Artikel 3 Agrarisch - Oeverwal
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Agrarisch - Oeverwal aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. agrarische doeleinden en grondgebonden en niet-grondgebonden agrarische bedrijven met bijbehorende erven;
-
b. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke en ecologische waarden;
-
c. het uitoefenen van een beroep aan huis of een bedrijf aan huis waarvoor maximaal 40% van de bestaande gebouwen tot een totale vloeroppervlakte van maximaal 80 m2 mag worden ingericht;
-
d. ondergeschikte detailhandel in eigen vervaardigde producten en streekgeproduceerde producten;
-
e. extensief recreatief medegebruik, voor zover de onder b genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast;
-
f. kleinschalige voorzieningen voor de verkoop van streek geproduceerde (agrarische) producten;
-
g. nutsvoorzieningen;
-
h. watergangen.
met daarbij behorende gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken.
3.2 Bouwregels
Voor andere bouwwerken geldt het volgende:
-
a. tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan. Deze mogen worden opgericht in de periode 1 maart t/m 30 november voor een maximale duur van 7 maanden. De verankerde palen en constructies mogen permanent aanwezig zijn. De hoogte van deze voorzieningen bedraagt maximaal 6 meter;
-
b. de hoogte van andere bouwwerken zoals steigers, banken, picknicktafels, informatievoorzieningen, bewegwijzering ten behoeve van recreatief medegebruik bedraagt maximaal 2 meter;
-
c. de hoogte van andere bouwwerken, als bedoeld in art. 3.1 onder f, bedraagt maximaal 2,5 meter en de oppervlakte maximaal 6 m2;
-
d. de hoogte van perceelafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter.
3.3 Nadere eisen
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
-
1. afmetingen en vorm van gebouwen en andere bouwwerken, indien dat noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid of om aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen te voorkomen dan wel een goede landschappelijke inpassing te bereiken.
-
b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
3.4 Specifieke gebruiksregels
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. Daaronder wordt in ieder geval begrepen:
-
a. het opslaan van materialen en goederen in de open lucht buiten het bouwvlak;
-
b. het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en producten tenzij:
-
1. dit plaatsvindt ten behoeve van de agrarische productie binnen het bedrijf dan wel uitsluitend betrekking heeft op agrarische producten van het eigen bedrijf;
-
2. dit plaatsvindt ten behoeve van een toegestane niet-agrarische nevenactiviteit binnen de bestaande bebouwing;
-
c. detailhandel, tenzij het detailhandel betreft als ondergeschikte nevenactiviteit in zelf vervaardigde en/of voortgebrachte producten;
-
d. het gebruik van gronden voor tuinbouw met open grondteelt, fruitteelt en/of bestaande boom- en sierteelt (met uitzondering van bestaand gebruik) waarbij bestrijdingsmiddelen worden ingezet in een zone van 50 meter, gemeten vanaf de grens van de bestemming 'Wonen';
-
e. het plaatsen van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, anders dan de daarvoor bij dit bestemmingsplan aangewezen gronden;
-
f. het geheel of gedeeltelijk onder peil stallen van dieren.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in art. 3,4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.6.1 Verbod
Het is verboden op de tot 'Agrarisch - Oeverwal' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
-
a. op de tot 'Agrarisch - Oeverwal' bestemde gronden:
-
1. het beplanten van gronden met houtgewas;
-
2. het vellen en/of rooien van houtgewas en waardevolle houtopstanden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas tot gevolg kunnen hebben;
-
3. het afgraven, egaliseren, aanvullen of ophogen van gronden;
-
4. het aanleggen en verharden van (bedrijfs)wegen, paden, het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen, groter dan 250 m2;
-
5. het aanbrengen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies.
3.6.2 Uitzonderingen op het verbod
Geen omgevingsvergunning is vereist voor werken van geringe omvang en werken:
-
a. die in het kader van het normale agrarische beheer en onderhoud worden verricht of ter uitvoering van het Landschapontwikkelingsplan;
-
b. die worden uitgevoerd binnen een bouwvlak;
-
c. waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.
3.6.3 Afwegingscriteria
Omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend indien de in de bestemmingsomschrijving van deze bestemming omschreven waarden niet onevenredig worden aangetast en de werken voor de naast liggende gebieden geen onevenredig nadelige gevolgen hebben.