direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - Uit te werken
Plan: Kapelle Kapelle-Biezelinge
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.KapBiez-vast

Artikel 20 Wonen - Uit te werken

20.1 Uitwerkingsregels (Zuidhoek)
20.1.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden met de bestemming Wonen - Uit te werken zijn bestemd voor:

  • a. kantoren en praktijkruimten;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. wonen in een woning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer': tevens een verbinding tussen het spoor en de Annie M.G. Schmidtsingel;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, garages en bergplaatsen, fiets- en voetpaden, groen- en speelvoorzieningen, parkeerplaatsen, tuinen, water, waterpartijen alsmede wegen en geluidsafschermende voorzieningen.

20.1.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 20.1.1 bedoelde bestemming Wonen - Uit te werken nader uit met inachtneming van het volgende:

  • a. planuitwerking dient te zijn gericht op het realiseren van een woongebied met verschillende woonmilieus en dit in combinatie met een waternetwerk;
  • b. voor de vaststelling van een wijziging dienen vooraf door de gemeenteraad welstandscriteria worden opgesteld op basis van de welstandsnota;
  • c. uitgegaan wordt van het realiseren van ten hoogste drie deelgebieden waarbij in ieder geval de volgende deelgebieden worden onderscheiden:
    • 1. een centraal in het gebied gelegen woonbuurt met zo mogelijk een markant gebouw aan de westzijde van de verkeersverbinding tussen het spoor en de Annie M.G. Schmidtsingel;
    • 2. woonbuurten, in ieder geval aan de oostzijde van de centraal gelegen woonbuurt;
  • d. de bebouwde gebieden worden zelfstandig ontsloten;
  • e. woonbuurten worden gescheiden door waterpartijen of door groenzones met een inrichting die kenmerken vertonen van een boomgaard, waaronder in ieder geval wordt verstaan windsingels, duidelijk herkenbare bomenrijen en een onderscheid in hoge beplanting (singels) en lage beplanting (vlakken), een en ander dat ruimtelijk gezien afzonderlijke deelgebied ontstaan;
  • f. bij de realisering van geluidsgevoelige functies wordt voldaan aan de Wet geluidhinder inzake railverkeerslawaai door het projecteren van een geluidswal met een hoogte van ten minste 4 meter langs de noordgrens van het uitwerkingsgebied;
  • g. planuitwerking is toegestaan ten behoeve van woningbouw al dan niet in de vorm van een markant gebouw zoals een begijnhof of een hiermee vergelijkbaar gebouw; woningen worden als appartementen geprojecteerd dan wel als aaneengebouwde woningen; de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 meter en voor een oppervlakte van 30% van het gebouw niet meer dan 12 meter een en ander al dan niet met een torentje of een vergelijkbaar hoogteaccent tot 15 meter;
  • h. elders in dit uitwerkingsgebied is woningbouw toegestaan in de vorm van hoven en grondgebonden woningen, de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter respectievelijk 12 meter;
  • i. de afstand van woningen tot boomgaarden bedraagt ten minste 50 meter;
  • j. het deelgebied wordt voor langzaam en autoverkeer aan de zuidzijde ontsloten via een aansluiting op de Biezelingseweg;
  • k. aan de noordzijde wordt het deelgebied ontsloten voor langzaam verkeer via een onderdoorgang onder het spoor;
  • l. van de planuitwerking maakt deel uit een waterpartij als waterberging en als ruimtelijke identiteit en kwaliteit van dit uitwerkingsgebied waarvan de aaneengesloten oppervlakte water in dit gebied ten minste 2.000 m2 zal bedragen;
  • m. de uitwerkingsbevoegdheid wordt toegepast ten behoeve van het bouwen van woningen voornamelijk in de periode 2011-2015;
  • n. in het uitwerkingsplan worden ten minste 80 en ten hoogste 130 woningen geprojecteerd aan de oostzijde van de doorkruisende verkeersverbinding tussen het spoor en de Annie M.G. Schmidtsingel;
  • o. in het uitwerkingsplan worden ten minste 30 en ten hoogste 60 woningen geprojecteerd aan de westzijde van de doorkruisende verkeersverbinding tussen het spoor en de Annie M.G. Schmidtsingel;
  • p. in het uitwerkingsplan wordt aandacht besteed aan externe veiligheid in relatie tot de spoorlijn, waarbij de toename van het groepsrisico wordt verantwoord, mede op basis van overwegingen inzake de locatiekeuze, de stedenbouwkundige opzet, zelfredzaamheid van personen en bouwkundige maatregelen een en ander ter beperking van het aantal slachtoffers;
  • q. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

20.1.3 Wijzigingsbevoegdheid (bij Wonen - Uit te werken)

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen Wonen - Uit te werken te wijzigen voor:

  • a. dienstverlening tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 250 m2 een en ander uitsluitend op de begane grond;
  • b. maatschappelijke voorzieningen, een school en kinderdagopvang- en daarmee vergelijkbare voorzieningen tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 2.000 m2;
  • c. sociaal-culturele voorzieningen tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 500 m2;
  • d. kantoren en praktijkruimten tot een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 200 m2 bruto vloeroppervlak per perceel;

met dien verstande dat:

  • e. de genoemde voorzieningen moeten worden geprojecteerd ter plaatse van het begijnhof;
  • f. aangetoond moet zijn dat aan de genoemde niet-woonfuncties behoefte bestaat;
  • g. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 30.

20.1.4 Bouwregels

Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels.