direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein (BT)
Plan: Arnestein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPARS-OH99

Artikel 4 Bedrijventerrein (BT)

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijventerrein (BT) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1': bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 tot en met 4.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2': bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 tot en met 4.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.2': bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 tot en met 5.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 17': tevens voor een dagrecreatieve voorziening in de vorm van een kartbaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1': tevens voor een dagrecreatieve voorziening in de vorm van een dierentuin;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel': tevens voor perifere detailhandel;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg': uitsluitend een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats': tevens voor een laad- en losplaats;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens voor een bedrijfswoning;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens voor een zelfstandig kantoor;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 9': tevens voor twee dienstwoningen;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend opslag van goederen;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor de bescherming van industrieel erfgoed;
  • p. detailhandel in auto's, boten en caravans;
  • q. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen;
  • r. ter plaatse van de volgende aanduidingen een bedrijf met SBI-code:
aanduiding   SBI-code  
specifieke vorm van bedrijf - 8   6024  
specifieke vorm van bedrijf - 11   5152.1 en 5152.2/.3  
specifieke vorm van bedrijf - 12   281.1  
specifieke vorm van bedrijf - 13   518.1  
specifieke vorm van bedrijf - 14   281.1  
specifieke vorm van bedrijf - 15   372A1  
specifieke vorm van bedrijf - 16   29.2  
specifieke vorm van bedrijf - 17   518.2  
specifieke vorm van bedrijf - 18   25.2  
specifieke vorm van bedrijf - 19   45.2  
specifieke vorm van bedrijf - 20   5152.2  
specifieke vorm van bedrijf - 21   6024 en 361.1  
specifieke vorm van bedrijf - 22   315  
specifieke vorm van bedrijf - 23   2466  
4.2 Bouwregels
4.2.1 Toelaatbaarheid van bouwwerken

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden worden gebouwd:
    • 1. ter plaatse van het bouwvlak:
      • a. gebouwen;
      • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
    • 2. buiten het bouwvlak:
      • a. lichtmasten;
      • b. erfafscheidingen;
  • b. de afstand van gebouwen tot de voorste perceelsgrens en de afstand tot andere gebouwen bedraagt ten minste 5 m;
  • c. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m.

4.2.2 Maatvoering

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte/inhoud  
a.   gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak   zie maatvoeringaanduiding   zie maatvoeringaanduiding   75%  
b.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1'     45 m    
c.   bedrijfswoning   6 m   10 m   200 m² 750 m3  
d.   erfafscheidingen   -   3 m   -  
e.   lichtmasten   -   9 m   -  
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder a, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte na afwijken bedraagt ten hoogste 25 m;
  • b. de bestaande contouren van het beschermd stadsgezicht Middelburg wordt door de afwijking niet onevenredig aangetast; alvorens vergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover advies aan een landschapsdeskundige;
  • c. de afwijking is noodzakelijk uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet onevenredig aangetast.

4.3.2 Verkleinen bebouwingsafstand

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder c voor het verkleinen van de aangegeven afstand, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afwijking is noodzakelijk uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • b. door het verkleinen van de afstand kan nog steeds worden voldaan aan de eisen van brandveiligheid; alvorens vergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover advies aan de gemeentelijke brandweer;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet onevenredig aangetast.
4.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en hoogte van gebouwen indien dit noodzakelijk is:

