Van toepassing zijn de regels van het bestemmingsplan
- 'Buitengebied West Maas en Waal' (NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1),
- 'Buitengebied West Maas en Waal correctie 2014' (NL.IMRO.0668.BUIcorrectie2014-BVA1),
- ‘Buitengebied West Maas en Waal correctie 2016' (NL.IMRO.0668.BUIcorrectie2016-BVA1)
- ‘Thematische herziening Agrarische bedrijven 2020’ (NL.IMRO.0668.WMWthemaherz-BOH1)
- het bestemmingsplan 'Archeologie West Maas en Waal' (NL.IMRO.0668.WMWArcheo-BVA1)
- ‘Thematische herziening Grootschalig grondverzet’ (NL.IMRO.0668.BUIGROVZ-BOH1)
Als aanvulling op deze regels zijn tevens de onderstaande regels van toepassing:
2.1 Specifieke gebruiksregels
2.1.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
het gebruik van gebouwen en overkappingen binnen de plangrens ten behoeve van het houden van dieren als gevolg waarvan een zodanige stikstofemissie wordt veroorzaakt dat de berekende stikstofdepositie op relevante hexagonen van Natura 2000-gebieden met meer dan 0,00 mol/ha/jaar toeneemt, vergeleken met de stikstofdepositie vanwege de stikstofemissie van het legale gebruik van gebouwen en overkappingen binnen de plangrens voorafgaand aan de vaststelling van dit plan. De hiervoor bedoelde stikstofdepositie wordt berekend als verschilberekening met een daarvoor geschikt, landelijk erkend en recent rekenprogramma voor stikstofdepositie, zoals de Aerius-calculator.
2.1.2 Voorwaardelijke verplichting
Het gebruik van de nieuw te realiseren bedrijfsgebouwen is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de volgende voorwaardelijke verplichting:
- het bedrijfsperceel is landschappelijk ingepast, conform de bij de regels toegevoegde ‘Bijlage 1, landschappelijke inpassing’;
- de landschapselementen aangeduid in voorgenoemde bijlage dienen zo spoedig mogelijk na vaststelling van het plan te worden geplant, doch in elk geval in het eerste plantseizoen ná gebruiksgereed komen van de in dit plan beoogde bebouwing.
2.1.3 Maximaal aantal dieren
In de stallen binnen het plangebied mogen maximaal 90.750 stuks pluimvee worden gehouden.
2.2 Afwijken van de gebruiksregels
2.2.1 Afwijken landschappelijke inpassing
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 2.1.2. ten behoeve van de wijziging van het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, waarbij het gewijzigde plan minimaal gelijkwaardig dient te zijn aan de landschappelijke inpassing zoals opgenomen in het landschappelijk inpassingsplan in bijlage 1 bij deze regels.