direct naar inhoud van Regels
Plan: Smokkelhoek 2e herziening (Smokkelhoekweg)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.smokkelhoekHZ002-VAST

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Smokkelhoek 2e herziening (Smokkelhoekweg) met identificatienummer NL.IMRO.0678.smokkelhoekHZ002-VAST van de gemeente Kapelle

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.

1.3 aan- en/of uitbouwaan- en/of uitbouw

Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.4 aan-huis-gebonden beroep

Een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.5 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 achterste perceelsgrens

De van de weg af gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg zijn afgekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een achterste perceelsgrens aan.

1.8 archeologische waarde

De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.9 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 bedrijf

Een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.

1.11 bedrijfsvloeroppervlakte

De totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.12 bedrijfswoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.13 bestaand gebruik

Het op het tijdstip van het in werking treden van het plan bestaande gebruik.

1.14 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.15 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.16 bevoegd gezag

Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.17 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.18 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.19 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.20 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.21 bouwperceelgrens

De grens van een bouwperceel.

1.22 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.23 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.24 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.25 dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.

1.26 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.27 geluidzone - industrie

De met de gebiedsaanduiding geluidzone - industrie aangegeven geluidzone zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidbelasting vanwege het gezoneerd industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.

1.28 Gezoneerd industrieterrein

Terrein zoals bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van bedrijven en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

1.29 grootschalige detailhandel

Detailhandel die vanwege de omvang van het bedrijf plaatsvindt buiten de reguliere winkelcentra, niet behorend tot de foodsector zoals een supermarkt.

1.30 hoofdgebouw

Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.31 kantoor(ruimte)

Voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.32 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- of Vergunningenbesluit milieubeheer geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft.

1.33 kwetsbare objecten

Objecten die op grond van artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen bijzondere bescherming toekomt tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen, waaronder in elk geval worden begrepen:

  • a. burgerwoningen;
  • b. zelfstandige kantoren en restaurants met een bruto vloeroppervlak groter dan 1.500 m²;
  • c. winkels met een vloeroppervlak groter dan 2.000 m².
1.34 logies

Bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de betreffende personen het hoofdverblijf ter plaatse of elders hebben.

1.35 nutsvoorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.36 ondergeschikte detailhandel

detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie en uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van een onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de onderneming.

1.37 overig bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.38 Overkapping

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.39 pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.40 peil
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de hoogte van de weg (ter plaatse van de hoofdtoegang) + 15 cm;
  • c. wanneer onduidelijkheid bestaat over het peil kunnen burgemeester en wethouder een peil aanwijzen.
1.41 perifere detailhandel

Detailhandel in de volgende categorieën:

  • a. auto's;
  • b. boten;
  • c. brand- en explosiegevaarlijke goederen en bestrijdingsmiddelen;
  • d. landbouwwerktuigen;
  • e. caravans;
  • f. grove bouwmaterialen;
  • g. naar aard en omvang vergelijkbare goederen.
1.42 risicovolle-inrichting

Bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.43 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'

De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' (bijlage 1) die van deze regels deel uitmaakt.

1.44 voorste perceelsgrens

DDe naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan.

1.45 voorzieningen

Een voorziening gericht op het publiek, al dan niet in combinatie met het ondergeschikt verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, niet inbegrepen iedere vorm van verblijf, waaronder in ieder geval wel de volgende activiteiten zijn worden verstaan:

  • a. autorijschool met buitenoefenruimte;
  • b. fitnesscentrum of sportschool;
  • c. indoor speelhal;
  • d. voorzieningen voor niet-medische verzorging van personen, zoals een fitnessruimte, schoonheids- en pedicurehandelingen of massageruimte;
  • e. voorzieningen gelieerd aan of behorend tot bedrijvigheid binnen het plangebied in de vorm van trainingscentrum, technische bureaus of gedeelten van de bedrijfsactiviteiten;
  • f. horeca behorend bij de voorzieningen in hetzelfde gebouw (geen zelfstandige vestiging);
  • g. en daarmee naar aard en omvang en ruimtelijke effecten voor een dorpscentrum vergelijkbare voorzieningen (omvang, verkeersaantrekkende werking, parkeerdruk).
1.46 Wgh-inrichtingen

Bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

1.47 woning

Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm of kamerverhuur / logies voor meer dan drie personen inclusief de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht.

