direct naar inhoud van Regels
Plan: Kernen Hulst 1H
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bpkernen1H-001V

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Kernen Hulst 1H van de gemeente Hulst.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.bpkernen1H-001V met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.4 aan-huis-gebonden-beroep

een dienstverlenend beroep, dat in een woning of bij de woning behorend bijgebouw uitsluitend door de bewoner(s) van de woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en voor zover deze beroepen een ruimtelijke uitstraling hebben die met de woonfunctie in overeenstemming is.

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 aangebouwde overkapping

een aan een hoofdgebouw gebouwde overkapping.

1.8 agrarisch bedrijf

een bedrijf gericht op het voortbrengen van agrarische producten door middel van het telen of veredelen van gewassen en/of het houden of fokken van vee, pluimvee of pelsdieren, nader te onderscheiden in:

  • a. grondgebonden bedrijf: een bedrijf dat geheel of nagenoeg afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel en waar geheel of nagenoeg gebruik wordt gemaakt van open grond of plat glas dan wel een ander lichtdoorlatend materiaal met een hoogte van maximaal 1 m, te onderscheiden in:
    • 1. akker- en vollegrondstuinbouw:
      • de teelt van gewassen op open grond, daaronder niet begrepen bosbouw, sier- en fruitteelt;
    • 2. fruitteelt:
      • de teelt van fruit op open grond;
    • 3. sierteelt:
      • de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
    • 4. bollenteelt:
      • de teelt van bloembollen in samenhang met de teelt bolbloemen;
    • 5. bosbouw:
      • de teelt van bomen voor de houtproductie;
    • 6. boomkwekerij:
      • een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
    • 7. veeteelt:
      • het houden van melkvee en/of ander vee, niet zijnde een intensieve veehouderij;
  • b. glastuinbouw: een bedrijf gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen;
  • c. aquacultuur: de kweek van schaal- en schelpdieren, vis, zouttolerante gewassen andere aquatische producten en aquatische organismen;
  • d. paardenfokkerij: het fokken van paarden, de verkoop van gefokte paarden en het houden van paarden voor de fokkerij;
  • e. niet grondgebonden bedrijf: een bedrijf dat (nagenoeg) niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel en waar (nagenoeg) geen gebruik wordt gemaakt van daglicht, waaronder begrepen:
    • 1. intensieve veehouderij:
      • een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf of bedrijfsonderdeel dat zich toelegt op het houden of mesten van melkvee en/of slacht-, fok-, leg- of pelsdieren, waarbij de teelt plaatsvindt zonder of nagenoeg zonder weidegang. Voorbeelden zijn: kalvermesterij, kippenfarm, varkensfokkerij en varkensmesterij;
    • 2. intensieve tuinbouw in gebouwen:
      • een niet aan de grond gebonden agrarisch bedrijf als hiervoor bedoeld, gericht op de teelt of veredeling van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van gebouwen;
    • 3. intensieve kwekerij:
      • de teelt van gewassen of dieren, anders dan bij wijze van intensieve veehouderij, in met name gebouwen (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.
1.9 antenne-installatie

een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.

1.10 antennedrager

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.

1.11 arbeidsmigrant

economisch actieve migrant wiens doel het is arbeid en inkomen te verwerven, met een hoofdverblijf elders, en op eigen initiatief en op vrijwillige basis.

1.12 archeologisch deskundige

de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.

1.13 archeologisch rapport

een rapport van een archeologisch onderzoeksbureau of een goed onderbouwd advies van een deskundige op het gebied van archeologie.

1.14 archeologische waarde

vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context. Zowel grote complexen/ structuren zoals nederzettingsterreinen, als afzonderlijke vondsten kunnen met deze term worden aangeduid.

1.15 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.16 bebouwingspercentage

een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het gedeelte van het bouwvlak of bouwperceel aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald

1.17 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

1.18 bedrijfswoning

een woning , bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.19 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.20 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.21 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.22 Bevi-inrichting

bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.23 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.24 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.25 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.26 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.27 bouwmarkt

een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.

1.28 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.29 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

1.30 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.31 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.32 bouwwerk, geen gebouw zijnde

een bouwwerk als bedoeld in lid 1.31, niet zijnde een gebouw.

1.33 café

een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.

1.34 camperplaats

een openbare stallingsplaats voor campers, waar nachtverblijf in de camper is toegestaan.

1.35 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.36 containervelden

al dan niet verharde percelen voor de teelt van planten in potten.

1.37 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.

1.38 cultuur en ontspanning

voorzieningen binnen de sector cultuur en ontspanning zoals een atelier, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.

1.39 dagrecreatie

vrijetijdsbesteding gedurende de dag zoals sport en spel, wandelen, paardrijden of het houden van een evenement; er is daarbij geen sprake van verblijfsrecreatie.

1.40 dak

een uitwendige scheidingsconstructie als bovenafsluiting van een bouwwerk.

1.41 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.

1.42 dansschool

een inrichting waarin voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimten dansen en het geven van onderricht daarin, zonder dat zalen worden verhuurd en zonder dat gelegenheid wordt geboden voor het houden van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- of dansevenementen.

1.43 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.

1.44 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.

1.45 dienstwoning

een woning, bestaande uit een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen, in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.46 discotheek of dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.

1.47 evenement

het geheel van al dan niet incidentele dan wel al dan niet kortdurende, maar wel tijdelijke activiteiten, dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals een feest, kermis, optocht, braderie, wedstrijd of andere bijeenkomst tot ontspanning of vermaak, of een vertoning, voorstelling of herdenking, waarbij het schenken van alcoholische dranken is toegestaan.

1.48 extensieve dagrecreatie

niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.

1.49 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.50 grootschalige detailhandel

detailhandel in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in grootschalige goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;
  • b. tuincentra met een vloeroppervlak van 1500 m² of meer;
  • c. detailhandelsbedrijven met een vloeroppervlak van 1500 m² of meer in meubels, keukens en badkamers, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering;
  • d. bouwmarkten met een vloeroppervlak van 1500 m² of meer;
  • e. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen.
1.51 hoofdgebouw

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.52 horecabedrijf

een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.

1.53 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.54 hoveniersbedrijf

een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.

1.55 huishouden

een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning.

1.56 kantoor

voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.57 kap

een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.

1.58 kas

een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal voor de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.

1.59 kinderboerderij

een voorziening waar ter wille van kinderen dieren worden gehouden.

1.60 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

activiteiten die in een woning of bij de woning behorend bijgebouw door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.

1.61 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, voor activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.

1.62 KNA

Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (zie www.sikb.nl).

1.63 kwekerij

het telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden in de open grond.

1.64 kwetsbare objecten

objecten zoals bedoeld in artikel 1 lid l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.65 landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige

een door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of onafhankelijke commissie van deskundigen op het gebied van landschap en natuur.

1.66 landschapswaarde

de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.

1.67 lessenaarsdak

een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.

1.68 ligplaats

een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om bij verblijf voor korte of langere duur door een woon-, bedrijfs-, recreatie-, of beroepsschip of een schip voor bijzondere of representatieve doeleinden te worden ingenomen.

1.69 maatschappelijke voorzieningen

voorzieningen binnen de gezondheidszorg, jeugdopvang, naschoolse opvang, onderwijs, openbare dienstverlening, praktijkruimte, sportzaal, religie, uitvaartcentrum, verenigingsleven, welzijnsinstelling en met voorgaande functies vergelijkbare voorzieningen.

1.70 manege

een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen, waarbij de te houden evenementen uitsluitend gericht mogen zijn op de hoofdactiviteit van de manege,(te weten, het lesgeven in paardrijden en het houden van paarden en pony's); overige evenementen zijn niet toegestaan.

1.71 molendeskundige

de vereniging De Zeeuwse Molen of de Hollandsche Molen dan wel een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake molens.

1.72 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.

1.73 NEN

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.

1.74 normaal agrarisch gebruik

werkzaamheden in de normale bouw voor t.b.v. de gewasteelten.

1.75 nutsvoorzieningen

voorzieningen voor het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen voor (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.76 ondergeschikte horeca

een horeca-activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit.

1.77 opgraven/ opgraving

de ontsluiting van een vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen.

1.78 ophoging

het blijvend verhogen van het bestaande maaiveld door het aanbrengen van grond of andersoortige materialen. Tijdelijke ophoging tot een maximum van 6 maanden in relatie tot de agrarische bedrijfsvoering wordt niet gezien als een ophoging.

1.79 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.80 paardenbak

een niet overdekt en al dan niet omsloten terrein, voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem, voor het africhten, trainen en berijden van paarden en het anderszins beoefenen van de paardensport.

1.81 peil
  • a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.82 pension

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse

1.83 perceel

een of meerdere aaneengesloten kadastrale percelen behorend bij het hoofdgebouw.

1.84 praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.

1.85 proeftuin

een tuin met diverse soorten beplanting en grassen voor het testen en demonstreren van tuin- en parkmachines.

1.86 professioneel vuurwerk

vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.

1.87 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.

1.88 SBI-code

de code volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 die door overheid en bedrijfsleven wordt gebruikt om in statistieken bedrijven naar hun belangrijkste activiteit in te delen.

1.89 seksinrichting

het bedrijfsmatig - of in omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bied tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.

1.90 slopen

het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.

1.91 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.92 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.

1.93 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.94 Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die van deze regels deel uit maakt.

1.95 supermarkt

een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen.

1.96 teeltondersteunende voorzieningen

stellingen en overkappingsconstructies, permanente tunnels of boogkassen.

1.97 tuincentrum

detailhandel met een al dan niet geheel overdekte verkoopvloeroppervlak waarop artikelen voor de inrichting en het onderhoud van tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen worden aangeboden, waaronder voornamelijk worden verstaan tuinhuisjes, tuingereedschappen en tuinmeststoffen, bouwmaterialen voor de tuin waaronder tuinhuisjes, serres en hobbyschuurtjes, tuinmeubelen en tuinverlichting alsmede daarmee vergelijkbare onderhouds- en inrichtingsmaterialen, en voorts de verkoop van kamerplanten, snijbloemen, plantenbakken, potten en vazen.

1.98 verblijfsrecreatie

het kortdurend recreatief verblijf van één of meerdere personen met overnachting die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij in ieder geval geen sprake is van permanente bewoning.

1.99 verstoring

aantasting van een gebied met archeologische waarden. Dit verschijnsel kan zich voordoen: door erosie, afgraving of egalisatie, door (diepe) bewerking van de bovengrond, door zetting als gevolg van ophoging, door verdroging en verzuring.

1.100 volkstuinen

gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld.

1.101 voorgevel

de naar de weggekeerde gevel van het hoofdgebouw of, indien het een hoofdgebouw betreft met meer dan één naar de weggekeerde gevel de gevel die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.102 voorgevelrooilijn

de denkbeeldige lijn die in het verlengde van de gevel van de voorgevel van het hoofdgebouw loopt.

1.103 vrijstellingsdiepte

de in Bijlage 5 voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.

1.104 waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn voor een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, (hemel)waterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan voorzieningen als duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, ondergrondse bergbezinkbassins en dergelijke.

1.105 Wgh-inrichting

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.106 winkelvloeroppervlakte

de totale in een winkel voorkomende vloeroppervlakte van alle bouwlagen van ruimten welke rechtstreeks toebedeeld en ten dienste staan voor de uitstalling en verkoop van detailhandelsartikelen en voor het publiek zichtbaar en toegankelijk zijn, inclusief de vloeroppervlakte van de etalage, vitrine, toonbank- en kassaruimte (plus de loopruimte voor het personeel daarachter), schappen, paskamers, ruimten voor winkelwagentjes en lege dozen evenals de vloeroppervlakte van entresols (met voor klanten voldoende hoogte).

Hieronder wordt niet begrepen de uitsluitend voor het personeel bedoelde (dienst)ruimten en de ruimten die betrekking hebben op bedrijfskantoor, portiek, ambacht en reparatie activiteiten, opslag, verwerking van bestellingen, magazijn, sanitair, keuken en distributieruimten.

1.107 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.108 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.

1.109 woonwagen

Een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.110 woonzorgcomplex

een of meer bij elkaar behorende gebouwen bedoeld voor de zelfstandige, permanente huisvesting van personen in appartementen, met gemeenschappelijke ruimten en bijbehorende voorzieningen op het gebied van zorg- en dienstverlening, de volksgezondheid, dagbesteding, educatieve doeleinden en daarmee vergelijkbare activiteiten.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand

de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.2 bouwhoogte van een antenne-installatie
  • a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie;
  • b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.3 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.4 breedte, lengte en diepte van een gebouw

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

2.5 dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.6 goothoogte van een bouwwerk
  • a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien zich op een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn of het boeibord van de dakkapel(len) als goothoogte aangemerkt.
  • b. bij een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak dat loopt over de volledige breedte, of diepte van een gebouw, wordt de goot- en/of boeiboordhoogte gemeten op het hoogste snijpunt van het dakvlak met de daaronder gelegen gevel; onder de gevel wordt ook verstaan het hart van de scheidsmuren met een gebouw op een aangrenzend bouwperceel.
2.7 inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.8 oppervlakte van een bouwwerk
  • a. voor bouwwerken met wanden: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  • b. voor bouwwerken zonder wanden (open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken geen gebouwen zijnde): de overdekte grondoppervlakte (gemeten loodrecht onder het dakoppervlak).
2.9 oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.

2.10 relatie

daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.

2.11 vloeroppervlakte

de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Kernrandzone

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Kernrandzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. het behoud van het open karakter van het gebied en het karakter van het gebied als agrarische kernrandzone;
  • c. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', tevens voor een verenigingsgebouw;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens voor het behoud en het herstel van de aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden', tevens voor het behoud en het herstel van de aanwezige natuurwaarden en landschapswaarden;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - semi-agrarisch bedrijf', tevens semi-agrarische bedrijven voor de stalling van machines;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten – veeteelt', is veeteelt uitgesloten;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'paardenfokkerij', tevens een paardenfokkerij;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij', tevens een paardenhouderij;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij', tevens een intensieve veehouderij;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij', tevens voor een neventak van de intensieve veehouderij;
  • n. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen   nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m

schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m
schuren buiten het bouwvlak: 4 m
 
-  
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)',
indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m  
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m
- muren en terrein- afscheidingen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m
- mestverzamelsilo's: 5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:    
1. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' of 'maximum bebouwd oppervlak' anders is aangegeven, met dien verstande dat:
- de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak ten hoogste 2.000 m² mag bedragen.  
niet gemaximeerd  
2. buiten bouwvlak   - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf
- schuren: 100 m² per bedrijf, uitsluitend voor een fruitteeltbedrijf  
 
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:   - van een bedrijfswoning: 1.000 m3   - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m³  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. een intensieve kwekerij en een intensieve veehouderij zijn niet toegestaan, tenzij specifiek aangeduid;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' en 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij' geldt een maximum bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van (neventak) intensieve veehouderij zoals aangeduid;
  • c. fruitteelt binnen een afstand van 50 m van woningen van derden, gronden waarop woningen van derden mogelijk zijn, of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) is niet toegestaan;
  • d. buiten het bouwvlak is de opslag van mest, al dan niet in mestopslagruimten, afgedekt of verpakt niet toegestaan;
  • e. het gebruik van mestopslagruimten voor handelsdoeleinden is niet toegestaan;
  • f. opslag binnen 2 m van een naar de weggekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  • g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • h. sleufsilo's en kuilvoerplaten zijn buiten bouwvlakken slechts toegestaan in directe aansluiting op een bouwvlak tot een oppervlakte van maximaal 2.000 m² per bouwvlak met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m;
  • i. containervelden zijn uitsluitend toelaatbaar in of in aansluiting op bouwvlakken, waarbij de maximale oppervlakte van een containerveld ten hoogste 2 ha bedraagt;
  • j. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling;
  • k. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte.
  • l. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

3.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

3.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Kernrandzone zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten van gronden met fruitbomen.

