verlenen van de omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
9.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op de in lid 9.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het beplanten van gronden met struiken of bomen.

9.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 9.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

9.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor het belang van de in lid 9.1 genoemde hoogspanningsverbinding niet onevenredig wordt aangetast.

9.4.4 Advisering over de omgevingsvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s), over de voorwaarde zoals genoemd in lid 9.4.3.