1.48 zijdelingse perceelsgrens

Ee grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 de dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de hoogte van een windturbine

Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning - 2': tevens het wonen in een bedrijfsvilla, al dan niet met aan-huis-gebonden-beroepen;
  • c. detailhandel in auto's, boten en caravans;
  • d. waterberging;
  • e. webshops;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting uitgesloten' zijn geen risicovolle-inrichtingen toegestaan;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning - 2' bedraagt het aantal bedrijfsvilla's niet meer dan is aangegeven;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan 80% van het bouwperceel;
  • d. indien gebouwen niet aaneen worden gebouwd, bedraagt de onderlinge afstand ten minste 5 meter;
  • e. de afstand van een gebouw en/of overkapping tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens bedraagt ten minste 3 meter;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning - 2' bedraagt de afstand van bedrijfswoningen tot de voorste perceelsgrens niet meer dan 40 meter;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning - 2' bedraagt de afstand van bedrijfsgebouwen anders dan bedrijfswoningen, tot de voorste perceelsgrens ten minste 40 meter;
  • h. de oppervlakte van een bedrijfsgebouw bedraagt ten minste 100 m2.

3.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogten, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   inhoud  
1   bedrijfsvilla   6 m   10 m   1000 m³  
2   aan- , uit- en bijgebouwen bij bedrijfsvilla's   3,5 m   7 m    
3   bedrijfsgebouwen en overkappingen   gelijk aan bouwhoogte   zie maatvoerings- aanuiding    
4   terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw     1 m    
5   terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw     2 m    
6   schoorstenen en vergelijkbare bouwwerken     25 m    
7   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    

3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Bedrijfsactiviteiten

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorie, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' (Bijlage 1) zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorie, zoals in lid 3.1 genoemd.
3.3.2 Verkleinen bebouwingsafstand

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder d en e voor het verkleinen van de aangegeven afstand, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afwijking is noodzakelijk uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel of de bouwpercelen;
  • b. door het verkleinen van de afstand kan nog steeds worden voldaan aan de eisen van brandveiligheid; alvorens vergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hierover advies aan de gemeentelijke brandweer;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden worden niet onevenredig aangetast.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Aan-huis-gebonden beroepen

Met betrekking tot aan-huis-gebonden beroepen beroepen gelden de volgende regels:

  • a. het is niet toegestaan de (vrijstaande) bijgebouwen te gebruiken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • b. de vloeroppervlakte voor aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 50 m².
3.4.2 Bedrijfsvilla's

Ten aanzien van bedrijfsvilla's gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning - 2' zijn geen bedrijfsgebouwen toegestaan zonder bedrijfsvilla;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bedrijfswoning - 2' bedraagt de afstand van bedrijfsgebouwen met uitzondering van bedrijfsvilla's tot de voorste perceelsgrens niet minder dan 40 meter.
3.4.3 Detailhandel en voorzieningen

Met betrekking tot het detailhandel en voorzieningen als bedoeld in lid 1.45 gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel zoals genoemd in lid 3.1;
  • b. grootschalige detailhandel is niet toegestaan;
  • c. ondergeschikte detailhandel is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de ondergeschikte detailhandel is uitsluitend binnen de bestaande bebouwing toegestaan;
    • 2. het vloeroppervlak in gebruik voor de ondergeschikte detailhandelsactiviteiten bedraagt niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 50 m²;
    • 3. de ondergeschikte detailhandelsactiviteiten worden door het bedrijf zelf uitgevoerd;
  • d. voorzieningen zijn niet toegestaan.
3.4.4 Geluidhinderlijke en risicovolle inrichtingen

Met betrekking tot geluidhinderlijke en risicovolle-inrichtingen gelden de volgende regels:

  • a. activiteiten van Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - risicovolle inrichting uitgesloten' zijn risicovolle inrichtingen niet toegestaan.
3.4.5 Kantoren

Met betrekking tot kantoren gelden de volgende regels:

  • a. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • b. kantoorvloeroppervlakte van niet-zelfstandige kantoren die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum oppervlakte van 200 m² per bedrijf, is niet toegestaan.
3.4.6 Opslag

Met betrekking tot het opslag gelden de volgende regels:

  • a. opslag van goederen voor de voorgevel van gebouwen en/of langs interne ontsluitingsstructuur en/of langs randen van het bedrijventerrein is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen is voorts uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • c. opslag van goederen buiten gebouwen is alleen toegestaan tot een stapelhoogte van 6 meter;
  • d. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
3.4.7 Perceel

Met betrekking tot een perceel gelden de volgende regels:

  • a. per perceel is ten hoogste één zelfstandig bedrijf toegestaan;
  • b. de omvang van een perceel bedraagt niet minder dan 500 m2.
3.4.8 Waterberging

Met betrekking tot waterberging gelden de volgende regels:

  • a. het bouwen en in gebruik nemen van de gebouwen binnen deze bestemming is slechts toegestaan als de waterbergingsopgave van 1.147 m³ is gerealiseerd, tenzij met het bevoegd gezag en het Waterschap Scheldestromen anders is overeengekomen.
3.4.9 Webshops

Met betrekking tot webshops gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel vindt in hoofdzaak via internet plaats;
  • b. ter plaatse van de webshop vindt in overwegende mate opslag- en distributie van goederen plaats;
  • c. de vloeroppervlakte ten behoeve van het afhalen, afrekenen en uitstallen van producten bedraagt niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw, met een maximum van 50 m²;
  • d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijken Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1:

om bedrijven toe te laten twee categorieën hoger dan in lid 3.1 voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorie, zoals in lid 3.1 genoemd;

om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorie, zoals in lid 3.1 genoemd.