3.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

3.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies plaatsvindt.

3.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch - Kernrandzone te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  • a. het aantal woningen niet toeneemt;
  • b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 4 Agrarisch - Kwekerij

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een kwekerij;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum' tevens een uitvaart- en rouwcentrum;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - witlofkwekerij', tevens een witlofkwekerij;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - plattelandswoning', uitsluitend 1 plattelandswoning, oorspronkelijk behorende bij het agrarisch bedrijf gevestigd op Kerkdreef 5a te Vogelwaarde;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van wonen – plattelandswoning' en 'bijgebouwen' voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen:
    • 1. de goothoogte bedraagt maximaal 3,3 meter;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 7,3 meter;
    • 3. de oppervlakte bedraagt maximaal 120 m²;
  • b. En tevens geldt:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen   nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m

schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m  
-  
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m  
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m
- muren en terrein- afscheidingen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m
- mestverzamelsilo's: 5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:    
1. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is weergegeven.   niet gemaximeerd  
2. buiten bouwvlak   - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf    
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:   - van een bedrijfswoning: 1.000 m3   - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m³  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. een intensieve kwekerij en een intensieve veehouderij zijn niet toegestaan;
  • b. fruitteelt binnen een afstand van 50 m van woningen van derden, gronden waarop woningen van derden mogelijk zijn, of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) is niet toegestaan;
  • c. buiten het bouwvlak is de opslag van mest, al dan niet in mestopslagruimten, afgedekt of verpakt niet toegestaan;
  • d. opslag binnen 2 m van een naar de weggekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. het gebruik van mestopslagruimten voor handelsdoeleinden is niet toegestaan;
  • g. sleufsilo's en kuilvoerplaten zijn buiten bouwvlakken slechts toegestaan in directe aansluiting op een bouwvlak tot een oppervlakte van maximaal 2.000 m² per bouwvlak met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m;
  • h. containervelden zijn uitsluitend toelaatbaar in of in aansluiting op bouwvlakken, waarbij de maximale oppervlakte van een containerveld ten hoogste 2 ha bedraagt;
  • i. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling;
  • j. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte.
  • k. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

4.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

4.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch - Kwekerij zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten van gronden met fruitbomen.

4.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

4.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies plaatsvindt.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch - Kwekerij te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  • a. het aantal woningen niet toeneemt;
  • b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 5 Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. grondgebonden agrarische bedrijven;
  • b. tevens voor het behoud en het herstel van de aanwezige natuur- en/of landschappelijke- en/of cultuurhistorische waarden;
  • c. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   uitsluitend schuilgelegenheden en melkstallen   nee, met uitzondering van teeltondersteunende voorzieningen en terreinafscheidingen  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m

schuilgelegenheden en melkstallen buiten het bouwvlak: 3 m  
-  
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m  
- teeltondersteunende voorzieningen: 3 m
- muren en terrein- afscheidingen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- silo's, niet zijnde mestverzamelsilo's: 10 m
- mestverzamelsilo's: 5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:    
1. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven, met dien verstande dat:
- de gezamenlijke oppervlakte van kassen per bouwvlak ten hoogste 2.000 m² mag bedragen.  
niet gemaximeerd  
2. buiten bouwvlak   - schuilgelegenheden en melkstallen: 50 m² per bedrijf
- schuren: 100 m² per bedrijf, uitsluitend ten behoeve van een fruitteeltbedrijf  
 
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:   - van een bedrijfswoning: 1.000 m3   - de gezamenlijke inhoud van mestverzamelsilo's per bedrijf: 2.500 m²  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. een intensieve kwekerij en een intensieve veehouderij zijn niet toegestaan;
  • b. fruitteelt binnen een afstand van 50 m van woningen van derden, gronden waarop woningen van derden mogelijk zijn, of terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (minicampings daaronder inbegrepen) is niet toegestaan;
  • c. buiten het bouwvlak is de opslag van mest, al dan niet in mestopslagruimten, afgedekt of verpakt niet toegestaan;
  • d. opslag binnen 2 m van een naar de weggekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • f. het gebruik van mestopslagruimten voor handelsdoeleinden is niet toegestaan;
  • g. sleufsilo's en kuilvoerplaten zijn buiten bouwvlakken slechts toegestaan in directe aansluiting op een bouwvlak tot een oppervlakte van maximaal 2.000 m² per bouwvlak met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m;
  • h. containervelden zijn uitsluitend toelaatbaar in of in aansluiting op bouwvlakken, waarbij de maximale oppervlakte van een containerveld ten hoogste 2 ha bedraagt;
  • i. het gebruik van groeibevorderende of conditionerende belichting, zoals assimilatiebelichting of cyclische belichting in boog- en gaaskassen is niet toegestaan, tenzij de kassen (gevel en dak) aan de binnenzijde volledig zijn afgeschermd tegen horizontale en verticale lichtuitstraling;
  • j. verkoop van zelf voortgebrachte of streekeigen producten als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan tot maximaal 200 m2 vloeroppervlakte.
  • k. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

5.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

5.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten van gronden met fruitbomen.

5.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

5.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor geen onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies plaatsvindt.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  • a. het aantal woningen niet toeneemt;
  • b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. bedrijven tot en met categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie B2': bedrijven tot en met categorie B2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1', tevens bedrijven tot en met categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', tevens bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', tevens bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', tevens bedrijven tot en met categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'tuin', tevens tuinen;
  • i. ter plaatse van de onderstaande aanduidingen: tevens een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd;

aanduiding   bedrijfsactiviteit  
agrarisch loonbedrijf   agrarisch loonbedrijf  
caravanstalling   caravanstalling  
detailhandel   detailhandel  
kantoor   bedrijfsgebonden kantoor  
showroom   bedrijfsgebonden showroom  
specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf   aannemersbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - aardappelhandel   aardappelhandel  
specifieke vorm van bedrijf - autoherstelinrichting en bergingsbedrijf   autoherstelinrichting en bergingsbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - bouw- en renovatiebedrijf van caravans   bouw- en renovatie van caravans  
specifieke vorm van bedrijf - brood en banketbakkerij   brood- en banketbakker  
specifieke vorm van bedrijf - diervoederfabriek   diervoerderfabriek  
specifieke vorm van bedrijf - foeragehandel   foeragehandel  
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in duiven   groothandel in duiven  
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in elektromotoren   groothandel in elektromotoren  
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwmachines met reparatieinrichting   groothandel in landbouwmachinesmet reparatieinrichting met reparatieinrichting  
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in landbouwproducten en levende dieren   groothandel in landbouwproducten en levende dieren  
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines   groothandel in machines  
specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines en apparaten en toebehoren   groothandel in machines, apparaten en toebehoren  
specifieke vorm van bedrijf - hout- en meubelindustrie   hout- en meubelindustrie  
specifieke vorm van bedrijf - landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf   landbouwmechanisatie- en constructiebedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - metaalproducten en metaalconstructie   metaalproducten en metaalconstructie  
specifieke vorm van bedrijf - postorderbedrijf   postorderbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - reparatiebedrijf landbouwmachines en constructiebedrijf   reparatiebedrijf landbouwmachines en constructiebedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf   scheepbouw en -reparatie behorend tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
specifieke vorm van bedrijf - textielbewerkingsinrichting   textielbewerkingsinrichting  
specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats   timmerwerkplaats  
specifieke vorm van bedrijf - veehandelsbedrijf   veehandelsbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - verhuis- en transportbedrijf   verhuis- en transportbedrijf  
specifieke vorm van bedrijf - vlasbedrijf   vlasbedrijf  
specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt   bouwmarkt  
transportbedrijf   transportbedrijf  
verkooppunt motorbrandstoffen met lpg   verkooppunt motorbrandstoffen met lpg  
verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg   verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg  

  • j. ter plaatse van de onderstaande aanduidingen: uitsluitend een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd;

aanduiding   bedrijfsactiviteit  
gemaal   gemaal  
groothandel   groothandel  
specifieke vorm van bedrijf - hoefijzerfabriek   hoefijzerfabriek  
specifieke vorm van bedrijf - statische opslag   statische opslag  
specifieke vorm van bedrijf - proeftuin   proeftuin  
specifieke vorm van bedrijf - provinciaal wegensteunpunt   provinciaal wegensteunpunt  
specifieke vorm van bedrijf - statische opslag   statische opslag  
specifieke vorm van bedrijf - transport- en opslagbedrijf   transport- en opslagbedrijf behorend tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
specifieke vorm van bedrijf - zend-/ ontvangstinstallatie   zend-/ ontvangstinstallatie  

  • k. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', opslag met inachtneming van de volgende regels per adres:

Adres    
's Gravenstraat 276, Clinge   uitsluitend een opslagbedrijf  
's Gravenstraat 287, Clinge   tevens een opslagbedrijf  
Tiberghienweg 2a/'s-Gravenstraat 141, Clinge   uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
Achtereindstraat 33, Graauw   uitsluitend een opslagbedrijf  
Magdalenastraat 18, Heikant   uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
Polenlaan 44, Heikant   tevens opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
Vylainlaan 57a, Heikant   uitsluitend opslagactiviteiten behorend tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
Zoutestraat 30a, Hulst   uitsluitend opslag  
Kerkstraat 24, Vogelwaarde   uitsluitend opslagactiviteiten behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
Walsoordensestraat 14d, Walsoorden   uitsluitend opslagactiviteiten behorende tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
Zeedijk 5, Walsoorden   tevens opslag van goederen, voor zover voorkomend in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  

  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:      
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 3,3 m  
niet van toepassing  
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' , indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van aan- en uitbouwen bij een bedrijfswoning 7,3 m  
- muren en terreinafscheidingen: 2 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping'   uitsluitend een overkapping met een maximum bouwhoogte van 7,3 m    
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. van het bouwperceel   100% tenzij door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald.   niet gemaximeerd  
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:   van een bedrijfswoning: 1.000 m3   niet van toepassing  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Algemeen

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten is niet toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is detailhandel toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' zoals genoemd in lid 6.1 onder i;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a is detailhandel in motorbrandstoffen toegestaan zoals genoemd in lid 6.1 onder i;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • f. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • g. opslag binnen 2 m van een naar de weggekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  • h. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.
  • j. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

6.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

6.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:

6.4.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger dan in lid 6.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 6.1 genoemd.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming Bedrijf te wijzigen naar de bestemming Wonen, met dien verstande:

  • a. het aantal woningen niet toeneemt;
  • b. ter plaatse sprake is van een goed woon- en leefklimaat;
  • c. de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende percelen niet in onevenredige mate worden geschaad.

Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. nutsvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'rioolgemaal', tevens voor een rioolgemaal;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:      
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'   niet van toepassing  
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   - erf- en terreinafscheidingen: 2 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- bouwwerken bij rioolgemaal of waterzuiveringsinstallatie: 4,5 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. van het bouwperceel   100% tenzij door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald.   niet gemaximeerd  
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

7.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag binnen 2 m van een naar de weg gekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan.

Artikel 8 Bedrijventerrein

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de onderstaande aanduidingen: tevens een bedrijfsactiviteit zoals hierna in de tabel genoemd:

aanduiding   bedrijfsactiviteit  
tuincentrum   tuincentrum  
specifieke vorm van bedrijf - bouw- en renovatiebedrijf van caravans   bouw- en renovatiebedrijf van caravans  
specifieke vorm van bedrijf - houtbewerkingsinrichting   houtbewerkingsinrichting  
specifieke vorm van bedrijf - textielbewerkingsinrichting   textielbewerkingsinrichting  
specifieke vorm van bedrijf - zoetwarenfabriek   zoetwarenfabriek  

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouw en en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:      
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,3 m  
niet van toepassing  
2. bouwhoogte   zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 7,3 m  
- muren en terreinafscheidingen: 2 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde : 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. van het bouwperceel   75% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald.   niet gemaximeerd  
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:   van een bedrijfswoning: 1.000 m3   niet van toepassing  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Strijdig gebruik

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichting en zijn niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten is niet toegestaan;
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. Wgh-inrichting en zijn niet toegestaan;
  • e. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
  • f. opslag binnen 2 m van een naar de weggekeerde perceelsgrens is niet toegestaan;
  • g. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan.
  • h. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

8.3.2 Voorwaardelijke verplichting Tiberghienweg 51 Clinge
a Verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke verplichting' geldt voor de bedrijfswoning dat aan de westzijde van de woning een garage dient te worden gebouwd, deze dient in stand te worden gehouden en ook als zodanig te worden gebouwd.

b Toelaatbaarheid

De verplichting in art. 8.3.2 geldt niet indien op een andere wijze is verzekerd dat het akoestisch niveau op de woning voldoet aan wettelijke normen, omliggende bedrijven niet worden gehinderd in hun bedrijfsvoering en een goed woon- en leefklimaat is verzekerd.

8.4 Afwijken van de gebruiksregels
8.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste een categorie hoger dan in lid 8.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 8.1  genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 8.1 genoemd.

8.5 Wijzigingsbevoegdheid
8.5.1 Wijzigingsbevoegdheid voor consumentenvuurwerk

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijventerrein zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, bedraagt ten minste de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.

Artikel 9 Bos

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • a. bosgebied;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige en potentiële natuurwaarden en landschapswaarden;
  • c. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  • d. water;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:   ja, uitsluitend observatieposten    
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:   4 m   - muren en terreinafscheidingen: 2 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:   maximaal 20 m² per gebouw   niet gemaximeerd  
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
9.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Bos zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verhardingen op half- en onverharde paden en wegen;
  • b. het aanleggen van overige verhardingen;
  • c. het planten, verwijderen, kappen of rooien van houtopstanden of andere meerjarige opgaande beplantingen alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • d. het aanleggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van gronden;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het aanleggen van dammen, kades, duikers, vlonders, schoeiingen of aanlegplaatsen voor recreatievaartuigen.

