Plan: | Dijkversterking |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.buitengebiedHZ007-VAST |
Het bestemmingsplan Dijkversterking met identificatienummer NL.IMRO.0678.buitengebiedHZ007-VAST van de gemeente Kapelle.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
Een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Een bedrijf, gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
De Agrarische Adviescommissie van de Vereniging van Zeeuwse Gemeenten, dan wel een andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijk deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw.
Een bedrijf gericht op het opslaan en leveren van goederen aan agrarische bedrijven en/of het opslaan en verwerken van producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder niet begrepen mestverzamelsilo's met een regionale functie.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
De totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of (agrarisch)bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Al dan niet verplaatsbare constructies, overtrokken met en omsloten door lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van tuinbouwgewassen, fruit of siergewassen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
Een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
Al dan niet verharde percelen voor de teelt van planten in potten.
Vorm van recreatie waarbij het ruimtegebruik een kortstondig karakter heeft en gericht is op sport en spel, de beleving van en/of kennismaking met natuur, landschap en cultuur van het platteland, wandelend, per fiets, of te paard dan wel geconcentreerd is ter plaatse van een attractie.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen aangaande een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening, zoals bijvoorbeeld een archeologisch deskundige, landschapsdeskundige, milieudeskundige en natuurdeskundige.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
Niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
Een praktijkopleiding in de landbouw gericht op een specifieke doelgroep die door deze opleiding de kans op werk vergroot.
Het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de betreffende personen het hoofdverblijf ter plaatse of elders hebben.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
Activiteiten die in ruimtelijk opzicht ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie op een bouwvlak.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
Een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende het gehele jaar.
Een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
De Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' (bijlage 4) die van deze regels onderdeel uitmaakt.
Boog- en gaaskassen, hagelnetten, foliekassen en overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorziening en stellingen ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
De op de verbeelding als zodanig aangegeven lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevellijn) of aan de van de weg afgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden.
De naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan.
Een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties voor de waterhuishouding.
Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm of kamerverhuur /logies voor meer dan drie personen inclusief de huishouding dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht.
Een agrarisch bedrijf waar mensen met een zorg- of hulpvraag een waardevolle dagtaak hebben.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Afstanden tussen bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50 % van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70 %), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als goothoogte aangemerkt.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
met dien verstande dat:
Buiten een bouwvlak zijn toegestaan:
met dien verstande dat op de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - randzone' tevens 6 gebouwen ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik in de vorm van dierenstalling, opslag van voer en machines voor terreinonderhoud en 3 paardenbakken zijn toegestaan, met inachtname van de volgende regels:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag van agrarische producten | 8 m | 12 m | zie lid 3.2.1 onder k |
4A | gebouwen ten behoeve van een aanhangwagenbouwbedrijf ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3' | 8 m | 12 m | zie bijlage 1 |
4 | andere bedrijfsgebouwen | zie maatvoerings-aanduiding | 10 m | |
6 | hoofdtak intensieve veehouderij | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie bijlage 1 |
7 | kassen bij wijze van neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
8 | kassen hoofdtak glastuinbouw | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m, tenzij met een maatvoeringsaanduiding anders aangegeven | 5.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
9 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij als neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m² |
10 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij als hoofdtak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 5.000 m² |
11 | sanitaire voorzieningen bij een minicamping | 3 m | 5 m | 50 m² |
12 | mestopslagruimten | 4 m | 6 m | 2.500 m3 |
13 | silo ter plaatse van de aanduiding 'silo' aan de westzijde van de Kreekweg ten hoogste 4 silo's en aan de oostzijde ten hoogste 4 silo's hoger dan de aangegeven maatvoeringsaanduiding alsmede aan de west- en oostzijde schoorstenen | 15 m | ||
14 | silo | 10 m | ||
15 | containervelden | 2 ha. | ||
17 | veldschuren voor fruitteeltbedrijf | 4 m | 6 m | 100 m²; 1 per bedrijf |
19 | sleufsilo | 6 m | ||
20 | gebouwen ten behoeve van een agrarisch hulp- en nevenbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 1' | 6 m | 10 m | 1.450 m² |
21 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 9' | 3 m | 3.200 m² | |
22 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3' | 6 m | 10 m | 1.500 m² |
23 | schuurtjes en kasjes ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' | 2,5 m | gezamenlijk 6 m² per volkstuin | |
24 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
25 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
26 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag uitsluitend worden gebouwd indien voorzien wordt in:
Op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' mag uitsluitend worden gebouwd indien:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.2 voor het bouwen van agrarische veldschuren buiten het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.3 onder 6 de genoemde bedrijfsvloeroppervlakte voor intensieve veehouderij te vergroten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.3 onder 8 genoemde oppervlakte voor kassen te vergroten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder b voor een tweede agrarische bedrijfswoning voor glastuinbouw, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw of uitbreiden van één bestaand gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1 onder h voor een kleinere afstand dan 20 m, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.4 onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen, buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.4 onder k voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en/of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te gebruiken voor fruitteelt ter plaatse van gronden die zijn gelegen binnen een afstand van 50 m van plangrenzen rond de kernen of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daar niet onder inbegrepen).
