direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Omgevingsplan Buitengebied Borsele 2018, gedeelte Zwinweg 17, 2021
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

In 2014 heeft het agrarisch grondgebonden bedrijf aan de Zwinweg zich gevestigd aan de Zwinweg, maar is ook de bestaande locatie aan de Van Hattumstraat 16 Ellewoutsdijk aangehouden met een oppervlakte 1185 m2. Op laatstgenoemde locatie waren de bedrijfswoning en enkele bedrijfsloodsen aanwezig en werden als zodanig gehandhaafd. Om die reden heeft het getekende suggestievlak aan de Zwinweg een oppervlakte van 8815 m2.

De bedrijfsactiviteiten aan de Van Hattumstraat zijn inmiddels helemaal beëindigd en de bedrijfsloodsen en bedrijfswoning verkocht. Deze worden nu gebruikt als wonen met bijgebouwen. Nu er geen bedrijfswoning meer bij het bedrijf behoort, is het verzoek ingediend voor het oprichten van de noodzakelijke bedrijfswoning aan de Zwinweg 17.

Verzocht wordt om toepassing te geven aan de delegatiebevoegdheid tot het oprichten van een bedrijfswoning op dit adres. Naast het toestaan van een bedrijfswoning moet ook het suggestievlak voor bebouwing worden vergroot tot 1 ha.

afbeelding "i_NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002_0001.png"Figuur 1 Ligging plangebied (Bron: Rho Basisviewer)

Het perceel Zwinweg 17 te Ellewoutsdijk ligt in het Omgevingsplan 'Buitengebied Borsele 2018', dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 1 maart 2018. Op grond van artikel 140.5.1 sub b van dit omgevingsplan kan de bouw van een bedrijfswoning op een locatie waar bedrijfswoningen zijn uitgesloten met een aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' mogelijk worden gemaakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002_0002.png"

Figuur 2 Uitsnede 'Omgevingsplan Buitengebied Borsele 2018 (Bron: Omgevingsplanviewer Borsele)

Hoofdstuk 2 Delegatiebevoegdheid en toetsing aan voorwaarden

In het Omgevingsplan “Buitengebied Borsele 2018” is een zogenaamde delegatiebevoegdheid opgenomen. Toepassing van de delegatiebevoegdheid betekent dat het college van burgemeester en wethouders de herziening van het omgevingsplan voor Zwinweg 17 te Ellewoutsdijk vast mag stellen (in plaats van de gemeenteraad).

Om de delegatiebevoegdheid toe te kunnen passen moet op basis van artikel 140.5.1 sub b van het omgevingsplan worden voldaan aan de voorwaarden - voor zover relevant - zoals vermeld in tabel 140.3.

Toetsing aan de criteria uit tabel 140.3

Relevante aspecten vanuit de tabel zijn dat moet worden gemotiveerd of de ontwikkeling passend is op de voorgenomen locatie (bedrijfswoning noodzakelijk voor de bedrijfsvoering), dat een goed akoestisch klimaat gewaarborgd moet worden, dat de verkeersveiligheid in voldoende mate gewaarborgd moet zijn en tot slot dat de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen en bedrijven niet onevenredig mogen worden aangetast.

De ontwikkeling

In 2012 is i.v.m. de verplaatsing van het grondgebonden agrarisch bedrijf van de Van Hattumstraat 16 in Ellewoutsdijk naar de Zwinweg 17 in Ellwoutsdijk een AAZ-advies opgesteld (zie bijlage 1). Omdat de agrarische activiteiten op de locatie aan de Van Hattumstraat volledig zijn afgebouwd én de voormalige bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen aldaar zijn verkocht t.b.v. Wonen, wil de initiatiefnemer het nu planologisch mogelijk maken om aan de Zwinweg 17 in Ellewoutsdijk een bedrijfswoning te realiseren.

Het bedrijf kent anno 2021 een omvang van circa 60 hectare landbouwgrond, waarvan 53 ha eigendom en circa 6,65 ha reguliere pacht. De bedrijfsactiviteiten vinden plaats vanaf het bouwblok aan de Zwinweg 17 in Ellewoutsdijk. De werkzaamheden worden grotendeels in eigen beheer en met eigen mechanisatie uitgevoerd door de eigenaar.

Geconcludeerd kan worden dat er nog steeds sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf. Het inwinnen van een nieuw advies bij de AAZ m.b.t. de volwaardigheid van het bedrijf wordt daarom niet noodzakelijk geacht.

Ondergrond

Door de bouw van de bedrijfswoning zal de grond geroerd worden, daarom is er een bodemonderzoek uitgevoerd met als doel inzicht te verkrijgen in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) met betrekking tot chemische parameters. Dit onderzoeksrapport is te vinden in Bijlage 2. In de bovengrond is een achtergrondwaarde-overschrijding van lood aangetoond. In de ondergrond zijn geen achtergrondwaarde-overschrijdingen aangetoond voor stoffen uit het standaardanalysepakket voor landbodem. In het grondwater zijn van nature verhoogde concentraties arseen, chroom en barium geconstateerd.

Op basis van dit onderzoek is er geen aanleiding tot het uitvoeren van aanvullend of nader bodemonderzoek met betrekking tot chemische parameters.

Geluid

Met het realiseren van de bedrijfswoning is sprake van realisering van een nieuw geluidsgevoelig object. Daarom moet worden aangetoond of wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde of een vast te stellen hogere waarde. In het kader daarvan is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 3.

In de uitgevoerde berekening is uitgegaan van een afstand van de nieuwe woning tot aan de wegas van 15 meter. In dat geval wordt aan de voorkeursgrenswaarde voldaan. Omdat de woning op grotere afstand van de wegas wordt geprojecteerd (ca. 26 meter), wordt dus zonder meer aan de voorkeursgrenswaarde voldaan.

Gezondheid en milieu

Het dichtstbijzijnde bedrijf ligt aan de Zwinweg 3, op circa 450 meter ten westen van het plangebied. Het gaat om een manege. Op basis van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 geldt hiervoor een richtafstand van 50 meter. Hier wordt ruimschoots aan voldaan.

Het plangebied is gelegen op circa 675 meter van een hoogspanningstracé. Dit is ruimschoots buiten de risicozone.

Het realiseren van een bedrijfswoning levert geen onevenredige overlast het omliggende gebied van geur, stof, geluid, gevaar, verkeer of vergelijkbare gevolgen op voor de fysieke leefomgeving.

Water

Bij het Waterschap Scheldestromen wordt hiervoor een watertoetstabel gebruikt. In deze tabel zijn de hiervoor genoemde aspecten verwerkt. Deze tabel is opgenomen in bijlage 4. De reactie van het Waterschap wordt verwerkt in deze tabel.

Verkeer

Het plangebied wordt ontsloten door de Zwinweg met een snelheidsregime van 60 km/uur. Fietsers delen de rijbaan met het gemotoriseerde verkeer. De ontsluiting van de locatie is goed.

De nieuwe ontwikkeling zal (beperkte hoeveelheid) extra voertuigbewegingen genereren. Voor de berekening van de verkeersgeneratie wordt aangesloten bij de kencijfers van het CROW (publicatie 317 Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie). Aangesloten wordt bij de kencijfers voor de functie woning koop, vrijstaand in het buitengebied. Binnen de bandbreedte wordt aangesloten bij het gemiddelde kencijfer van 7.8 mvt/etmaal (motorvoertuigen per etmaal). De omrekenfactor naar een werkdagintensiteit bedraagt 1,09. De verkeersgeneratie bedraagt op een gemiddelde werkdag 9 mvt/etmaal. Een dergelijke verkeersgeneratie is dermate beperkt dat deze geen invloed heeft op de verkeersafwikkeling.

Voor de parkeerbehoefte wordt net als bij de verkeersgeneratie aangesloten bij de kencijfers van het CROW voor de functie woning koop, vrijstaand. De parkeerbehoefte bedraagt afgerond 3 parkeerplaatsen. De ontwikkeling voorziet in parkeren op eigen terrein.

Aangrenzende percelen

Met het realiseren van een bedrijfswoning is er geen sprake van onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen en bedrijven.

Archeologische waarden

Ter plaatse geldt op basis van het geldende omgevingsplan de verwachtingswaarde Waarde - Archeologie 2. Als de verandering van bestaande gebouwen betrekking heeft op een oppervlakte niet groter dan 250 m² en de bodemroering tot maximaal 40 cm diep is, is geen archeologisch onderzoek vereist.

Door de bouw van de bedrijfswoning zal de grond geroerd worden. In 2014 is door archeologisch adviesbureauRAAP een archeologisch bureau- en veldonderzoek uitgevoerd. Dit resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in bijlage 5.

Geconcludeerd wordt dat de kans, dat door de geplande werkzaamheden archeologische resten worden verstoord, zeer klein wordt geacht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht.

Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) melding van de desbetreffende vondsten verplicht. In Zeeland kunnen de vondsten bij het SCEZ aangemeld worden.