9.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 9.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

9.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:

  • a. niet worden geschaad of;
  • b. niet significant worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien nodig mitigerende en zonodig compenserende maatregelen worden getroffen.

Artikel 10 Centrum

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'   3,3 m   -  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
-  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijken van oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.2 om een groter oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en/of overkappingen toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. per bouwperceel ten hoogste 40% mag worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
  • b. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

10.4.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

10.4.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

10.4.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

10.4.4 Overige activiteiten en functies
  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. seksinrichtingen zijn niet toegestaan;
  • c. Een verkooppunt voor motorbrandstoffen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan.
  • d. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
10.5.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1 onder a, b en c om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 10.1 onder a, b en c genoemd.

10.5.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemening'

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1:

Artikel 11 Detailhandel

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sportschool': tevens een sportschool;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   -  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
-  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

11.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van en detailhandel in meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen is niet toegestaan;
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum vloeroppervlakte' bedraagt de maximum winkelvloeroppervlakte voor een supermarkt niet meer dan op de verbeelding is aangegeven. Voor overige detailhandel (zoals een viswinkel) geldt dit maximum winkelvloeroppervlak niet.

Artikel 12 Dienstverlening

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   -  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot- en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
-  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    
12.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. detailhandel is niet toegestaan.

Artikel 13 Gemengd - 1

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

13.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

13.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

13.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

13.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

13.3.4 Overige activiteiten en functies
  • a. Opslag van en detailhandel in meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
  • b. Een verkooppunt voor motorbrandstoffen is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

13.4 Afwijken van de gebruiksregels
13.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 14 Gemengd - 2

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoor;
  • b. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

14.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

14.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

14.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

14.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

14.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels
14.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

 

Artikel 15 Gemengd - 3

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2', tevens horecabedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', tevens kamerverhuur
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'sportschool', tevens een sportschool;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - café en party- en zalencentrum', tevens een café en party- en zalencentrum;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m);
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

15.3.2 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

15.3.3 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

15.4 Afwijken van de gebruiksregels
15.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 15.1 onder a om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 15.1 onder a genoemd.

15.4.2 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan , indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

 

Artikel 16 Gemengd - 4

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening;
  • c. kantoor;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot- en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

16.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

16.3.1 Overige activiteiten en functies
  • a. Opslag van en detailhandel in meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
  • b. Verkooppunten van motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.

Artikel 17 Gemengd - 5

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. dienstverlening;
  • c. kantoren;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens voor wonen;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja, met dien verstande dat een hoofdgebouw voor wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebouwd.   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven   ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

17.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

17.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

17.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

17.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

17.3.4 Overige activiteiten en functies
  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
17.4 Afwijken van de gebruiksregels
17.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 18 Gemengd - 6

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

18.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

18.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

18.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

18.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

18.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

18.3.4 Overige activiteiten en functies
  • a. Opslag van en detailhandel in meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
  • b. Een verkooppunt voor motorbrandstoffen is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
18.4 Afwijken van de gebruiksregels
18.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 18.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

 

Artikel 19 Gemengd - 7

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 7' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een maximum percentage is aangegeven   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

19.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

19.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

19.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

19.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

19.3.4 Overige activiteiten en functies
  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
19.4 Afwijken van de gebruiksregels
19.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

 

Artikel 20 Gemengd - 8

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

20.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

20.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

20.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

20.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

20.3.4 Overige activiteiten en functies
  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
20.4 Afwijken van de gebruiksregels
20.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 20.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 21 Gemengd - 9

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 9' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja, met dien verstande dat een hoofdgebouw voor wonen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag worden gebouwd.   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

21.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

21.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

21.3.2 Voorwaardelijke verplichting

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 21.1 sub a, b en d opgenomen bestemmingsomschrijving zonder dat 12 parkeerplaatsen op het eigen terrein zijn gerealiseerd.

21.3.3 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

21.3.4 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

21.3.5 Overige activiteiten en functies
  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

21.3.6 Bed&breakfast
  • a. het aantal personen dat tegelijkertijd van de bed&breakfastvoorziening gebruik mag maken, bedraagt maximaal 6;
  • b. de bed&breakfastvoorziening mag niet als zelfstandige wooneenheid functioneren;
  • c. permanente bewoning is niet toegestaan.

 

Artikel 22 Gemengd - 10

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 10' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zorginstellingen, welzijnsinstellingen, gezondheidszorg, jeugd- en kinderopvang en openbare dienstverlening;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 10' tevens bij de in lid a genoemde functies behorende ondergeschikte voorzieningen, zoals kantoor-, activiteits- en behandelruimten;
  • c. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
22.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd 10 geldt dat:
- het aantal zorgappartementen niet meer bedraagt dan 10;
- het aantal wooneenheden, niet zijnde zorgappartementen, niet meer bedraagt dan 11.  
ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven   ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' op de verbeelding is aangegeven   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

22.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

22.3.1 Voorwaardelijke verplichting

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 10' geldt dat bij het oprichten van gebouwen de inrichting van het perceel zodanig dient te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om in ten minste 26 parkeerplaatsen op het perceel te voorzien.

22.3.2 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

22.3.3 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

22.3.4 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

22.3.5 Overige activiteiten en functies
  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten, is niet toegestaan.
  • c. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
22.4 Afwijken van de gebruiksregels
22.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 23 Groen

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', tevens ter behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige cultuurhistorische waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', tevens voor verkeersontsluitingen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden', tevens ter behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige natuurwaarden en landschapswaarden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide', tevens een dierenweide;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein uitgesloten', zijn speelvoorzieningen niet toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals voorwerpen van beeldende kunst of kunstuitingen, gedenktekens, terrassen, speelvoorzieningen, ontmoetingsplaatsen, voet- en fietspaden, toegangswegen, nutsvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
23.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:   uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en nutsvoorzieningen   ja  
1. in afwijking van het bepaalde onder a, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide':   tevens een schuilgelegenheid    
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:   3 m   -  
1. bewegwijzering   -   4,5 m  
2. straatmeubilair   -   3 m  
3. lichtmasten en overige masten   -   10 m  
4. ballenvangers   -   4 m  
5. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde   -   3 m  
6. vrijstaande antennemast   -   15 m  
7. zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie'   -   35 m  
8. muren en terreinafscheidingen   -   1 m  
9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide':   4 m   -  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:   15 m²   -  
1. in afwijking van het bepaalde onder c, ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'   het aangegeven bebouwingspercentage    
2. in afwijking van het bepaalde onder c, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide':   30 m2    

23.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. evenementen zijn toegestaan.

Artikel 24 Horeca

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horecabedrijf tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding horeca tot en met categorie 2, tevens een horecabedrijf tot en met categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - café en party- en zalencentrum', tevens een café en party- en zalencentrum;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - party- en zalencentrum', tevens een party- en zalencentrum;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - paviljoen', uitsluitend een paviljoen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - snackbar', uitsluitend een snackbar;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
24.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang'   er dient een onderdoorgang te worden vrij gehouden ter hoogte van de 1e verdiepingsvloer van de panden Absdaalseweg 1 en Van der Maelstedeweg 2-2a.   -   -  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

24.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

24.4 Afwijken van de gebruiksregels
24.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 24.1 onder a om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 24.1 onder a genoemd.

Artikel 25 Kantoor

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoor;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
25.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee  
c. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte   - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

- goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen: 3,3 m

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 3,3 m  
 
b. bouwhoogte   - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 7,3 m

- voor een aan- en uitbouw bij een bedrijfswoning: 7,3 m  
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel      
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

Artikel 26 Maatschappelijk

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. ondergeschikte detailhandels- en/of horeca-activiteiten ten dienste van maatschappelijke voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens ten hoogste één woning;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
  • f. ter plaatse van de aanduiding ' cultuurhistorische waarden', tevens voor het behoud van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dienstwoning', tevens een dienstwoning;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenkliniek', tevens een dierenkliniek;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - klooster', tevens een klooster;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling', tevens een lokale, regionale of bovenregionale verzorgingsinstelling voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap, met bijbehorende voorzieningen, zoals ruimten voor dagbesteding, educatieve doeleinden en vergelijkbare activiteiten;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en dagrecreatieve voorzieningen', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen, een kleinschalig kampeerterrein en voor zelfstandige huisvesting van personen, waaronder cliënten van de verzorgingsinstelling;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor zelfstandige huisvesting van personen, waaronder cliënten van de verzorgingsinstelling;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en kinderboerderij', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor een kinderboerderij;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling, wonen en kantoor', tevens de onder i genoemde verzorgingsinstelling alsmede voor zelfstandige huisvesting van cliënten, kantoor en bedrijfsruimten van de onder i genoemde verzorgingsinstelling;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein uitgesloten' is een speelterrein uitgesloten;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld', tevens een sportveld;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  • r. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
26.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
3. buiten het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   ja   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   - binnen het bouwvlak: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'

goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen: 3,3 m

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 3,3 m  
 
2. bouwhoogte   - binnen het bouwvlak: zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte

- ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen': 6 m

- voor een aan- en uitbouw bij een bedrijfswoning: 7,3 m  
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 60 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. binnen een bouwvlak   - 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduidingen 'maximum bebouwingspercentage' of 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' anders is bepaald, met dien verstande dat ten hoogste 60 m2 aan bijgebouwen per bedrijfswoning is toegestaan   -niet gemaximeerd
- ter plaatse van de aanduiding 'minimum oppervlakte speelterrein (m2)' geldt de aangegeven minimale oppervlakte.  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel      
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   40% tot ten hoogste 60 m2   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   ten hoogste 90 m².   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   ten hoogste 120 m².   niet gemaximeerd  
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:   van een bedrijfswoning: 1.000 m3    
e. de afstand voorste perceelsgrens   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen' niet minder dan 5 m;   -  
f. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

26.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling, wonen en kantoor' zijn maximaal 72 eenheden voor huisvesting van cliënten van de zorginstelling toegestaan;'
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling en wonen' bedraagt het gezamenlijk aantal woningen niet meer dan 26;
  • c. per eenheid als bedoeld onder a dient minimaal 0,6 parkeerplaats binnen de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - verzorginstelling, wonen en kantoor' aanwezig te zijn;
  • d. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van de verkoop van producten die in het kader van dagbesteding door cliënten van de onder artikel 26.1 onder i genoemde verzorgingsinstelling zelf zijn vervaardigd;
  • e. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenkliniek' zijn tevens logies voor werknemers ten dienste van de bedrijfsvoering, niet zijnde permanent verblijf, toegestaan.

Artikel 27 Molen

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding en / of herstel van de aanwezige molen en zijn cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

27.2 Bouwregels
27.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen voor de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

27.2.2 Bestaande maatvoering

Voor het bouwen geldt de volgende bepaling:

  • a. de goothoogte, de bouwhoogte, het grondoppervlak en de dakhelling van de molen mogen ten hoogste gelijk zijn aan de goothoogte, de bouwhoogte, het grondoppervlak en de dakhelling zoals deze aanwezig zijn op de dag van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

Artikel 28 Natuur

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van aanwezige en potentiële natuurwaarden en landschapswaarden;
  • b. met daaraan ondergeschikt:
    • 1. Extensieve dagrecreatie;
    • 2. Natuurbeheer;
    • 3. Bruggen en paden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - estuarium', tevens ter bescherming, behoud, herstel en ontwikkeling van het aanwezige estuarium;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals ondergrondse faunapassages en de daarbij behorende voorzieningen, bermen en bermsloten, duikers, groen- en speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
28.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:   nee   ja, mits geen onevenredige schade wordt toegebracht aan de waarden van het natuurgebied  
b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:   -   - muren en terreinafscheidingen: 2 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:   -   niet gemaximeerd  

28.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
28.3.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Natuur zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verhardingen op half- en onverharde paden en wegen;
  • b. het aanleggen van overige verhardingen;
  • c. het planten, verwijderen, kappen of rooien van houtopstanden of andere meerjarige opgaande beplantingen alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • d. het aanleggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van gronden;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het aanleggen van dammen, kades, duikers, vlonders, schoeiingen of aanlegplaatsen voor recreatievaartuigen.

28.3.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 28.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

28.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 28.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:

  • a. niet worden geschaad of;
  • b. niet significant worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien nodig mitigerende en zonodig compenserende maatregelen worden getroffen.

Artikel 29 Recreatie - Dagrecreatie

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatieve doeleinden, in de vorm van:

  • a. dagrecreatie;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad', uitsluitend voor een zwembad met bijbehorend beheerscomplex inclusief maximaal één bedrijfswoning, met daaraan ondergeschikt horeca van categorie 1 alsmede zalenverhuur;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens ten hoogste één bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2': tevens horecabedrijven behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'manege', uitsluitend een manege, met bijbehorende en ondergeschikte horeca-activiteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - paardenbak': tevens een paardenbak;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - short golf en driving range': tevens een short golf en driving range;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zwembad': tevens een zwembad met bijbehorende ondergeschikte horeca;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': tevens landschapswaarden in de vorm van een open landschap;
  • j. ter plaatste van de aanduiding 'speelterrein', uitsluitend een speelterrein;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', uitsluitend een volkstuin;
  • l. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
29.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
3. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'   ja   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte(m)'    
2. bouwhoogte   zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'
Indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte.
ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': 3 m.  
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. binnen een bouwvlak   Niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage van het aanduidingsvlak, of
niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangegeven oppervlak.  
niet gemaximeerd  
2. voor bedrijfswoningen met bijbehorende aan- en uitbouwen   De bewoonbare vloeroppervlakte 225 m2    
3. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'   8 m2 per volkstuin    
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:      
1. voor bedrijfswoningen met bijbehorende aan- en uitbouwen   750 m3    
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

29.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'manege':
    • 1. zijn uitsluitend horeca uit categorie 1a of 2 van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan;
    • 2. bedraagt het vloeroppervlak met inbegrip van daartoe behorende opslag en overige ruimte ten aanzien van horeca-activiteiten ten hoogste 400 m².
  • b. ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van recreatie - short golf en driving range:
    • 1. is het gebruik van de gronden als dierenweide voor kleinvee toegestaan;
    • 2. bedraagt het maximum toegelaten oppervlakte ten behoeve van detailhandel 40 m2 .

Artikel 30 Recreatie - Jachthaven

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een jacht- en passantenhaven met ten hoogste het huidige aantal aanleg- en ligplaatsen;
  • b. opslagruimten voor de watersport en voor havenafval;
  • c. bijbehorende dagrecreatieve en watersportrecreatieve voorzieningen, watersportverenigingen, aan watersportgebonden detailhandel en aanverwante dienstverlening;
  • d. een kantoor voor het beheer van de haven en voor (overheids)voorzieningen inzake openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen functies;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
30.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. de breedte van een aanlegsteiger bedraagt ten hoogste 2 m;

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
b. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
c. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'    
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
d. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. binnen een bouwvlak   100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald   niet gemaximeerd  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    
30.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. ligplaatsen zijn uitsluitend toegestaan tegen een aanlegsteiger;
  • b. het aantal aanleg- en ligplaatsen bedraagt ten hoogste het aantal ligplaatsen ten tijde van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • c. het gebruik als ligplaats voor een woonschip is niet toegestaan;
  • d. ondergeschikte horeca tot en met categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten is toegestaan.

Artikel 31 Sport

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvelden, sporthallen en zwembaden met het daarbijbehorende verenigingsleven;
  • b. ondersteunende horeca-voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardensport', uitsluitend voor paardensport;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal', uitsluitend een sporthal;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', uitsluitend verenigingsleven;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': tevens een zend-/ontvangstinstallatie;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
31.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:  
1. binnen het bouwvlak   ja   ja  
2. buiten het bouwvlak   nee   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'    
2. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 15 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie': 40 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schietboom': 30 m;  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
1. binnen een bouwvlak   - 100% tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is bepaald   niet gemaximeerd  
d. de inhoud bedraagt niet meer dan:  
1. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum volume (m3)' anders is bepaald.   niet gemaximeerd  
e. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

Artikel 32 Tuin

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden of elders gelegen hoofdgebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' tevens voor het behoud en / of herstel van de aanwezige landschappelijke waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' tevens voor waterberging.
32.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:   ten hoogste 1 gebouw   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:      
1. muren en terreinafscheidingen     2 m  
2. lichtmasten en overige masten     10 m  
3. overige bouwwerken   3 m   3 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:   6 m²   -  
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

32.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
32.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verhardingen op half- en onverharde paden en wegen;
  • b. het aanleggen van overige verhardingen;
  • c. het planten, verwijderen, kappen of rooien van houtopstanden of andere meerjarige opgaande beplantingen alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • d. het aanleggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van gronden;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het aanleggen van dammen, kades, duikers, vlonders, schoeiingen of aanlegplaatsen voor recreatievaartuigen.

32.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 32.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

32.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 32.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:

  • a. niet worden geschaad of;
  • b. niet significant worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien nodig mitigerende en zonodig compenserende maatregelen worden getroffen.

Artikel 33 Verkeer

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
  • b. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'camperplaats', tevens camperplaatsen;
  • d. ter plaatste van de aanduiding 'fietsenstalling', tevens voor een fietsenstalling;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied', uitsluitend voor een verblijfsgebied;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals niet-permanente vent- en standplaatsen voor ambulante handel, reclame-uitingen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, voorwerpen van beeldende kunst of kunstuitingen, gedenktekens, terrassen, speelvoorzieningen, ontmoetingsplaatsen, voet- en fietspaden, toegangswegen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
33.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:   uitsluitend voor ontmoetingsplaatsen en voor nutsvoorzieningen   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:   zie aanduiding 'maximum bouwhoogte'; en anders 3 m   -  
1. bewegwijzering   -   4,5 m  
2. straatmeubilair   -   3 m  
3. lichtmasten en overige masten   -   10 m  
4. overig bouwwerk, geen gebouw zijnde   -   3 m  
5. vrijstaande antennemast   -   15 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:   15 m²   -  
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   -  

33.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. evenementen zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding camperplaatsen, bedraagt het aantal camperplaatsen ten hoogste het ter plaatse aangeduide aantal.

Artikel 34 Verkeer - Garages en bergplaatsen

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Garages en bergplaatsen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. garages en bergplaatsen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

34.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  gebouwen en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
a. op deze gronden mag worden gebouwd:   ja   ja  
b. de hoogte bedraagt niet meer dan:      
1. goothoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' o f 'maximum goothoogte'   niet van toepassing  
2. bouwhoogte   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'of 'maximum bouwhoogte', indien geen bouwhoogte is aangegeven 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   2 m  
c. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:      
1. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd    
d. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°    

34.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. de berging van voor handel en distributie bestemde goederen is niet toegestaan.

Artikel 35 Water

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. ondergeschikt groen;
  • d. bruggen voor verkeer;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'brug', tevens bruggen voor verkeer.
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone', tevens voor het behoud en/of herstel en/of herstel en/of ontwikkeling van aanwezige en potentiële landschappelijke, cultuurhistorische en natuurwaarden.
35.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers mogen worden gebouwd.
35.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van het water voor een ligplaats voor een woonschip is niet toegestaan.
35.4 Nadere eisen
35.4.1 Omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag is in het belang van de waterhuishouding en het waterbeheer bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de omvang en situering van aanlegsteigers.

35.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
35.5.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van verhardingen op half- en onverharde paden en wegen;
  • b. het aanleggen van overige verhardingen;
  • c. het planten, verwijderen, kappen of rooien van houtopstanden of andere meerjarige opgaande beplantingen alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • d. het aanleggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en ophogen van gronden;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • g. het aanleggen van dammen, kades, duikers, vlonders, schoeiingen of aanlegplaatsen voor recreatievaartuigen.

35.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 35.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

35.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 35.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur-, landschapswaarden:

  • a. niet worden geschaad of;
  • b. niet significant worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien nodig mitigerende en zonodig compenserende maatregelen worden getroffen.

Artikel 36 Wonen

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'atelier', tevens een atelier met bijbehorende ondergeschikte detailhandel;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', tevens voor opslag van graafmachines;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', tevens voor detailhandel, dienstverlening, horeca uit categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten, kantoren, maatschappelijke voorzieningen en sport;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd - 2', tevens kantoren en ten hoogste 110 m² bedrijfsopslag behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat kantoren en bedrijfsopslag uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens voor dienstverlening;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - klooster', uitsluitend de huisvesting van een kloostergemeenschap met bijhorende gebedsruimten en andere voorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ruitersportartikelen', tevens voor detailhandel in ruitersportartikelen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte', tevens een praktijkruimte, uitsluitend op de begane grond;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - taxibedrijf', tevens een taxibedrijf;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - kunstgalerie', tevens een kunstgalerie met bijbehorende ondergeschikte detailhandel;
  • m. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel - schildersbedrijf', tevens een schildersbedrijf met bijbehorende detailhandel;
  • n. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel - vuurwerk', tevens voor detailhandel in vuurwerk;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - dierenarts', tevens een dierenarts;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - paardentraining', tevens voor paardentraining;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur', tevens voor kamerverhuur;
  • r. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vervaardiging en groothandelsverkoop betonnen beelden', tevens voor het vervaardigen en groothandelsverkoop van betonnen beelden;
  • s. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', tevens een zend- en ontvangstinstallatie;
  • t. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
36.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: aaneengebouwd, geschakeld, vrijstaand;
  • b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – 1': bebouwing voor bewoning is niet toegestaan;
  • d. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of
'maximum goot-, bouwhoogte (m), maximum bebouwingspercenta ge'  
voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot- en bouw hoogte (m)';
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   - zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
- en anders: 7,3 m  
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding zend-/ontvangstinstallatie: 60m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven   niet gemaximeerd tenzij op de verbeelding door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

36.2.1 Voorwaardelijke verplichting – bouwen
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' mag het perceel Sint Janstraat 8a pas worden gebouwd wanneer er een waterberging met een inhoud van minimaal 21 m³ wordt gerealiseerd en deze duurzaam in stand wordt gehouden. De waterberging dient gerealiseerd te worden ter plaatse van het achterste gedeelte van het perceel Sint Janstraat 8a.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voorwaardelijke verplichting 2' alsmede het bijbehorende bouwperceel wordt tot een met de bestemming strijdig gebruik in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken, bedoeld in artikel 36.1, zonder de aanleg en instandhouding van voldoende waterberging conform de formule (oppervlakte totale verharding * 0,075).
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voorwaardelijke verplichting 3' mag slechts worden gebouwd indien:
    • 1. aangetoond is dat het hemelwater op het perceel Sint Janstraat 6 te Kapellebrug naar de aanwezige natuurlijke vijver wordt afgevoerd, of een vergelijkbare waterberging met infiltratie op eigen terrein wordt gerealiseerd en duurzaam in stand wordt gehouden;
    • 2. na sloop van de bestaande bebouwing op het perceel Sint Janstraat 6 te Kapellebrug er tenminste vier inpandige vleermuisvoorzieningen in de nieuw op te richten bebouwing worden gerealiseerd en duurzaam in stand worden gehouden.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voorwaardelijke verplichting 4' mag een nieuw hoofdgebouw (woning) pas worden opgericht nadat de bebouwing binnen de bestemmingen 'Agrarisch' aan de Zandbergsestraat 14 te Graauw en Zeildijk 81 te Hulst, welke onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan 'Ruimte voor ruimte, Zeildijk 81 Hulst en Zandbergsestraat 14 Graauw' (vastgesteld op 27 juni 2019), is gesloopt.
36.3 Specifieke gebruiksregels
36.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

36.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

36.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

36.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

36.3.5 Vylainlaan 38 Heikant

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - Vylainlaan 38' gelden de onderstaande aanvullende regels:

  • a. Binnen de contouren van de sterke verontreinigingen -zoals vastgelegd in de rapportage van het Nader bodemonderzoek (fase I, II en III), Vylainlaan 38 Heikant, Colsen b.v. 3 maart 2021- is het niet toegestaan om werkzaamheden in de bodem te verrichten zonder uitdrukkelijke toestemming van de gemeente;
  • b. In geval van een voorgenomen ontwikkeling van de locatie dient met betrekking tot de aanwezige sterke verontreinigingen een recent bodemonderzoek ter beoordeling worden voorgelegd. Dit onderzoek dient inzicht te geven in de omvang van de verontreinigingen in de bodem als ook in de maatregelen die genomen moeten worden om de voorgenomen ontwikkeling dan mogelijk te maken ter voorkomen van gebruiksrisico's;
  • c. Wijzigingen van bestaand gebruik van de locatie dienen vooraf te worden gemeld bij de gemeente;
  • d. Het onttrekken van grondwater op de locatie is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke instemming van de gemeente;
  • e. Uiterlijk binnen 5 jaar na de vaststelling van het bestemmingsplan of eerder zodra het bevoegd gezag hiertoe aanleiding ziet, overlegt de eigenaar ter beoordeling van het bevoegd gezag een onderzoeksrapport waarin de volledige omvang van de verontreiniging in de bodem is vastgelegd.
36.4 Afwijken van de gebruiksregels
36.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 36.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 37 Wonen - Aaneen of geschakeld

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Aaneen of geschakeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' tevens voor gestapelde woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', tevens bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
37.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. woningen worden - al dan niet via aan- en uitbouwen - geschakeld, danwel met ten minste twee aaneen gebouwd;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen gestapelde woningen worden gerealiseerd;
  • c. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'   voor een aan- en   uitbouw en een bijgebouw: zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

37.3 Specifieke gebruiksregels
37.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

37.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

37.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

37.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

37.4 Afwijken van de gebruiksregels
37.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 37.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 38 Wonen - Bungalowpark

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Bungalowpark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning', tevens een recreatiewoning;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
38.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand;
  • b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • c. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot- en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   per bouwperceel ten hoogste 35% met een maximum van 100 m²;   per bouwperceel ten hoogste 35% met een maximum van 100 m²;   niet gemaximeerd  
b. buiten bouwvlak   0 m²   0 m²   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

38.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

38.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

38.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

38.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

38.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

38.4 Afwijken van de gebruiksregels
38.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 38.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 39 Wonen - Gestapeld

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Gestapeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', tevens dienstverlening op de begane grond met een maximum oppervlak van 25 m²;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
39.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: grondgebonden en gestapeld;
  • b. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte, maximum bouwhoogte (m)'   voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

39.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

39.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

39.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

39.3.3 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

39.4 Afwijken van de gebruiksregels
39.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 39.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 40 Wonen - Twee-aaneen

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Twee-aaneen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - chemische wasserette', tevens een chemische wasserette;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
40.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: twee-aaneengebouwd, geschakeld, vrijstaand;
  • b. bij twee-aaneengebouwde en geschakelde woningen:
    • 1. mogen binnen een afstand van 3 meter langs één van de zijdelingse perceelsgrenzen gebouwen en overkappingen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van 3 meter achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak;
    • 2. mag de maximum goothoogte van gebouwen en overkappingen binnen de zone als bedoeld onder 1 niet meer bedragen dan 3,3 meter;
    • 3. mag de maximum bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de zone als bedoeld onder 1 niet meer bedragen dan 7,3 m;
  • c. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • d. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'   voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)';
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

40.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

40.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

40.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

40.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

40.3.4 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik van de gronden met de bestemming ‘Wonen’ ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' is uitsluitend toegestaan indien er ook in de nieuwe situatie vijf openbare parkeerplaatsen aan de zuidzijde van de Hulsterloostraat beschikbaar zijn én indien er twee parkeerplaatsen op eigen terrein worden toegevoegd en duurzaam in stand worden gehouden.

40.3.5 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

40.4 Afwijken van de gebruiksregels
40.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 40.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 41 Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

41.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: twee-aaneen of vrijstaand;
  • b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • c. de afstand van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 meter;
  • d. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'   voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot - en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

41.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

41.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

41.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

41.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

41.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

41.4 Afwijken van de gebruiksregels
41.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 41.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 42 Wonen - Voorzieningen

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Voorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woonzorgcomplex;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
42.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak
 
nee   nee   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. bouwhoogte   4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   het door middel van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. buiten een bouwvlak   0 m2   0 m2   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    
42.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

42.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

42.3.2 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

42.3.3 Huisvesting arbeidsmigranten

Huisvesting van arbeidsmigranten is niet toegestaan.

Artikel 43 Wonen - Vrijstaand

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kinderdagverblijf', tevens een kinderdagverblijf;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, nutsvoorzieningen, toegangswegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
43.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand;
  • b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • c. de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub c, geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2,5 m' een afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens van ten minste 2,5 m;
  • e. de afstand van aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt ten minste 3 meter;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' bedraagt de maximum inhoud van het hoofdgebouw niet meer dan op de verbeelding is aangeduid;
  • g. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
c. buiten het bouwvlak
ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'  
nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'   voor een aan- en uitbouw en een bijgebouw : zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'

Voor een overkapping: 3,3 m  
niet van toepassing  
b. goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'   niet van toepassing   - zie aanduiding 'maximum goot- en bouw hoogte (m)'
- en anders: 3,3 m  
niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   - zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'
- en anders: 7,3 m  
- muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd   niet gemaximeerd  
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' per bouwperceel        
b1. perceel kleiner dan 1.000 m²   0 m2   40% tot ten hoogste 60 m² , tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b2. perceel groter of gelijk aan 1.000 m²   0 m2   ten hoogste 90 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
b3. perceel groter of gelijk aan 2.500 m²   0 m2   ten hoogste 120 m², tenzij op de verbeelding anders is aangeduid.   niet gemaximeerd  
c. in afwijking van het bepaalde onder a, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - Heikant Julianastraat'   30% van het bouwperceel met een maximum van 290 m2    
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

43.2.1 Voorwaardelijke verplichting - bouwen & bewoning
  • a. ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone – voorwaardelijke verplichting’ mag pas worden gebouwd als:
    • 1. de woning op perceel aan de Achtereindstraat 15 te Graauw is gesloopt.
    • 2. een nestkast, in de vorm van een geschikt dagverblijf voor een steenuil, is opgehangen.
    • 3. de nestkast duurzaam in stand wordt gehouden
    • 4. tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en in het gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken, bedoeld in artikel 43.2, zonder de aanleg en instandhouding van een extra waterberging in het achtererfgebied in de vorm van een vijver met overloop naar naastgelegen watergang conform de formule (opp. woning + opp. verharding x 0,075). De oppervlakte van de woning en verharding dient kenbaar te worden gemaakt in de bouwaanvraag.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' mag ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’ uitsluitend worden gebouwd indien tijdens én na de bouw in één van de bijgebouwen een degelijke nestkast geschikt voor een kerkuil wordt opgehangen. Deze dient tevens duurzaam in stand te worden gehouden.
  • c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – voorwaardelijke verplichting 5' :
    • 1. Een hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd indien op hetzelfde bouwperceel ten minste een waterberging met een open verbinding naar een naastgelegen watergang is gerealiseerd met een minimale omvang van 0,075 meter maal de te verharden oppervlakte aan woning, bouwwerken en verhard terrein. De benodigde waterbergingsoppervlakte wordt bepaald door de waterbergingshoogte in het betreffende peilgebied. De oppervlakte van de woning en verharding dient kenbaar te worden gemaakt in de bouwaanvraag. De aan te leggen waterberging kan ook gerealiseerd worden door het maken van een solitaire waterberging op het bouwperceel die door middel van infiltratie via de bodem en het grondwater afvoert. De minimale omvang bedraagt dan 0,147 meter maal de te verharden oppervlakte aan woning, bouwwerken en verhard terrein. De voorziene uitvoering van de waterberging dient vooraf nader te worden afgestemd met het Waterschap Scheldestromen;
    • 2. Een hoofdgebouw mag niet eerder worden gebouwd dan op het perceel Heuvelstraat 1 te Heikant, tenminste 500 m2 aan bedrijfsbebouwing is gesloopt.
43.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

43.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

43.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

43.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

43.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

43.4 Afwijken van de gebruiksregels
43.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 43.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 44 Wonen - Vrijstaand 2

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Vrijstaand 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

44.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand;
  • b. uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan;
  • c. de afstand van gebouwen bedraagt:
    • 1. tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 7 m;
    • 2. tot de achterste perceelsgrenzen minimaal 7 m;
    • 3. tot de voorste perceelsgrenzen minimaal 10 m;
  • d. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
  ja   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)'   3,3 m   niet van toepassing  
b. bouwhoogte   zie aanduiding en 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
  350 m² inclusief aan en uitbouwen   175 m²   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag de hoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 1,5 m bedragen onder de voorwaarde dat sprake is van een doorzichtig hekwerk;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder d mag ter plaatse van de in- en uitrit tot het bouwperceel een spijlenhek met penanten worden opgericht met een maximale hoogte van 1,7 m.
44.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

44.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

44.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

44.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

44.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

44.4 Afwijken van de gebruiksregels
44.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 44.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 45 Wonen - Woonwagens

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagens' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

45.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend standplaatsen voor woonwagens worden gerealiseerd;
  • b. woonwagens mogen uitsluitend vrijstaand worden gebouwd;
  • c. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw en overkappingen   bouwwerk, geen gebouw zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
2. de goothoogte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen het bouwvlak   - zie aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'
of 'maximum goothoogte (m)'  
3,3 m   niet van toepassing  
3. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen het bouwvlak   zie aanduiding en   maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' of 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte   - zie aanduidingen 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte.   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- vrijstaande antennemasten: 10 m;
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
4. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:  
a. binnen een bouwvlak   per bouwperceel geldt een bebouwingspercentage van 75% voor hoofdgebouw en aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen   per bouwperceel geldt een bebouwingspercentage van 75% voor hoofdgebouw en aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan:   85°   85°    

45.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

45.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

45.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

45.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

45.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

Artikel 46 Woongebied

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' uitsluitend gestapelde woningen;
  • c. wegen, parkeervoorzieningen, waterlopen, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
46.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan: vrijstaand, twee-aaneen, drie-aaneen en geschakelde woningen;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' mogen gestapelde woningen worden gerealiseerd;
  • c. de afstand van vrijstaande woningen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • d. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   ja   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte binnen het bouwvlak   zie aanduiding 'maximum goothoogte (m)', met dien verstande dat de goothoogte van een hoofdgebouw dat wordt afgedekt door een asymmetrische dakvorm aan één gevelzijde maximaal 10,00 m mag bedragen.   3,3 m   niet van toepassing  
c. bouwhoogte   zie aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', indien geen bouwhoogte is aangegeven: 4 m hoger dan de aangegeven goothoogte.   7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan  
  50%   50%   niet gemaximeerd  
4. de dakhelling bedraagt niet meer dan  
  45°
ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' is de dakhelling maximaal  
85°   niet gemaximeerd  
  • e. er mag maximaal één bouwblok van drie-aaneen gebouwde woningen worden gebouwd;
  • f. de afstand van de voorgevel van een hoofdgebouw tot de voorste perceelgrens dient minimaal 3 m te bedragen;
  • g. voor vrijstaande woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen minimaal 3 m te bedragen, met dien verstande dat indien binnen een afstand van 3,00 m tot één van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofgebouw mag worden gebouwd;
  • h. voor twee- aaneen gebouwde woningen en geschakelde woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens aan één zijde minimaal 3,00 m te bedragen, met dien verstande dat indien aan één zijnde een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden;
  • i. voor drie- aaneen gebouwde woningen dient de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen aan weerszijden minimaal 3,00 m te bedragen, met dien verstande dat indien binnen een afstand van 3,00 m tot de zijdelingse bouwperceelsgrenzen aan weerszijden van het bouwblok een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping op een afstand van minimaal 3,00 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag worden gebouwd;
  • j. de onderlinge afstand van vrijstaande gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient minimaal 1,00 m te bedragen.
46.3 Specifieke gebruiksregels

46.3.1 Bewoning bijgebouw

Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.

46.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

46.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

46.3.4 Overige activiteiten en functies

Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

46.4 Afwijken van de gebruiksregels
46.4.1 Afwijken voor logies en ontbijt (bed&breakfast)

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 46.1 en ter plaatse van een woning logies en ontbijt toestaan, indien:

  • a. het hoofdgebouw, indien het hoofdgebouw heeft een minimale inhoud van 500 m³, of
  • b. aan- en/of bijgebouwen indien deze een minimale oppervlakte hebben van 75 m²;

met inachtneming van de volgende regels:

  • c. bed&breakfast is toegestaan mits de hoofdfunctie van de woning gehandhaafd blijft;
  • d. de exploitant ook hoofdbewoner is van de woning;
  • e. de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het perceel, het pand of complex dienen behouden te blijven;
  • f. de voorziening mag door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning;
  • g. bed&breakfast mag gelijktijdig aan maximaal 6 personen worden aangeboden;
  • h. parkeren dient plaats te vinden op eigen terrein, tenzij op en/of langs de openbare weg in de huidige situatie voldoende parkeergelegenheid op loopafstand aanwezig is;
  • i. de bed&breakfast mag niet leiden tot onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat en de gebruiksfuncties van naastgelegen percelen.

Artikel 47 Woongebied - 2

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning daaronder begrepen de uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangs- en achterpaden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
47.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. als woningtypen zijn toegestaan:
    • 1. uitsluitend grondgebonden woningen;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': uitsluitend vrijstaand;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd uitgesloten': uitsluitend grondgebonden woningen met uitzondering van aaneengebouwde woningen;
  • b. de voorgevel(lijn) van hoofdgebouwen dient in of op een afstand van maximaal drie meter van de grens van het bouwvlak die min of meer evenwijdig aan de voorste perceelsgrens loopt, te worden gebouwd;
  • c. de diepte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 12 meter;
  • d. de afstand van hoofdgebouwen bedraagt:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': tot de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 3 meter;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd uitgesloten': tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 3 meter;
  • e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd op een afstand van minimaal 1 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw op hetzelfde bouwperceel;
  • f. en tevens geldt:

  hoofdgebouw   aan- en uitbouw, bijgebouw, overkapping   bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen overkapping zijnde  
1. op deze gronden mag worden gebouwd:  
a. binnen het bouwvlak   ja   ja   ja  
b. buiten het bouwvlak   nee   nee   ja  
2. de hoogte bedraagt niet meer dan:  
a. goothoogte   zie aanduiding
'maximum
goothoogte (m)'  
3,3 m   niet van toepassing  
b. bouwhoogte   zie aanduiding
'maximum
bouwhoogte (m)'  
7,3 m   - muren en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 2 m;
- muren en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van hoofdgebouwen: 1 m;
- lichtmasten en overige masten: 10 m
- overig bouwwerk, geen gebouw zijnde: 3 m  
3. de oppervlakte bedraagt niet meer dan:   niet gemaximeerd   perceel kleiner dan 1.000 m²: 40% tot ten hoogste 60 m²

perceel groter of gelijk aan 1.000 m²: ten hoogste 90 m².

perceel groter of gelijk aan 2.500 m²: ten hoogste 120 m².  
niet gemaximeerd  
47.3 Specifieke gebruiksregels
47.3.1 Algemeen
  • a. Een woning mag niet door meer dan één huishouden worden gebruikt.
  • b. Het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als woonruimte is niet toegestaan.
  • c. Per woning dient minimaal één parkeerplaats op eigen terrein te worden gerealiseerd.
  • d. Paardenbakken, met uitzondering van paardenbakken die voor tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig zijn, zijn niet toegestaan.

47.3.2 Uitoefening aan-huis-gebonden-beroepen

Uitoefening van aan-huis-gebonden-beroepen is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw , met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroepsmatige activiteiten.

47.3.3 Uitoefening kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan in een woning en in een aan- en uitbouw of bijgebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving;
  • b. de vloeroppervlakte voor deze andere activiteiten bedraagt in totaal ten hoogste 25 m²;
  • c. het beroep of de activiteit dient door de bewoner te worden uitgeoefend;
  • d. het betreft een activiteit zoals genoemd in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten of is naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen;
  • e. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • f. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten, tenzij in de Staat van Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten anders is bepaald.

Artikel 48 Leiding - Gas

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding.

48.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen voor de in lid 48.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
48.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) (lid 48.2 onder b) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

48.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de gasleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

48.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
48.5.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen of rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

48.5.2 Uitzonderingsregel

Het verbod van lid 48.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 48.3 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

48.5.3 Voorwaarden

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 48.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant.

Artikel 49 Leiding - Riool

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een rioolwaterleiding.

49.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen voor de in lid 49.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
49.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 49.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.

49.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de rioolwaterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

49.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
49.5.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Riool zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

49.5.2 Uitzonderingsregel

Het verbod van lid 49.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 49.3 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

49.5.3 Voorwaarden

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 49.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.

Artikel 50 Leiding - Water

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.

50.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen voor de in lid 50.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
50.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 50.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet wordt geschaad.

50.4 Specifieke gebruiksregels

Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen voor inspectie en onderhoud van de waterleiding, is niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de leidingbeheerder.

50.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
50.5.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Water zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen en rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

50.5.2 Uitzonderingsregel

Het verbod van lid 50.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 50.3 bedoeld;
  • b. normaal onderhoud en beheer ten aanzien van de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en) betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

50.5.3 Voorwaarden

De werken en werkzaamheden, zoals in lid 50.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.

Artikel 51 Waarde - Aardkunde 1

51.1 Bestemmingsomschrijving

51.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Aardkunde 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de landschappelijke en aardkundige waarden van de gronden.

51.2 Bouwregels
51.2.1 Bouwwerken ten behoeve van deze bestemming
  • a. op de in artikel 51.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van deze dubbelbestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen, zijnde bedraagt maximaal 3,50 m.

51.2.2 Andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere voor deze gronden geldende bestemming(en)
  • a. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag worden gebouwd, tenzij de grond- of graafwerkzaamheden dieper gaan dan het maaiveld;
  • b. het bepaalde onder artikel 51.2.2 sub a is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.

51.3 Afwijken van de bouwregels
51.3.1 Algemene afwijking

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 51.2.2 sub a ten behoeve van het bouwen in een plangebied, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen aardkundige waarden aanwezig zijn of dat de aardkundige waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.

51.3.2 Voorwaarden

Indien uit het onder artikel 51.3.1 genoemde rapport blijkt dat de aardkundige waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor aardkundige waarden kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van aardkundig onderzoek;
  • c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot verstoring van de aardkundige waarden, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van aardkunde die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

51.3.3 Advies

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 51.3.1, vragen

burgemeester en wethouders aan de erfgoed- of geologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

51.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
51.4.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage;
  • b. het ophogen van het maaiveld waartoe wordt gerekend het aanleggen van tijdelijke gronddepots;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • f. het verlagen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
  • g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard;
  • h. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

51.4.2 Uitzonderingsregel

Het in artikel 51.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. ten dienste van aardkundig onderzoek worden uitgevoerd.

51.4.3 Voorwaarden
  • a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 51.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van aardkundige waarden.
  • b. Voor zover de in artikel 51.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van aardkundige waarden, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor aardkundige resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van geologisch onderzoek, of;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van aardkunde die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • c. De vergunning kan alleen worden verleend nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de aardkundige waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

51.4.4 Advies

Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de erfgoed- of geologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 51.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

51.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Aardkunde 1', als bedoeld in artikel 51.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige aardkundige waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 52 Waarde - Archeologie 1

52.1 Bestemmingsomschrijving
52.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

52.2 Bouwregels
52.2.1 Bouwwerken voor deze bestemming
  • a. op de in artikel 52.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor deze dubbelbestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3,50 m.