Het verbod van lid 3.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen nadelige effecten optreden voor het woon- en leefklimaat in de kern of het recreatieterrein.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de milieudeskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor het realiseren van een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de in dit artikel in lid 3.2.3 onder 6 bedoelde maat van bedrijfsvloeroppervlakte – na toepassing van de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.3.4 – wijzigen voor uitbreiding van intensieve veehouderij in verband met wettelijke huisvestingseisen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Agrarisch met de aanduiding 'glastuinbouw', met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Agrarisch met de aanduidingen 'bouwvlak', 'glastuinbouw' en 'specifieke vorm van agrarisch - 2' (landschappelijke inpassing) met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het realiseren van een installatie voor het opwekken van duurzame energie in de vorm van een biomassaverbrandingsinstallatie, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Verkeer en Waterstaat - Beschermde Dijken met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch met de aanduiding bouwvlak wijzigen in de bestemming Wonen en/of de bestemming Agrarisch zonder bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemming Wonen met de aanduiding 'zorgboerderij', met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' wijzigen voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 5' een nieuw bouwvlak projecteren ten behoeve van een agrarisch bedrijf gecombineerd met een leerwerkproject in de landbouw en/of een zorg- of woonzorgproject in de landbouw, met in achtneming van het volgende:
De voor 'Agrarisch - Open landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op een bouwvlak is toegestaan:
met dien verstande dat een en ander slechts is toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is.
Buiten een bouwvlak zijn uitsluitend toegestaan:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van bouwwerk bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte/inhoud | |
1 | bedrijfswoning | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 750 m³ |
2 | bijbehorende bouwwerken bij een woning, inclusief overkappingen | 3 m | 6 m | 60 m² |
3 | gebouwen voor opslag van agrarische producten | 8 m | 12 m | zie lid 4.2.1 onder g |
4 | overige gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | zie lid 4.2.1 onder g |
6 | kassen bij wijze van neventak | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m², tenzij anders is aangegeven in bijlage 1 |
7 | gebouwen voor intensieve tuinbouw en/of intensieve kwekerij | zie maatvoerings- aanduiding | 10 m | 2.000 m² |
8 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 8' | 8 m | 12 m | zie lid 4.2.1 onder g |
9 | mestopslagruimten | 4 m | 6 m | 2.500 m² |
10 | silo | 10 m | ||
11 | terreinafscheiding voor de gevel van het hoofdgebouw | 1 m | ||
12 | terreinafscheiding achter de voorgevel van het hoofdgebouw | 2 m | ||
13 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 voor overschrijding van het bouwvlak met gebouwen en bouwwerken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 onder b voor een tweede bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.1 voor het vervangend nieuw bouwen van een gebouw of uitbreiden van één bestaand gebouw ten behoeve van een NED ter plaatse van een bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 voor het gebruik en/of bouwen van voorzieningen of het tijdelijk plaatsen van stacaravans en woonunits voor de huisvesting van de arbeidsmigranten, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.2.1 onder d voor een kleinere afstand dan 20 m, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.4 onder b voor het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van boog- en tunnelkassen, buiten agrarische bouwvlakken, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.1 voor nevenfuncties naast de hoofdactiviteit van het agrarisch bedrijf, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 4.4 onder h voor het toevoegen van de functieaanduiding 'minicamping' en/of het bouwen van sanitaire voorzieningen en/of een recreatieruimte voor een minicamping aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van een bouwvlak wijzigen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor vergroting van het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen voor het realiseren van een nieuw bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemmingen Water voor verbetering van de waterhuishouding, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Natuur, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van een bouwvlak wijzigen in de bestemmingen Wonen, Bos en Natuur voor vestiging van een landgoed, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' wijzigen in de bestemmingen Wonen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch - Open landschap' wijzigen voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur aansluitend aan het bouwvlak, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte /inhoud | |
1 | terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied | 2 m | ||
2 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte /inhoud | |
1 | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1' | 8 m | zie bijlage 1 | |
1A | gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 2' | 4 m | zie bijlage 1 | |
2 | gebouwen op andere locaties | 4 m | 15 m3 | |
3 | bouwwerken (bushokjes) | 3 m | 9 m² | |
4 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
5 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de bij de bestemming behorende voorzieningen. | 10 m | ||
6 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt tevens de volgende regel:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfsgebouwen | 4 m | 6 m | 25 m² |
2 | remwerken | 6 m | ||
3 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
4 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte /inhoud | |
1 | bedrijfsgebouwen Kanaalweg | 1.300 m² | ||
1A | bedrijfsgebouwen Schoorse Zeedijk | 150 m2 | ||
1B | de ashoogte van een windturbine ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' | 70 m (ashoogte) | ||
2 | overige bouwwerken | 10 m | 25 m² | |
3 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
4 | remmingswerken | 6 m | ||
5 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor waterbeheersing en scheepvaartbegeleiding | 10 m | 100 m² | |
6 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 8.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 8.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de dijk en/of waterkering.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Waterstaat wijzigen in de bestemming Natuur of bestemming Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water.
