Artikel 2 Wonen
De regels van de bestemming 'Wonen', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan 'Kern Kwadendamme 2010', zoals vastgesteld op 2 december 2010 door de raad van de gemeente Borsele, zijn van overeenkomstige toepassing.
De regels van deze bestemming luiden op het moment van vaststelling van het wijzigingsplan als volgt:
2.1 Bestemmingsomschrijving
2.1.1 Bestemming
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de huisvesting van personen;
-
b. tuinen, erven, paden, verhardingen, parkeervoorzieningen, en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming;
2.2 Bouwregels
2.2.1 Toelaatbare bebouwing
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 2.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:
-
a. hoofdgebouwen;
-
b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen
-
c. overige bouwwerken.
2.2.2 Hoofdgebouwen
Met betrekking tot het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
-
a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht;
-
b. ter plaatse van de bouwvlakken met de aanduiding 'vrijstaand': mogen uitsluitend vrijstaande hoofdgebouwen worden gebouwd;
-
c. hoofdgebouwen worden met de voorgevel gebouwd in de op de verbeelding aangegeven voorgevellijn, daar waar een dergelijke lijn op de verbeelding is aangegeven;
-
d. de breedte van een hoofdgebouw – een aangebouwd bijbehorend bouwwerk als genoemd in lid 2.2.1 sub b niet meegerekend – zal minimaal bedragen binnen de bouwvlakken met de (specifieke bouw)aanduiding 'vrijstaand': 6 meter;
-
e. de goot- en bouwhoogte van de hoofdgebouwen bedraagt maximaal de op de verbeelding aangegeven maat;
-
f. bij toepassing van hellende dakvlakken bedraagt de dakhelling minimaal 30°;
-
g. de achtergevel van het hoofdgebouw mag de achtergevelrooilijn niet overschrijden.
2.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Bij hoofdgebouwen mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
-
a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht;
-
b. de bebouwde oppervlakte van het achtererf mag maximaal 50% bedragen met een maximum van 40 m²;
-
c. in afwijking van het bepaalde in lid 2.2.3, sub b mag voor achtererven groter dan 80 m² dit maximum worden verhoogd met 10% van het verschil in grootte, zulks met een absoluut maximum van 90 m²;
-
d. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3,25 meter en de bouwhoogte maximaal 7 meter bedragen. Indien een dakhelling wordt toegepast bedraagt de helling minimaal 30°;
-
e. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen minimaal 3 meter achter de voorgevellijn worden gebouwd.
2.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bij hoofdgebouwen mogen overige bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van overige bouwwerken bedraagt maximaal 2 meter;
-
b. in afwijking van het onder lid 2.2.4, sub a bepaalde bedraagt de bouwhoogte van een tuin- of erfafscheiding, die gebouwd wordt vóór (het verlengde van) de voorgevellijn, alsmede binnen 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn, maximaal 1 meter.
2.3 Afwijken van de bouwregels
2.3.1 Afwijken middels omgevingsvergunning
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 2.2.4, sub a tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.
2.3.2 Vergunningvereiste
De in lid 2.3.1 genoemde omgevingsvergunningen kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
a. de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
2.3.3 Procedureregel
Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 2.3.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de gemeentelijke kwaliteitscoördinator.
2.4 Specifieke gebruiksregels
2.4.1 Verboden gebruik
Tot het verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 sub c Wabo wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de huisvesting van personen;
-
b. het gebruik van de gronden voor windturbines.
2.5 Afwijken van de gebruiksregels
2.5.1 Afwijken m.b.t. de uitoefening van detailhandel, beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 2.1.1:
-
a. voor de uitoefening van de detailhandel in, beroepsmatig en/of bedrijfsmatig gebruik van de woning en/of bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat bedoeld gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt.
Dit betekent onder meer dat:
-
1. de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit;
-
2. het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden en naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn. Dat wil zeggen dat van de vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken gezamenlijk maximaal 40 m² ten behoeve van detailhandel, beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn;
-
3. geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid die vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet zal aantasten;
-
4. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens bewoner van de woning is;
-
5. er geen verkeersaantrekkende activiteiten plaatsvinden die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
2.5.2 Afwijken m.b.t. logies met ontbijt
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 2.1.1:
-
a. voor het gebruik van een woning en/of bij de woning bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt, met dien verstande dat het bedoeld gebruik geen onevenredige hinder voor het woonmilieu mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt.
Dit betekent onder meer dat:
-
1. de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit;
-
2. de logies met ontbijt een kleinschalig karakter heeft en zal behouden en naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn. Dat wil zeggen dat van de vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken gezamenlijk maximaal 40 m² ten behoeve van de logies met ontbijt in gebruik mag zijn;
-
3. de logies met ontbijt mag niet in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk worden gerealiseerd;
-
4. geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het aanbieden van logies met ontbijt die vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet zal aantasten;
-
5. het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of bijbehorend bouwwerk uitvoert tevens bewoner van de woning is;
-
6. er geen verkeersaantrekkende activiteiten plaatsvinden die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte.
Artikel 3 Overig-Schuur
De regels van de bestemming 'Overig-Schuur', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan 'Kern Kwadendamme 2010', zoals vastgesteld op 2 december 2010 door de raad van de gemeente Borsele, zijn van overeenkomstige toepassing.
De regels van deze bestemming luiden op het moment van vaststelling van het wijzigingsplan als volgt:
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Bestemming
De voor 'Overig-Schuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. schuren en andere opstallen ten dienste van opslag, berging en stalling;
-
b. verhardingen, groenvoorzieningen, erven, en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
3.1.2 Toelaatbare bebouwing
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:
3.2 Bouwregels
De gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden opgericht;
-
b. gebouwen worden met de voorgevel gebouwd, in de op de kaart aangegeven gevellijn, daar waar een dergelijke gevellijn op de kaart is aangegeven;
-
c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal de op de kaart aangegen maat;
-
d. indien een dakhelling wordt toegepast, bedraagt de helling minimaal 30°.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 3.2, sub c, mits:
-
a. deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden;
-
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
-
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.