52.2.2 Andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor andere voor deze gronden geldende bestemming(en)
  • a. voor andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag worden gebouwd, tenzij de grond-of graafwerkzaamheden dieper gaan dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld en hierbij het te verstoren oppervlak onder de vrijstellingsdiepte groter is dan 50 m²;
  • b. het bepaalde onder artikel 52.2.2 sub a is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
52.3 Afwijken van de bouwregels
52.3.1 Algemene afwijking

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 52.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 50 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.

52.3.2 Voorwaarden

Indien uit het onder artikel 52.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

52.3.3 Advies

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 52.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

52.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
52.4.1 Omgevingsvergunningvereiste

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage door kettingtechniek;
  • b. het ophogen van de bodem met meer dan 2,00 m waartoe wordt gerekend het aanleggen van tijdelijke gronddepots;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld bedraagt;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • f. het verlagen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
  • g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • h. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld.

52.4.2 Uitzonderingsregel

Het in artikel 52.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 50 m², of een verstorend oppervlak onder de vrijstellingsdiepte hebben van minder dan 50 m²;
  • b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • c. betreffen het aanbrengen van drainage middels sleufloze technieken;
  • d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

52.4.3 Voorwaarden
  • a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 52.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologische waarden.
  • b. Voor zover de in artikel 52.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • c. De vergunning kan alleen worden verleend nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

52.4.4 Advies

Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 52.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

52.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
52.5.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub g Wabo) te slopen.

52.5.2 Uitzonderingsregel

Het verbod als bedoeld in artikel 52.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:

  • a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij het bepaalde in artikel 52.2.2 sub b in acht is genomen;
  • b. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 50 m², of een verstorend oppervlak onder de vrijstellingsdiepte hebben van minder dan 50 m²;
  • c. reeds vergund zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

52.5.3 Voorwaarden

In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen op of in gronden op de verbeelding en aangeduid met 'Waarde - Archeologie 1'.

52.5.4 Te verbinden regel

Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 52.5.1, kunnen burgemeester en wethouders de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 50 m² of het latere verstorend oppervlak onder de vrijstellingsdiepte groter is dan 50 m².

52.5.5 Melding vondsten van zeer hoge waarde

Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken volgens de KNA behoudenswaardige vondsten worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij burgemeester en wethouders die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning tot sloop.

52.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 1', als bedoeld in artikel 52.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 53 Waarde - Archeologie 2

53.1 Bestemmingsomschrijving
53.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

53.2 Bouwregels
53.2.1 Bouwwerken voor deze bestemming
  • a. op de in artikel 53.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor deze dubbelbestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3,50 m.

53.2.2 Andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor andere voor deze gronden geldende bestemming(en)
  • a. voor andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag worden gebouwd, tenzij de grond-of graafwerkzaamheden dieper gaan dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld en hierbij het te verstoren oppervlak onder de groter is dan 500 m²;
  • b. het bepaalde onder artikel 53.2.2 sub a is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
53.3 Afwijken van de bouwregels
53.3.1 Algemene afwijking

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 53.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 500 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.

53.3.2 Voorwaarden

Indien uit het onder artikel 53.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

53.3.3 Advies

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 53.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

53.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
53.4.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage door kettingtechniek;
  • b. het ophogen van de bodem met meer dan 2,00 m waartoe wordt gerekend het aanleggen van tijdelijke gronddepots;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld bedraagt;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • f. het verlagen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
  • g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • h. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld.

53.4.2 Uitzonderingsregel

Het in artikel 53.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 500 m², of een verstorend oppervlak onder de vrijstellingsdiepte hebben van minder dan 500 m²;
  • b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • c. betreffen het aanbrengen van drainage middels sleufloze technieken;
  • d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

53.4.3 Voorwaarden
  • a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 53.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologische waarden.
  • b. Voor zover de in artikel 53.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • c. De vergunning kan alleen worden verleend nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

53.4.4 Advies

Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 53.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

53.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', als bedoeld in artikel 53.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 54 Waarde - Archeologie 3

54.1 Bestemmingsomschrijving
54.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

54.2 Bouwregels
54.2.1 Bouwwerken voor deze bestemming
  • a. op de in artikel 54.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor deze dubbelbestemming worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3,50 m.

54.2.2 Andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor andere voor deze gronden geldende bestemming(en)
  • a. voor andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag worden gebouwd, tenzij de grond-of graafwerkzaamheden dieper gaan dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld en hierbij het te verstoren oppervlak onder de vrijstellingsdiepte groter is dan 1000 m²;
  • b. het bepaalde onder artikel 54.2.2 sub a is niet van toepassing indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
54.3 Afwijken van de bouwregels
54.3.1 Algemene afwijking

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo af te wijken van het bepaalde onder artikel 54.2.2 sub a voor het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 1000 m² onder de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, indien de aanvrager van de vergunning artikel 2.1, lid 1 sub a Wabo een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate worden veiliggesteld.

54.3.2 Voorwaarden

Indien uit het onder artikel 54.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de vergunning:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting tot het doen van opgravingen;
  • c. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.

54.3.3 Advies

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 54.3.1, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

54.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
54.4.1 Omgevingsvergunningsvereiste

Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1 sub b Wabo) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld, waartoe ook wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage door kettingtechniek;
  • b. het ophogen van de bodem met meer dan 2,00 m waartoe wordt gerekend het aanleggen van tijdelijke gronddepots;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, zulks indien de diepte van de aan te brengen verharding meer dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld bedraagt;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op één of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • f. het verlagen van het waterpeil, voor zover dit geen bevoegdheid van het waterschap betreft;
  • g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld;
  • h. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur op een grotere diepte dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld.

54.4.2 Uitzonderingsregel

Het in artikel 54.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. een te verstoren oppervlak van het plangebied beslaan van ten hoogste 1000 m², of een verstorend oppervlak onder de vrijstellingsdiepte hebben van minder dan 1000 m²;
  • b. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen;
  • c. betreffen het aanbrengen van drainage middels sleufloze technieken;
  • d. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

54.4.3 Voorwaarden
  • a. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in artikel 54.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologische waarden.
  • b. Voor zover de in artikel 54.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologische waarden, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een archeologisch deskundige die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties.
  • c. De vergunning kan alleen worden verleend nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

54.4.4 Advies

Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vragen burgemeester en wethouders aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 54.4.3. Bij een negatief advies verzoeken burgemeester en wethouders de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.

54.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 3', als bedoeld in artikel 54.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Artikel 55 Waarde - Beschermd Stadsgezicht

55.1 Bestemmingsomschrijving
55.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en/of herstel van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht.

55.1.2 Voorrangsregeling

Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

55.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
55.2.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen, het wegnemen van stoepen alsmede het wijzigen van de wegindeling;
  • b. het bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • c. het dempen van aanwezige waterlopen;
  • d. het geheel of gedeeltelijk schilderen of pleisteren van muurvlakken;
  • e. het beplanten van gronden met houtgewassen ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • f. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting.

55.2.2 Uitzonderingen

Het verbod, zoals in lid 55.2.1 bedoeld is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bij het van toepassing zijn van de Monumentenwet;
  • c. voor het aanbrengen van maximaal 20 m² verharding per bouwperceel.

55.2.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 55.2.1, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

55.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
55.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Beschermd Stadsgezicht' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. een hoofdgebouw te slopen anders dan ter uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend en onherroepelijk geworden.

55.3.2 Toelaatbaarheid

Het slopen, zoals bedoeld in lid 55.3.1, is slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

Artikel 56 Waarde - Cultuurhistorie beschermde dijken

56.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie beschermde dijken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en / of herstel van de daaraan eigen landschappelijke, cultuurhistorische en / of natuurwaarden;
  • b. alsmede voor Verkeer, agrarisch gebruik en groenvoorzieningen, met dien verstande dat wegen uit ten hoogste twee rijstroken mogen bestaan.
56.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen voor de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

56.3 Afwijken van de bouwregels
56.3.1 Algemene afwijking

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 56.2, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en de in 56.1 genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en hierover advies wordt ingewonnen bij de een landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.

56.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
56.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie beschermde dijken' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verbandhoudende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • d. het vellen of rooien van houtgewas;
  • e. het bebossen of beplanten van gronden.

56.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod, zoals in lid 56.4.1 bedoeld is niet van toepassing op:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

56.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 56.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in 56.1 genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

56.5 Wijzigingsbevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd aan de gronden ook de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' toe te kennen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast voor zover het dijken betreft die de waterstaatkundige functie krijgen, overeenkomstig het nieuwe stelsel van binnendijken;
  • b. een en ander dient te zijn vastgelegd in het kader van besluitvorming door het Waterschap.

Artikel 57 Waterstaat - Waterkering

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de waterkering.

57.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden mogen voor de in lid 57.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
  • b. voor de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet met meer dan 20% wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
57.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van lid 57.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, en hierover advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 58 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 59 Algemene bouwregels

59.1 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt;
  • b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
59.2 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
  • a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. In geval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats of binnen hetzelfde bouwperceel plaatsvindt.
  • c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
59.3 Aantal woningen

Ten aanzien van het aantal woningen binnen het bestemmingsplan gelden de volgende regels:

  • a. het aantal woningen mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', niet meer bedragen dan het aangegeven aantal woningen;
  • b. het aantal woningen mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - Heikant Julianastraat' in de verschillende bouwvlakken gezamelijk niet meer bedragen dan 14;
  • c. indien geen aantal woningen is opgenomen is ten hoogste 1 woning per bouwperceel toegestaan. Waarbij ten aanzien van de begrenzing van het bouwperceel uitgegaan wordt van het bouwperceel ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Splitsing van een bouwperceel ten behoeve van een nieuwe tweede woning is niet toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt voor gestapelde woningen dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
59.4 Erfbebouwing

In aanvulling van het bepaalde in hoofdstuk 2 ten aanzien van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen binnen de bestemmingen Wonen, Wonen - Aaneen of geschakeld, Wonen - Twee-aaneen, Wonen - Twee-aaneen niet geschakeld en Wonen - Vrijstaand voor zover gelegen binnen de aanduiding 'bijgebouwen', ook toegerekend mogen worden aan een hoofdgebouw dat zich in een andere woonbestemming bevindt, onder de voorwaarde dat er sprake is van één bouwperceel.

59.5 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²;
  • b. de diepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt niet meer dan 4 m.
59.6 Nadere eisen

Het bevoegd gezag is kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen aan de afmetingen en positie van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten aanzien van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede milieusituatie;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid.

Artikel 60 Algemene gebruiksregels

60.1 Gebruik van een woning

Tot een gebruik in strijd met de in hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden.
60.2 Bestaand gebruik

Gebruik van gronden en bouwwerken bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering is, dan wel in uitvoering genomen kan worden, en dat strijdig is met de regels van dit bestemmingsplan, mag worden voortgezet met inachtneming van eventuele voorwaarden zoals zijn opgenomen in een omgevingsvergunning.

Artikel 61 Algemene aanduidingsregels

61.1 geluidzone - industrie
61.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting op nieuwe geluidgevoelige bebouwing als gevolg van het industrielawaai.

61.1.2 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht, dan wel het gebruik van niet geluidsgevoelige bebouwing om te zetten in het gebruik van geluidgevoelige bebouwing, tenzij de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevel van het geluidsgevoelige object de voorheen geldende voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder dan wel de verleende hogere grenswaarde niet wordt overschreden.

61.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van het aanduidingsvlak 'geluidzone - industrie' in verband met het verkleinen van de geluidzone, met dien verstande dat het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. het verwijderen van de aanduiding 'geluidzone - industrie', met dien verstande dat het gebruik van de gronden en bouwwerken voor industrielawaai wordt beëindigd.
61.2 veiligheidszone - lpg
61.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een LPG-installatie.

61.2.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen gebouwen voor nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden opgericht.

61.2.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 61.2.2 voor het bouwen van gebouwen voor nieuwe kwetsbare objecten voor zover in overstemming met de andere bestemmingen, met dien verstande dat ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

61.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van het aanduidingsvlak 'veiligheidszone - lpg' in verband met het verplaatsen van het LPG-vulpunt dan wel het verkleinen van de LPG-doorzet, met dien verstande dat het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert;
  • b. het verwijderen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg', met dien verstande dat het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de LPG-installatie wordt beëindigd.

61.3 vrijwaringszone - molenbiotoop
61.3.1 Aanduidingsomschrijving

De voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor behoud en/ of herstel van de aanwezige molen als werktuig.

61.3.2 Bouwregels
  • a. binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de molen wordt geen bebouwing opgericht hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a is bebouwing met een grotere bouwhoogte in de volgende gevallen rechtstreeks toegestaan:
    • 1. het betreft vervanging van een bestaand bouwwerk met een grotere bouwhoogte;
    • 2. bouwwerken die op basis van hoofdstuk 2 direct zijn toegestaan;
    • 3. het betreft een bouwwerk, dat gezien vanuit de molen aan de achterzijde van bestaande bouwwerken wordt opgericht en waarbij de bouwhoogte en breedte blijven binnen de bouwhoogte en breedte van de bouwwerken waarachter deze wordt opgericht.

61.3.3 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' binnen een afstand van 100 m tot het middelpunt van de in lid 61.3.2 genoemde molen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting;
  • b. het ophogen van gronden.

61.3.4 Uitzonderingsregels

Het verbod van lid 61.3.3 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. reeds op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;
  • b. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning is verleend;
  • c. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting die als zij volgroeid is, niet hoger is dan de maximaal toelaatbare bouwhoogte van de gebouwen op het zelfde bouwperceel zoals in het plan is toegestaan of het laagste punt van een zuiver verticaal staande wiek van de in lid 61.3.2 genoemde molens.

61.3.5 Voorwaarden
  • a. de werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de belangen van de in lid 61.3.2 genoemde molens als werktuig;
  • b. alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de molendeskundige over de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan het huidige en / of toekomstige functioneren van de in lid 61.3.2 genoemde molens als werktuig door windbelemmering.
61.4 overige zone - gezoneerd industrieterrein
  • a. Geluidzoneringsplichtige bedrijven zijn, tenzij in de planregels anders is bepaald, uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein '
  • b. Ten aanzien van het gebruik geldt dat gebruik van de gronden niet is toegestaan indien dit leidt tot geluidbelasting van meer dan 50 dB(A) als gevolg van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en andere bedrijven buiten de 50 dB(A)-zonegrens zoals bestemd ter plaatse van de 'geluidzone – industrie'.
61.5 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied
61.5.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied' en de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor waterwinning.

61.5.2 Bouwregels

Voor bouwen op deze gronden gelden de volgende regels:

  • a. in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze aanduiding;
  • b. er mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de waterwinning.

61.5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 61.5.2  en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van het grondwaterbeschermingsgebied;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder omtrent de in sub a genoemde voorwaarde.