In aanvulling op en met inachtneming van het bepaalde in artikel 13 Waarde - Archeologie 4 dan wel artikel 14 Waarde - Archeologie 5 dan wel artikel 15 Waarde - Archeologie 6 geldt het volgende:
De voor 'Waterstaat - Beschermde dijken' aangewezen gronden zijn bestemd voor behoud en/of herstel van de daaraan eigen landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden, alsmede voor:
Op deze gronden zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Goothoogte | Bouwhoogte | Oppervlakte /inhoud | |
1 | terreinafscheidingen | 2 m | ||
2 | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Het verbod van lid 9.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 9.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de beheerder van de dijk en/of waterkering, zoals genoemd in lid 9.3.3.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming onderling wijzigen in de bestemmingen Natuur en Water voor het aanpassen van de onderlinge begrenzingen van de genoemde bestemmingen aan de zich wijzigende diepten van het water.
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een kerosineleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 10.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en), tevens wordt indien van toepassing advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Het is verboden op de in lid 10.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 10.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 10.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding van:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 10.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en), tevens wordt indien van toepassing advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Het is verboden op de in lid 11.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 11.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).
De voor 'Leiding-Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 12.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).
Het is verboden op de in lid 12.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 12.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 12.1 genoemde aanwezige verbindingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 13.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 13.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van gronden met een gematigde archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 14.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 14.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in de vorm van gronden met een lage archeologische verwachtingswaarde.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 15.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 15.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede bestemd voor waterstaatkundige en waterhuishoudkundige voorzieningen, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' prevaleren boven de regels die gelden ingevolge de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 16.2 onder b, met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Binnen het gehele plangebied geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde hoger dan 113 m boven NAP teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.2.1 onder de voorwaarde:
Voor het bouwen van gebouwen in de vorm van inkoopstations gelden de volgende regels:
Op de gronden met de aanduiding 'vrijwaringszone - windturbine' mogen geen gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de onderliggende enkelbestemming.
Op gronden met de aanduiding 'veiligheidszone - windturbine' zijn:
Op de gronden met de aanduiding overige zone - parkinfrastructuur zijn toegangs- en onderhoudswegen ten behoeve van de windturbines toegestaan, alsmede:
Voor de toegangs- en onderhoudswegen gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de 'Gebiedsaanduiding Vrijwaringszone - hoogspanningsverbinding te vervallen' komt de onderliggende (dubbel)bestemming of aanduiding ten behoeve van een bovengrondse solo 150 kV- en solo 380 kV- hoogspanningsverbinding met bijbehorende voorzieningen te vervallen vanaf het moment dat de hoogspanningsverbindingen, als bedoeld in Artikel 5 en Artikel 6 uit het inpassingsplan 'Zuid-West 380 kV west' (identificatienummer NL.IMRO.0000.EZip15ZW380west-3002) in gebruik zijn genomen. De andere daar voorkomende (dubbel)bestemming(en) en/of aanduiding(en) blijven onverkort van toepassing.
De voor 'vrijwaringszone - dijk' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor de bescherming van de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.5.2 onder c, met in achtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 4' wijzigen door het toekennen van bouwvlakken uitsluitend voor de bouw van waterbassins voor aquacultuur, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van artikelen 3 t/m 16 reeds afwijking kan worden verleend – bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in artikel 3.4 of 4.4 voor:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10 % worden vergroot.
Burgemeester en wethouders kunnen bestemmingen wijzigen in de bestemmingen Verkeer, Groen en Water, met inachtneming van de volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen een of meer bestemmingsvlakken de van bestemming Waarde – Archeologie 4 t/m 6 geheel of gedeeltelijk laten vervallen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien dit op grond van archeologisch onderzoek noodzakelijk is met het oog op de bescherming of de veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van de bouwvlakken veranderen, indien de bebouwing ten behoeve van de voor dat bouwvlak geldende bestemming zonder deze verandering niet of niet goed zou kunnen worden gerealiseerd en op grond van archeologisch onderzoek is gebleken dat de verandering van het bouwvlak geen afbreuk doet aan de bescherming of de veiligstelling van de aanwezige archeologische waarden, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de plaatsing van zendmasten met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch (artikel 3 en 4) wijzigen ten behoeve van een betere situering van een burgerwoning, met inachtneming van de volgende regels:
Deze regels worden aangehaald als: 'regels van het bestemmingsplan Dijkversterking'.