Stikstofdepositie

In Nederland staan veel Natura 2000-gebieden onder druk door een overbelasting van stikstofdepositie. Voor projecten met een stikstofdepositie van 0,00 mol/ha/jaar hoeft geen vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming te worden aangevraagd.

Het meest nabijgelegen gebied met verzuringsgevoelige habitats betreft het Natura 2000-gebied “Westerschelde & Saeftinghe” De minimale afstand van dit Natura 2000-gebied tot het plangebied bedraagt circa 900 meter. De andere Natura 2000-gebieden met verzuringsgevoelige habitats liggen op (nog) grotere afstand. Met het rekenmodel Aerius (versie 2020) is een berekening uitgevoerd om de mogelijke gevolgen van de ontwikkeling voor de stikstofdepositie binnen Natura 2000 in beeld te brengen, daarbij is alleen ingegaan op de gebruiksfase. In bijlage 6 wordt achtereenvolgens ingegaan op de gehanteerde uitgangspunten, de resultaten en de conclusie. Uit berekeningen voor de gebruiksfase blijkt dat er geen sprake is van stikstofdeposities die hoger zijn dan 0,00 mol/ha/jr op Natura 2000-gebied.

Conclusie

Door middel van een toetsing aan de relevante voorwaarden uit tabel 140.3 is gebleken dat wordt voldaan aan deze relevante voorwaarden. Er bestaan geen belemmeringen voor uitvoering van het voornemen op basis van deze toetsing.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

Op de aangegeven locatie Zwinweg 17 komt de functieaanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' te vervallen en mag op de locatie een bedrijfswoning gerealiseerd worden. Tevens wordt het suggestievlak voor bebouwing vergroot tot 1 ha. Voor het overige blijft de geldende juridisch-planologische regeling van toepassing.

afbeelding "i_NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002_0003.png"

Figuur 3 Plangebied (Bron: Omgevingsplanviewer Borsele)

Regels

De regels van het Omgevingsplan “Buitengebied Borsele 2018” zijn ongewijzigd en onverkort van toepassing.

Voor de raadpleegbaarheid van het delegatieplan zijn de regels toegevoegd aan de digitale dataset.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Kostenverhaal

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is in afdeling 6.4 de regelgeving rondom grondexploitatie opgenomen. Centrale doelstelling van de wet is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij de locatieontwikkeling. In artikel 6.12 Wro is bepaald dat de gemeenteraad een exploitatieplan vaststelt voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen. In artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd wat onder een bouwplan wordt verstaan. De bouw van een of meerdere hoofdgebouwen is in het betreffende artikel van het Bro opgenomen.

Een exploitatieplan dient tegelijkertijd met het delegatieplan te worden vastgesteld. In de Wro is tevens opgenomen dat kan worden afgeweken van de verplichting tot het opstellen van een exploitatieplan indien het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins is verzekerd. Dit is onder meer het geval indien de gemeente en de initiatiefnemer een privaatrechtelijke overeenkomst (de zogenoemde anterieure overeenkomst) hebben gesloten over de verdeling van kosten bij de grondexploitatie. Tussen gemeente en initiatiefnemer is deze overeenkomst inmiddels gesloten. Het op- en vaststellen van een exploitatieplan kan daarmee achterwege blijven.

4.2 Economische uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro moet de uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen, waaronder de economische uitvoerbaarheid, worden aangetoond. De gemeente Borsele is van mening dat de financiële uitvoerbaarheid van het delegatieplan wordt gewaarborgd. De initiatiefnemers dragen de kosten van de planologische procedure van voorliggend delegatieplan.

4.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient inzicht te worden gegeven in de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het delegatieplan. Het gaat daarbij zowel om de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de planvoorbereiding zijn betrokken alsook om de resultaten van het vooroverleg.

Ingevolge de inspraakverordening van de gemeente Borsele dient de gemeente de bevolking te betrekken bij de voorbereiding van plannen op ruimtelijk gebied. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 7 september 2021 besloten geen inspraak toe te passen op het in voorbereiding zijnde delegatieplan. De reden hiervoor is dat het delegatieplan een concrete invulling is van een in het Omgevingsplan Buitengebied Borsele, 2018 neergelegde bevoegdheid, waarvan de kaders zijn aangegeven in het voormelde omgevingsplan. Het Omgevingsplan Buitengebied Borsele, 2018 is indertijd wel in de inspraak gebracht.

De Provincie Zeeland heeft op 01-07-2021 per mail laten weten dat m.b.t. het delegatieplan Zwinweg 17 in Ellewoutsdijk het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro kan worden overgeslagen.