3.5.2 Opslag

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.4.6 en lid 3.2.2:

  • a. voor het toestaan van opslag van goederen anders dan in lid 3.4.6 onder a en b bedoeld;
  • b. opslag van goederen dient te worden afgeschermd door een erfafscheiding met een hoogte van ten minste 2 meter en ten minste gelijk aan de hoogte van opgeslagen goederen;
  • c. de erfafscheiding bestaat uit een hekwerk met beplanting, zodanig dat sprake is van een groene afscherming.

3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Aanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functieaanduiding of met een andere aanduiding, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover het gebruik overeenkomstig de aanduiding voor de duur van ten minste 2 jaar aaneengesloten is onderbroken of zoveel eerder als met belanghebbenden is overeengekomen;
  • b. wijziging is toegepast indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.
3.6.2 Grootschalige detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'detailhandel grootschalig' ten einde de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf mogelijk te maken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt dat:
    • 1. de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente (geen ontwrichting);
    • 2. geen geschikte locatie beschikbaar is op het bedrijventerrein Marconi in Goes of op een andere geschikte locatie in Goes;
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de oppervlakte van een grootschalig detailhandelsbedrijf niet minder bedraagt dan 1.500 m²;
  • c. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een grootschalig detailhandelsbedrijf voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt op de openbare ruimte;
  • e. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • f. planwijziging is niet toegestaan ten behoeve van detailhandel in de foodsector zoals voor een supermarkt;
  • g. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • h. in het wijzigingsplan worden de volgende bepalingen opgenomen:

“Artikel A Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel grootschalig': tevens grootschalige detailhandel.

Artikel B Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel: de oppervlakte van een grootschalig detailhandelsbedrijf bedraagt niet minder dan 1.500 m².”

3.6.3 Perifere detailhandel

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'detailhandel perifeer' ten einde de vestiging van een perifere detailhandelsbedrijf mogelijk te maken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt dat de vestiging van een perifere detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente (geen ontwrichting);
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een perifere detailhandelsbedrijf geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • c. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging van een perifere detailhandelsbedrijf voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt op de openbare ruimte;
  • d. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • e. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.
3.6.4 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de categorie-indeling van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' mag worden gewijzigd, indien en voor zover wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op het milieu daartoe aanleiding geeft, dan wel het Inrichtingen en Vergunningen besluit van de Wet milieubeheer met betrekking tot geluidproducerende inrichtingen wordt gewijzigd;
  • b. voor de vaststelling van een wijziging wordt de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging.
3.6.5 Voorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - voorzieningen' teneinde de vestiging van voorzieningen mogelijk te maken, met in achtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien uit een onderzoek blijkt dat geen geschikte vestigingslocaties in het stedelijk gebied beschikbaar zijn, in verband met:
    • 1. de omvang
    • 2. de verkeersaantrekkende werking;
    • 3. de parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de voorziening heeft een binding met de gemeente Kapelle, zoals blijkt uit de herkomst van het bedrijf, medewerkers en (toekomstig) klantenbestand;
  • c. de vestiging van een voorziening heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer en veroorzaakt geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • d. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • e. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • f. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • g. in het wijzigingsplan worden de volgende bepalingen opgenomen:

“Artikel A Bestemmingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - voorzieningen': tevens voorzieningen."