  • a. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de ruimtelijke kwaliteit en het stedenbouwkundig beeld;
  • b. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. ter bevordering van de verkeers- en brandveiligheid en sociale veiligheid;
  • d. vanuit milieuhygiënisch oogpunt;
  • e. ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht Middelburg.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 20 m is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan;
  • c. opslag van goederen op gronden gelegen voor de voorgevelrooilijn is niet toegestaan;
  • d. behalve op gronden met de aanduiding 'risicovolle inrichting' zijn Bevi-inrichtingen niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 24' een aardgasvulstation is toegestaan;
  • e. behalve op gronden met de aanduiding 'bedrijven uit categorie 4.1 of 5.2' zijn geluidshinderlijke bedrijven niet toegestaan;
  • f. behalve op gronden met de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning niet toegestaan;
  • g. behalve op gronden met de aanduiding 'kantoor' is een zelfstandig kantoor niet toegestaan;
  • h. kantoren behorende bij het bedrijf met een vloeroppervlak van meer dan 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak zijn niet toegestaan;
  • i. kantoren groter dan 1.500 m² zijn niet toegestaan;
  • j. detailhandel anders dan in auto's, boten en caravans of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel' of ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstof' is niet toegestaan;
  • k. bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 25' zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij niet meer geluid produceren dan aan hen is toegekend op basis van het geluidverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan zoals dit geldt op moment van vaststelling van het bestemmingsplan 'Arnestein';
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - auto's boten caravans' is detailhandel in auto's, boten en caravans toegestaan tot 2.000 m² bedrijfsvloeroppervlak.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Bevoegdheid tot afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in twee categorieën hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • c. afwijken leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.6.2 Bevoegdheid tot afwijken opslaghoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 onder a voor het toestaan van een hogere opslaghoogte, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de opslaghoogte na afwijken bedraagt ten hoogste 25 m;
  • b. de bestaande contouren van het beschermd stadsgezicht Middelburg wordt door de afwijking niet onevenredig aangetast; alvorens vergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover advies aan een landschapsdeskundige;
  • c. de afwijking is noodzakelijk uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet onevenredig aangetast.

4.6.3 Bevoegdheid tot afwijken van het zonebeheerplan

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5 onder k en bedrijven toestaan indien zij niet meer geluid produceren dan aan hen is toegekend op basis van een geactualiseerde versie van het geluidverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Bedrijfswoning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het opnemen van de aanduiding 'bedrijfswoning' op de verbeelding, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. wijziging wordt uitsluitend toegepast indien op het perceel niet reeds een bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. planwijziging is uitsluitend mogelijk indien de bedrijfswoning noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering van het bijbehorende bedrijf;
  • c. planwijziging dient te voldoen aan de normstelling uit het Bevi;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet onevenredig aangetast;
  • e. de grootte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 200 m² en/of 750 m³;
  • f. de goot, en bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 6 m respectievelijk 10 m.

4.7.2 Kantoor

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de aanduiding 'kantoor' op de verbeelding, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. wijziging vindt uitsluitend plaats indien het kantoor de activiteiten gedurende een periode van 6 maanden heeft gestaakt;
  • b. wijziging niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.7.3 Detailhandelsbedrijven

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - perifere detailhandel' op de verbeelding, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. wijziging vindt uitsluitend plaats indien het detailhandelsbedrijf ter plaatse de activiteiten gedurende een periode van 6 maanden heeft gestaakt;
  • b. wijziging niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

4.7.4 Dagrecreatieve voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 17' of 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - 1' op de verbeelding, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. wijziging vindt uitsluitend plaats indien de dagrecreatieve voorziening ter plaatse de activiteiten gedurende een periode van 6 maanden heeft gestaakt;
  • b. wijziging niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.

 

4.7.5 Dienstwoning

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 9' en het ter plaatse opnemen van de aanduiding 'kantoor' op de verbeelding, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. wijziging vindt uitsluitend plaats indien het gebruik als dienstwoning ter plaatse is beëindigd;
  • b. wijziging niet leidt tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen.
4.8 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
4.8.1 sloopverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op de in lid 4.1, sub o bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden), de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het (gedeeltelijk) slopen van het pand;
  • b. het verbouwen van het pand.

4.8.2 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.8.1 zijn slechts toelaatbaar indien uit overleg met de gemeente blijkt dat:

  • a. in het geval van verbouw: de cultuurhistorische waarden van het pand niet onevenredig worden geschaad;
  • b. in het geval van sloop: behoud van het pand niet haalbaar blijkt.