61.5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Verbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' en de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van ondergrondse transportleidingen voor gassen en vloeibare stoffen;
  • b. het aanleggen van andere ondergrondse constructies, installaties, leidingen of apparatuur;
  • c. de aanleg van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen;
  • d. egalisatie of andere vormen van ophoging of afgraving van gronden;
  • e. het aanleggen van foliemestbassins;
  • f. het uitvoeren van grondboringen;
  • g. het storten van voor de drinkwatervoorziening schadelijke stoffen.

b Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 61.5.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die betrekking hebben op het normaal onderhoud en beheer van de gronden dan wel de bescherming van de waterwinning betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

c Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 61.5.4 onder a zijn slechts toelaatbaar, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van het grondwaterbeschermingsgebied;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de milieudeskundige omtrent de in sub a genoemde voorwaarde.
61.6 Vrijwaringszone - radar
61.6.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming van het radarverstoringsgebied van Vliegbasis Woensdrecht teneinde de verstoring van het radarbeeld te voorkomen.

61.6.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van 63 meter ten opzichte van NAP en meer.

61.6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 61.6.2  voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, met dien verstande dat:

  • a. het functioneren van de radar niet in onevenredige mate wordt of kan worden aangetast;
  • b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de Minister van Defensie, DGW&T, directie Brabant.

Artikel 62 Algemene afwijkingsregels

62.1 Goot- en bouwhoogten van hoofdgebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen tot een goothoogte van maximaal 6,3 m en een bouwhoogte van maximaal 10 m, mits:

  • a. de afwijking past binnen de ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten van de omgeving;
  • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

62.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

  • a. tot een hoogte die maximaal gelijk is aan de in een bouwvlak toelaatbare bouwhoogte;
  • b. tot een maximum van 6 meter op gronden waar geen gebouwen zijn toegestaan.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

62.3 Maten en bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%, met dien verstande dat afwijken van maximale goot- en bouwhoogten voor aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen niet is toegestaan;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken, ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten, dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak per bouwperceel mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

62.4 Arbeidsmigranten
62.4.1 Huisvesting van arbeidsmigranten in bestaande gebouwen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 60.1 in die zin dat huisvesting van arbeidsmigranten kan worden toegestaan, mits deze afwijking uitsluitend wordt verleend in overeenstemming met het geldende beleid, zoals dat is opgenomen in de beleidsregel 'Huisvesting arbeidsmigranten en seizoensarbeiders'.

62.5 Paardenbakken

In afwijking van het bepaalde in Hoofdstuk 2 is de realisatie van een paardenbak toegestaan, met in achtneming van de onderstaande voorwaarden:

  • a. Een paardenbak is uitsluitend bij een woning op het bouwperceel of bij een woning aansluitend aan een agrarisch bouwvlak op hetzelfde perceel toegestaan;
  • b. Per woning is maximaal één niet overkapte paardenbak toegestaan;
  • c. De oppervlakte van een paardenbak bedraagt maximaal 800 m²;
  • d. De bouwhoogte van de omheining bedraagt maximaal 2 meter;
  • e. Lichtmasten niet zijn toegestaan;
  • f. De afstand van de paardenbak tot een bouwvlak of aanduiding die een woning van een derde mogelijk maakt bedraagt minimaal 60 meter;
  • g. In afwijking van het bepaalde onder f. kan de omgevingsvergunning ook verleend worden als het bouwperceel van woningen van derden volledig is bestemd als bouwvlak en/of aanduiding die een woning mogelijk maakt en de feitelijke afstand van deze woningen tot de paardenbak minimaal 60 meter bedraagt.

62.6 Goot- en bouwhoogten aan- en uitbouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het vergroten van de goot- en bouwhoogte voor aan- en uitbouwen tot een goot- en bouwhoogte die maximaal gelijk is aan de in een bouwvlak toelaatbare goot-en bouwhoogte, mits:

  • a. de aan- en uitbouw binnen het bouwvlak wordt gebouwd; indien het bouwvlak dieper is dan 12 meter, geldt dat de afwijking alleen toegepast kan worden binnen een afstand van 12 meter gemeten vanaf de voorgevelrooilijn;
  • b. de aan- en uitbouw één geheel vormt met het hoofdgebouw;
  • c. de afwijking past binnen de ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten van de omgeving;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 63 Algemene wijzigingsregels

63.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen voor overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor:

  • a. een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken;
  • b. zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  • c. ruimtelijke en stedenbouwkundige kwaliteiten;
  • d. verduurzaming van gebouwen.

De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.

63.2 Algemene voorwaarden voor wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders is bevoegd de bestemmingen van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied' te wijzigen, met inachtneming van de volgende algemene bepalingen:

  • a. bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw mag het aantal woningen uitsluitend toenemen indien het woningbouw betreft die past in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid;
  • b. vooraf moet zijn aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie;
  • c. een besluit tot planwijzing wordt pas genomen nadat archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en wanneer eenmaal aangetroffen archeologische waarden blijkens rapportage van de archeologisch deskundige in voldoende mate zijn zekergesteld;
  • d. vooraf dient een watertoets te zijn uitgevoerd; hieronder wordt in ieder geval verstaan afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten van het ruimtelijk plan en besluiten, geconcretiseerd in termen van vasthouden, bergen en afvoeren van water, hierbij dient vooraf schriftelijk advies worden ingewonnen bij de waterbeheerder;
  • e. voor zover de gronden eveneens zijn bestemd tot Grondwaterbeschermingsgebied: toepassing van de wijzigingsbevoegdheid uit het oogpunt van bescherming van de kwaliteit van het grondwater, aanvaardbaar is;
  • f. vooraf dient inzicht te zijn verkregen in het voorkomen van inheemse planten en diersoorten die worden beschermd ingevolge de Wet natuurbescherming;
  • g. en de specifieke bepalingen in de hierna per wijzigingsgebied aangegeven leden.
63.3 Wijzigingsbevoegdheden Clinge
63.3.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om een bouwvlak op te nemen voor het realiseren van één vrijstaande woning, onder de voorwaarden dat:

  • a. de mogelijkheid voor het realiseren van ‘autoherstelbedrijf’ op het adres ’s-Gravenstraat 53 is komen te vervallen;
  • b. vooraf inzicht bestaat in de wijze van afvoeren van hemelwater;
  • c. de regels van het bestemmingsplan 'Kernen Hulst 1H' van toepassing worden verklaard.

63.3.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 2

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bestemmingen mogen worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen', 'Bedrijf', 'Centrum', zonder aanduiding, 'Verkeer' en 'Wonen';
  • b. bedrijven behorende tot en met ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
  • c. woningen dienen te worden georiënteerd op de 's-Gravenstraat;
  • d. de afstand van woningen tot bedrijven uit categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten mag niet minder bedragen dan 10 m;
  • e. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 6 m bedragen.

63.3.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 3

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'bijgebouwen' wijzigen voor de realisatie van nieuwe woningen met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, indien de voor het perceel 's-Gravenstraat 96 verleende vergunning Wet Milieubeheer zijn ingetrokken, dan wel dat de belemmeringen voor woningbouw op grond van de aan dit bedrijf verleende vergunningen Wet milieubeheer zijn komen te vervallen;
  • b. ter plaatse mogen ten hoogste 2 woningen worden gebouwd;
  • c. uitsluitend vrijstaande woningen zijn toegestaan;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen.

63.3.4 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 4

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om de verkavelingsopzet van het gebied aan te kunnen passen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse mogen ten hoogste 8 woningen worden gebouwd;
  • b. de afstand van hoofdgebouwen tot de voorste perceelsgrens moet ten minste 4 m bedragen;
  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaand of met een maximum van twee-aaneen worden gebouwd;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen;
  • e. voor de opvang van de eigen parkeerbehoefte dient voldoende onbebouwde ruimte (al dan niet op eigen erf) aanwezig te zijn; waarbij ten minste uitgegaan dient te worden van 1 parkeerplaats per woning.

63.3.5 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 5

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen mogen worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen', 'Verkeer', 'Groen' en 'Water' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid dient in één keer voor het gehele gebied te worden toegepast;
  • b. ter plaatse mogen ten hoogste 7 woningen worden gebouwd;
  • c. uitsluitend vrijstaande woningen zijn toegestaan;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen;
  • e. de maximum bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 10 m bedragen;
  • f. per woning dient te zijn voorzien in ten minste 1 parkeerplaats op eigen terrein.

63.3.6 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 6

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen voor nieuwe woningbouw, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, indien de bedrijfsactiviteiten van de agrarisch bedrijven 's-Gravenstraat 269 en 279 zijn beëindigd, en de voor dit perceel verleende omgevingsvergunningen Milieu zijn ingetrokken, dan wel dat de belemmeringen voor woningbouw op grond van de aan deze bedrijven verleende omgevingsvergunningen milieu zijn komen te vervallen;
  • b. ter plaatse mogen ten hoogste 2 woningen en ten hoogste 2 woongebouwen voor cliënten van de in lid 63.3.6 sub a bedoelde verzorgingsinstelling worden gebouwd;
  • c. de afstand van gebouwen tot de bestemming 'Verkeer' mag niet minder bedragen dan 8 m;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen.

63.3.7 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 7

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, indien de bedrijfsactiviteiten van de agrarisch bedrijven 's-Gravenstraat 269 en 279 zijn beëindigd, en de voor deze percelen verleende vergunningen ingevolge de Wet Milieubeheer zijn ingetrokken;
  • b. ter plaatse mogen ten hoogste 3 vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • c. de afstand van bouwvlakken met de bestemming 'Woondoeleinden' tot de voorste perceelsgrens moet ten minste 4 m bedragen;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag ten hoogste dan 4 m bedragen.

63.3.8 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 8

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ten hoogste 1 vrijstaande woning is toegestaan;
  • b. de afstand van een hoofdgebouw met de daarbij behorende aan- en uitbouwen tot de bestemming 'Verkeer' mag niet minder bedragen dan 14 m;
  • c. de maximum goot- of boeibordhoogte respectievelijk bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 en 8 m bedragen.

63.3.9 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 9

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', 'Verkeer', Groen' en 'Water' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen een afstand van 50 m van de als zodanig bestemde paardenstal op het perceel Beukelzstraat 23 zijn geen woningen toegestaan;
  • b. langs de rand van het gebied dient een strook met een breedte van ten minste 5 m vrij van bebouwing te worden gehouden;
  • c. de nokrichting dient te variëren, maar mag bij drie aaneengebouwde woningen identiek zijn;
  • d. van het gebied moet minimaal 6% worden gereserveerd voor berging van regen / hemelwater.

63.3.10 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 10

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', 'Verkeer', 'Groen' en 'Water' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. langs de rand van het gebied dient een strook met een breedte van ten minste 5 m vrij van bebouwing te worden gehouden;
  • b. de nokrichting dient te variëren, maar mag bij drie aaneengebouwde woningen identiek zijn;
  • c. van het gebied moet minimaal 6% worden gereserveerd voor berging van regen / hemelwater.

63.3.11 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 11

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ten hoogste één woning is toegestaan;
  • b. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen;
  • c. de geluidsbelasting op de gevel van de woningen als gevolg van wegverkeerslawaai van de 's-Gravenstraat mag ten hoogste 55 dB(A)-etmaalwaarde bedragen.

63.3.12 wetgevingszone - wijzigingsgebied Clinge 12

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemmingen wijzigen in 'Wonen', 'Verkeer', Groen' en 'Water', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen een afstand van 100 m van het perceel 's-Gravenstraat 61 is woningbouw uitsluitend toegestaan indien de op dit perceel aanwezige pluimveehouderij / intensieve veehouderij is beëindigd, en de voor dit perceel verleende vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer is ingetrokken, dan wel dat de belemmeringen voor woningbouw op grond van de aan dit bedrijf verleende vergunning Wet milieubeheer zijn komen te vervallen;
  • b. de wijzigingsbevoegdheid mag voorts uitsluitend worden toegepast indien de belemmeringen voor woningbouw als gevolg van de op de agrarische bedrijven 's-Gravenstraat 40 en 54 van toepassing zijnde bepalingen Wet milieubeheer zijn komen te vervallen;
  • c. de geluidsbelasting op de gevel van de woningen als gevolg van wegverkeerslawaai van de 's-Gravenstraat mag ten hoogste 55 dB(A)-etmaalwaarde bedragen;
  • d. haaks op de 's-Gravenstraat dient een 15 m brede zichtlijn op het achterliggende buitengebied te worden gewaarborgd;
  • e. ter plaatse zijn ten hoogste 6 woningen toegestaan;
  • f. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m bedragen.

63.4 Wijzigingsbevoegdheden Graauw
63.4.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Graauw 1

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bestemmingen mogen worden gewijzigd in 'Wonen', 'Verkeer', Groen' en 'Water' met dien verstande dat de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' niet mag worden gewijzigd;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 20;
  • c. de goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. voor de opvang van de eigen parkeerbehoefte dient voldoende onbebouwde ruimte (al dan niet op eigen erf) aanwezig te zijn, waarbij ten minste uitgegaan dient te worden van 1 parkeerplaats per woning;
  • e. bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient rekening te worden gehouden met de belemmeringen voor woningbouw op grond van de verleende vergunningen Wet milieubeheer;
  • f. de geluidsbelasting op de gevel van de woningen als gevolg van wegverkeerslawaai van de Dorpstraat mag ten hoogste 56 dB(A)-etmaalwaarde bedragen.

63.4.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied Graauw 2

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemming 'Verkeer' wijzigen in de bestemming 'Wonen' zonder nadere aanduidingen.

63.4.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied Graauw 3

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen om herstructurering van het gebied mogelijk te maken, en om de stedenbouwkundige structuur van het gebied te kunnen versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bestemmingen mogen worden gewijzigd in de bestemmingen 'Wonen' met dien verstande dat de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' niet mag worden gewijzigd;
  • b. het aantal woningen mag niet meer dan 1 bedragen;
  • c. de afstand van gebouwen tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m;
  • d. de diepte van een bouwvlak voor hoofdgebouwen mag ten hoogste 12 m bedragen;
  • e. de goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • f. voor de opvang van de eigen parkeerbehoefte dient voldoende onbebouwde ruimte (al dan niet op eigen erf) aanwezig te zijn voor ten minste 1 parkeerplaats.
63.5 Wijzigingsbevoegdheden Heikant
63.5.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in Wonen', 'Groen', 'Verkeer', 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn de volgende bouwwerken toegestaan: ten hoogste 20 woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. binnen een afstand van 10 m van een ontsluitingsweg met de bestemming 'Verkeer' en binnen een afstand van 4 m tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 10 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 7 m;
  • d. in de nieuwe verkavelingsopzet dient een oppervlakte van ten minste 3% te worden gereserveerd voor groen- en speelvoorzieningen.