3.6.6 Kleine op de lokale markt gerichte vestigingen van detailhandel in doelgerichte, laagfrequente aankopen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf wijzigen in de bestemming Bedrijf met de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kleine lokale detailhandel in doelgerichte, laagfrequente aankopen' ten einde de vestiging mogelijk te maken, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien uit een distributie-planologisch onderzoek blijkt dat de vestiging geen nadelige invloed heeft op de aanwezige distributieve structuur van de gemeente (geen ontwrichting);
  • b. planwijziging is uitsluitend toegestaan voor zover wordt aangetoond dat de vestiging een lokaal karakter heeft, waarbij onder meer wordt ingegaan op de relatie met het centrumgebied, het verzorgingsgebied en brancheontwikkeling;
  • c. planwijziging is toegestaan indien de vestiging geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien de vestiging voorziet in voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt op de openbare ruimte;
  • e. planwijziging is uitsluitend toegestaan indien er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • f. planwijziging is toegestaan die vanwege de omvang van het bedrijf en de verkeersontsluiting plaatsvindt buiten de reguliere winkelcentra, niet zijnde detailhandel in de foodsector zoals een supermarkt;
  • g. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging;
  • h. in het wijzigingsplan kunnen bepalingen worden opgenomen als waarborg van het lokale karakter.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos;
  • b. extensief recreatief medegebruik;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. ontsluiting van een aangrenzend bedrijfsperceel direct op een aangrenzende weg;
  • e. plantsoen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. wandel- en fietspaden;
  • h. water;

4.2 Bouwregels
4.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse zijn uitsluitend toegestaan:
    • 1. nutsgebouwen en ontmoetingsplaatsen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogten, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogten   bouwhoogte   oppervlakte/inhoud  
1   nutsgebouwen   3,5 m   5 m   25 m² per gebouw  
2   terreinafscheiding     2 m    
3   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     5 m    

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. oevers;
  • b. wateraanvoer en -afvoer;
  • c. waterberging;
  • d. water voor de waterhuishouding;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals bruggen, duikers, keermuren en steigers.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Op deze gronden zijn uitsluitend keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers toegestaan.

5.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogten, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogten   bouwhoogte   oppervlakte/inhoud  
2   terreinafscheidingen     2 m    
3   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     3 m    

Artikel 6 Waarde - Archeologie - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor het behoud, de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden en aanwezige vindplaatsen, niet zijnde beschermd van rijkswege.

6.2 Bouwregel

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van niet meer dan 2 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
    • 1. het bevoegd gezag gezag beschikt over een verklaring van de archeologisch deskundige, waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;
    • 2. niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
    • 3. de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
  • c. het bepaalde in dit lid onder b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
    • 2. een bouwwerk, waarvan de oppervlakte van de verstoring niet meer dan 250 m² bedraagt;
    • 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 1,7 meter -NAP wordt geplaatst;
    • 4. een bouwwerk ter plaatse van gronden waarvan aan de hand van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie - 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte of hoogte dan 1,7 meter -NAP, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
  • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • c. het aanleggen of rooien van bomen waarbij stobben worden verwijderd;
  • d. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
6.3.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod

Het verbod van 6.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:

  • a. normaal beheer of onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 6.2 in acht is genomen;
  • d. niet dieper reiken dan 1,7 -NAP onder het maaiveld;
  • e. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 250 m²;
  • f. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
  • g. ter plaatse van gronden waarvan aan de hand van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn.
6.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 6.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:

  • a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veilig gesteld; onder een rapport wordt ook verstaan een peilbesluit van het waterschap zonder nadelige gevolgen voor archeologische waarden;
  • c. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op:
    • 1. het behoud van de archeologische resten in de bodem;
    • 2. het doen van opgravingen;
    • 3. dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.

6.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken van de bestemming Waarde - Archeologie - 2 geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:

  • a. uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • b. het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

8.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 meter bedraagt;
  • b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 meter bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 meter bedraagt.

8.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
  • a. voor een bouwwerk, dat krachtens een bouwvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;
  • b. in geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
  • c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

Artikel 9 Algemene afwijkingsregels

9.1 Algemene afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds kan worden afgeweken - afwijken van de bouwregels voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch en / of esthetisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
  • c. de bevoegdheid tot afwijken wordt niet gebruikt, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

10.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch en / of esthetisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

10.2 Verkeer, Groen en Water

Burgemeester en wethouders kunnen bestemmingen wijzigen in de bestemmingen Verkeer , Groen en Water, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • b. de oppervlakte aan waterberging dient te worden behouden of elders te worden gecompenseerd;
  • c. wijziging wordt toegepast nadat is gebleken dat de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde functie.

Artikel 11 Overige regels

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

11.1 Voldoende parkeergelegenheid
  • a. Een nieuw bouwwerk, verandering van een bouwwerk, verandering van gebruik van een bouwwerk of vangronden – al dan niet gecombineerd –, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, is niet toegestaan wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  • b. Bij een omgevingsvergunning, dan wel bij de beoordeling of het gebruik in overeenstemming is met het wijzigingsplan wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde CROW-richtlijn (dan wel de vervanger daarvan) bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  • c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolg van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van omgevingsvergunningen voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

12.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken, dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan ' Smokkelhoek 2e herziening (Smokkelhoekweg)'