63.5.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in 'Wonen', 'Groen', 'Verkeer', 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn de volgende bouwwerken toegestaan: ten hoogste 12 vrijstaande woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. binnen een afstand van: 9 m van de wegas van Polenlaan en binnen een afstand van 5 m van een ontsluitingsweg met de bestemming 'Verkeer' zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 10 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 7 m;
  • d. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw voor een gedeelte van het gebied is uitsluitend toegestaan, nadat is gebleken dat er op grond van de Wet milieubeheer geen belemmeringen voor woningbouw zijn vanwege het bedrijf Polenlaan 44.

63.5.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn de volgende bouwwerken toegestaan: ten hoogste 2 vrijstaande woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. binnen een afstand van 5 m tot de voorste perceelsgrens zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. hoofdgebouwen moeten worden gebouwd op een afstand ten hoogste 20 m tot de voorste perceelsgrens en ten minste 4 m tot de zijdelingse perceelsgrenzen;
  • d. de goot- of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m.

63.5.4 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn de volgende bouwwerken toegestaan: ten hoogste 3 vrijstaande woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. binnen een afstand van 5 m van de voorste perceelsgrens zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. hoofdgebouwen moeten worden gebouwd op een afstand ten hoogste 30 m tot de voorste perceelsgrens en ten minste 3 m tot de zijdelingse perceelsgrenzen;
  • d. overige gebouwen moeten worden gebouwd op een afstand van ten minste 1 m tot de zijdelingse perceelsgrenzen;
  • e. de goot- of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m.

63.5.5 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisatie van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn de volgende bouwwerken toegestaan: ten hoogste 1 woning, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. de goot- of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m;
  • c. de wijzigingsbevoegdheid mag slechts worden toegepast, indien het agrarisch bedrijf op het perceel Ellestraat 32 is beëindigd, dan wel nadat is gebleken dat er op grond van de Wet milieubeheer geen belemmeringen zijn voor woningbouw vanwege dit bedrijf.

63.5.6 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 6

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisatie van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn toegestaan: ten hoogste 1 woning, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. de goot- of boeibordhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m.

63.5.7 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 7

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn toegestaan: ten hoogste 1 woning, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. binnen een afstand van 5 m tot de voorste perceelsgrens en binnen een afstand van 5 m tot de zijdelingse perceelsgrenzen zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. het hoofdgebouw moeten worden gebouwd op een afstand ten hoogste 20 m tot de voorste perceelsgrens;
  • d. de goot- of boeibordhoogte van het hoofdgebouw mag ten hoogste 6 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m;

de wijzigingsbevoegdheid mag slechts worden toegepast:

  • e. voor vervanging van de bestaande woning Driehoefijzerstraat 10; en
  • f. indien het agrarisch bedrijf op het perceel Driehoefijzerstraat 8 is beëindigd, dan wel nadat is gebleken dat er op grond van de Wet milieubeheer geen belemmeringen zijn voor woningbouw vanwege dit bedrijf.

63.5.8 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 8

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn toegestaan: ten hoogste 2 woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. binnen een afstand van 7 m tot de voorste perceelsgrens zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. het hoofdgebouw moet worden gebouwd op een afstand van ten hoogste 25 m tot de voorste perceelsgrens en ten minste 5 m tot de zijdelingse perceelsgrenzen;
  • d. de goot- of boeibordhoogte van het hoofdgebouw mag ten hoogste 4 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m.

63.5.9 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 9

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Tuin' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse zijn toegestaan: ten hoogste 1 woning, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • b. het hoofdgebouw moeten worden gebouwd in het verlengde van de rooilijn van de naastgelegen woningen Vylainlaan 17 en 15 en op een afstand van ten minste 6 m uit de zijdelingse perceelsgrenzen;
  • c. overige gebouwen en overkappingen moeten worden gesitueerd op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw;
  • d. de goot- of boeibordhoogte van het hoofdgebouw mag ten hoogste 4 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m.

63.5.10 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 10

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' te wijzigen in de bestemming 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw is uitsluitend toegestaan, indien:
    • 1. de agrarische bedrijfsactiviteiten op het noordelijke aangrenzende perceel aan de Heidestraat zijn beëindigd, dan wel nadat is gebleken dat er op grond van de Wet milieubeheer geen belemmeringen zijn voor woningbouw vanwege dit bedrijf;
    • 2. de waterhuishoudkundige belangen van de aanwezige sloot zijn gewaarborgd. Indien nodig wordt hiervoor in het wijzigingsplan de bestemming 'Groen' met de aanduiding uitsluitend water opgenomen;
  • b. ter plaatse zijn toegestaan: ten hoogste 1 woning, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • c. de oppervlakte van het woonperceel mag niet minder bedragen dan 2.000 m2;
  • d. binnen een afstand van 17 m uit de wegas van de Heidestraat zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • e. afstanden van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag niet minder bedragen dan 5 m;
  • f. de goot- of boeibordhoogte van het hoofdgebouw mag ten hoogste 4 m bedragen en van overige gebouwen ten hoogste 3 m;
  • g. in de overgangszone richting het landelijk gebied worden stroken met een breedte van ten minste 10 m met twee rijen beplanting met regelmatige plantafstand bestaande uit hoogopgaande streekeigen soorten aangelegd.

63.5.11 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 11

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen voor de realisatie van een nieuwe woning met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid voor woningbouw is uitsluitend toegestaan, indien de bedrijfsactiviteiten op het tegenoverliggende perceel Schoolstraat 11 zijn beëindigd, dan wel nadat is gebleken dat er op grond van de Wet milieubeheer geen belemmeringen zijn voor woningbouw vanwege dit bedrijf;
  • b. ter plaatse van de aanduiding wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 11' mag uitsluitend worden gebouwd: ten hoogste 1 woning, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • c. de goot- of boeibordhoogte mag ten hoogste 4 m bedragen.

63.5.12 wetgevingszone - wijzigingsgebied Heikant 12

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Kernrandzone' met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. sprake is van een volledige bedrijfsbeëindiging van het transportbedrijf.
63.6 Wijzigingsbevoegdheden Kapellebrug
63.6.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Kapellebrug 1

De bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur - en landschapswaarden' mag ter plaatse van de aanduiding wetgevingszone - wijzigingsgebied Kapellebrug 1' worden gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf' ten einde de ruimtelijke en milieukwaliteit in Kapellebrug te versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast voor de uitbreiding en verplaatsing van bedrijven, niet zijnde transport- en/of distributiebedrijven, die op het tijdstip van de terinzage legging van het plan reeds in het plangebied aanwezig waren;
  • b. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast voor bedrijven tot en met categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan;
  • d. de gronden mogen voor ten hoogste 75% worden bebouwd met gebouwen en overkappingen;
  • e. binnen een afstand van 10 m uit de bestemmingsgrens zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • f. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen mag niet minder bedragen dan 3 m;
  • g. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • h. omtrent de gevolgen van de wijzigingsbevoegdheid voor de waterhuishouding advies wordt ingewonnen bij het waterschap.

63.6.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied Kapellebrug 2

De bestemmingen mogen ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied Kapellebrug 2' worden gewijzigd in de bestemmingen 'Tuin' en 'Wonen' ten einde de ruimtelijke en milieukwaliteit in Kapellebrug te versterken, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast ter volledige vervanging van woningen, die op het tijdstip van de terinzage legging van het plan reeds op hetzelfde bouwperceel aanwezig waren;
  • b. de afstand van een gebouw tot de voorste perceelsgrens ter plaatse van de percelen Gentsevaart 91 en 93 moet ten minste 4 m bedragen;
  • c. de afstand van een gebouw tot de voorste perceelsgrens ter plaatse van het perceel Gentsevaart 97 moet ten minste 8 m bedragen;
  • d. de diepte van het bouwvlak waarbinnen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd mag niet meer bedragen dan 12 m;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 6 m bedragen;
  • f. omtrent de gevolgen van de wijzigingsbevoegdheid voor de waterhuishouding advies wordt ingewonnen bij het waterschap.
63.7 Wijzigingsbevoegdheden Nieuw-Namen
63.7.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Nieuw Namen 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen en de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid mag slechts worden toegepast nadat is gebleken dat er geen belemmeringen voor woningbouw zijn op grond van de Wet milieubeheer vanwege nabijgelegen bedrijven;
  • b. binnen een afstand van 10 m van een ontsluitingsweg met de bestemming 'Verkeer' zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. ter plaatse mogen worden gebouwd ten hoogste 20 woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 4 m bedragen;
  • e. de afstand van bouwvlakken met de bestemming 'Wonen' tot de voorste perceelsgrens moet ten minste 4 m bedragen.

63.7.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied Nieuw Namen 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemmingen te wijzigen in 'Wonen', 'Groen', 'Verkeer', 'Tuin' en 'Water', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid dient voor het gehele gebied in één keer te worden toepast;
  • b. binnen een afstand van 15 m uit de as van de Hulsterloostraat en binnen een afstand van 5 m tot de bestemming 'Verkeer' zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan;
  • c. ter plaatse mogen worden gebouwd ten hoogste 7 vrijstaande woningen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  • d. tegenover elke vierkante m uitgeefbare grond dient te zijn voorzien in een halve m aan openbaar toegankelijke groenvoorzieningen;
  • e. de maximum bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 10 m bedragen;
  • f. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid voor een gedeelte van het gebied is uitsluitend toegestaan, indien is aangetoond dat er geen belemmeringen voor woningbouw zijn vanwege het agrarisch bedrijf Hulsterloostraat 2;
  • g. voor zover de gronden op voorschriftenkaart 1 zijn aangeduid als gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde mag een besluit tot planwijzing voor deze gronden pas worden genomen nadat archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden en wanneer eenmaal aangetroffen archeologische waarden blijkens rapportage van de archeologisch deskundige in voldoende mate zijn zekergesteld;
  • h. binnen een afstand van 50 m van percelen waarop fruitteelt is toegestaan, zijn geen woonpercelen toegestaan.

63.7.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied Nieuw Namen 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming te wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid dient voor het gehele gebied in één keer te worden toepast;
  • b. het aantal woningen ná wijziging mag niet meer bedragen dan 3;
  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen een afstand van 18 m van de voorste perceelsgrens;
  • d. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 6 m bedragen.

63.7.4 wetgevingszone - wijzigingsgebied Nieuw Namen 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming te wijzigen in 'Wonen', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid dient voor het gehele gebied in één keer te worden toepast;
  • b. het aantal woningen ná wijziging mag niet meer bedragen dan 3;
  • c. de woning dienen te worden georiënteerd op de Hulsterloostraat;
  • d. het hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd binnen een afstand van 12 m van de voorste perceelsgrens;
  • e. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen en overkappingen mag ten hoogste 6 m bedragen.

63.8 Wijzigingsbevoegdheid Terhole
63.8.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Terhole 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van het bouwvlak is ten hoogste één vrijstaande woning met aan- en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan;
  • b. de goothoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 10 m.
63.9 Wijzigingsbevoegdheid Vogelwaarde
63.9.1 wetgevingszone - wijzigingsgebied Vogelwaarde 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse mogen ten hoogste 2 vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • b. de afstand van gebouwen tot de grens met de bestemming 'Verkeer' mag niet minder bedragen dan 5 m;
  • c. de maximum goot- of boeibordhoogte van gebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen;
  • d. de diepte van een bouwvlak voor hoofdgebouwen mag ten hoogste 12 m bedragen.

63.9.2 wetgevingszone - wijzigingsgebied Vogelwaarde 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. op de kadastrale percelen sectie Hontenisse sectie O nummers 940 en 1481 (gedeeltelijk) zijn ten hoogste 2 vrijstaande woningen toegestaan en op de overige percelen ten hoogste 2 vrijstaande woningen;
  • b. de afstand van gebouwen tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 10 m;
  • c. de maximum goot- of boeibordhoogte respectievelijk bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m en 10 m bedragen;
  • d. de diepte van een bouwvlak voor hoofdgebouwen mag ten hoogste 15 m bedragen.

63.9.3 wetgevingszone - wijzigingsgebied Vogelwaarde 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen', 'Tuin', 'Verkeer' en 'Water', met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse mag ten hoogste 1 vrijstaande woning worden gebouwd;
  • b. de afstand van gebouwen tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 10 m;
  • c. de maximum goot- of boeibordhoogte respectievelijk bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m en 10 m bedragen;
  • d. de diepte van een bouwvlak voor hoofdgebouwen mag ten hoogste 15 m bedragen.

63.9.4 wetgevingszone - wijzigingsgebied Vogelwaarde 4

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse is 1 vrijstaande woning toegestaan;
  • b. de afstand van gebouwen en overkappingen tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 m;
  • c. de maximum goot- of boeibordhoogte respectievelijk bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 6 m en 10 m bedragen.

63.9.5 wetgevingszone - wijzigingsgebied Vogelwaarde 5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse is 1 vrijstaande woning toegestaan;
  • b. de maximum goot- of boeibordhoogte respectievelijk bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 6 m en 10 m bedragen.

63.9.6 wetgevingszone - wijzigingsgebied Vogelwaarde 6

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het bestemmingsplan te wijzigen in 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse is 1 vrijstaande woning toegestaan;
  • b. de afstand van gebouwen en overkappingen tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m en tot de zijdelingse perceelsgrenzen niet minder dan 3 m;
  • c. de maximum goot- of boeibordhoogte respectievelijk bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 4 m en 10 m bedragen;
  • d. de diepte van een bouwvlak voor hoofdgebouwen mag ten hoogste 12 m bedragen.

63.10 Wijzigingsbevoegdheid vrijstellingenkaart

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de in Bijlage 5 opgenomen vrijstellingenkaart te wijzigen indien nieuwe archeologische inzichten daartoe aanleiding geven.

Artikel 64 Overige regels

64.1 Werking wettelijke regeling

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

64.2 Parkeerregeling

Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen. Hiervoor gelden de volgende regels:

  • a. in het geval van de oprichting of uitbreiding van een gebouw dient voor het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. in het geval van functiewijziging van een gebouw en/of van gronden dient voor het parkeren van auto's te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • c. indien het gebruik van een gebouw en/of gronden daar aanleiding toe geeft, dient te worden voorzien in voldoende ruimte voor laden en lossen;
  • d. voor het bepalen van de benodigde parkeergelegenheid en/of de ruimte voor laden en lossen dient te worden voldaan aan het parkeerbeleid van de gemeente Hulst, zoals geldend ten tijde van de aanvraag voor een omgevingsvergunning;
  • e. de parkeervoorzieningen als bedoeld onder a en b en de ruimte voor laad- en losvoorzieningen als bedoeld onder c dienen in stand te worden gehouden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 65 Overgangsrecht

65.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
  • b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
  • c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

65.2 Overgangsrecht gebruik

Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:

  • a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 66 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Kernen Hulst 1H'.