Plan: | Omgevingsplan Buitengebied Borsele 2018, gedeelte Zwinweg 17, 2021 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | omgevingsvergunning |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002 |
De gronden met de indicatieve aanduiding 'aquacultuur' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 1.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'glastuinbouw' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 2.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'grondgebonden' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 3.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Het is verboden voor grondgebonden agrarische bedrijven om zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders, weidegang te beëindigen.
Grondgebonden agrarische bedrijven die in plaats van weidegang voldoende ruwvoer telen, worden aangemerkt als grondgebonden agrarische bedrijven indien voldaan wordt aan het volgende:
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder c en een toename van ammoniakemissie per suggestievlak dan wel bouwblok als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'intensieve kwekerij' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 4.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'intensieve veehouderij' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 5.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder a en een toename van ammoniakemissie per suggestievlak dan wel bouwblok als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch en agrarisch aanverwant' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 6.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 onder f en een toename van ammoniakemissie per suggestievlak dan wel bouwblok als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - neventak intensieve veehouderij' mogen tevens worden gebruikt voor intensieve veehouderij bij wijze van neventak.
Voor het in 7.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 onder b en een toename van ammoniakemissie per suggestievlak dan wel bouwblok als gevolg van wijziging van aanwezige dierplaatsen, diersoorten en/of stalsystemen toestaan indien:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch aanverwant' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 8.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 9.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 10.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 11.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toelaatbaar gebruik
De gronden met de indicatieve aanduiding 'begraafplaats' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor een begraafplaats met bij deze functie behorende voorzieningen zoals verhardingen, waterhuishoudkundige voorzieningen, groenelementen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
De gronden met de indicatieve aanduiding 'cultuurhistorie' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 13.1 onder f toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'dagrecreatie' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 14.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'dagrecreatie 1' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'detailhandel' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 16.1 toelaatbare gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Voor het in 17.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'horeca' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 18.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'manege' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 20.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in 21.2.1. af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan door het bevoegd gezag worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden en/of landschappelijke kwaliteiten.
De gronden met de indicatieve aanduiding 'nutsvoorziening' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'sport' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'verblijfsrecreatie' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 24.1 toelaatbare gebruik geldt dat de plaatsing van kampeermiddelen is toegestaan mits:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'verblijfsrecreatie 1' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Toegestaan is het gebruik van gronden voor:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'verzorgingsplaats' en de daarbij aansluitende gronden mogen tevens worden gebruikt voor:
Voor het in 27.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'volkstuin' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Toegestaan is het gebruik van gronden voor:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien de werken en werkzaamheden geen onevenredige nadelige invloed hebben op de natuurwaarden en/of de landschappelijke waarden.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven om schade aan de natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden en/of landschappelijke kwaliteiten.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
De gronden met de indicatieve aanduiding 'wonen' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor:
Voor het in 32.1 toegelaten gebruik geldt het volgende:
Voor de functie op deze indicatief aangeduide locatie is de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' opgenomen. Een bedrijfswoning is niet toegestaan.
Toegestaan is tevens het gebruik voor een surfschool.
Toegestaan is tevens het gebruik ten behoeve van een groot en meerdaags paardensport evenement.
Voor het toegelaten gebruik geldt het volgende:
Toegestaan is tevens het gebruik ten behoeve van:
Toegestaan is tevens het gebruik ten behoeve van educatie.
Toegestaan is tevens het gebruik ten behoeve van een tunnelverbinding onder de Westerschelde.
Voor de functie op deze indicatief aangeduide locatie bedraagt de maximale oppervlakte in gebruik zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong>m², zijnde de maximale oppervlakte in gebruik zoals vermeld in het plan.
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
algemeen:
verkeer:
natuur en landschap:
overig:
Het is verboden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 40.2 onder c en een tijdelijke baggerdepot toestaan indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 40.1 onder d.1 en een fruitboomgaard op minder dan 50 m tot woningen en daarbij behorende erven en tuinen toestaan indien:
Toegestaan is het gebruik van de gronden voor:
Algemeen:
Verkeer:
Natuur en landschap:
Overig:
Het is verboden:
Deze gronden zijn tevens aangewezen als 'groenvoorziening'.
Deze gronden zijn tevens aangewezen als 'walradarketen 1'.
Deze gronden zijn tevens aangewezen als 'walradarketen 2'.
De gronden met de aanduiding 'Leiding - Afsluiterschema' mogen worden gebruikt voor:
De gronden met de aanduiding 'Bedrijf - Nutsbedrijf' en de daarbij aansluitende gronden mogen worden gebruikt voor
met de daarbij behorende:
Toegestaan zijn:
Ter plaatse van en in de directe omgeving van de met een indicatieve aanduiding aangegeven functie mag worden gebouwd ten behoeve van deze functie en in overeenstemming met de regels die voor de bebouwing ten behoeve van deze functie gelden.
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functies Agrarisch - aquacultuurbedrijf, Agrarisch - grondgebonden agrarisch bedrijf of Agrarisch - intensieve kwekerij geldt het volgende:
Bij aanvragen voor omgevingsvergunning voor bouwen wordt door initiatiefnemers in ieder geval ook een tekening overlegd van het – eventueel gewijzigde – bouwblok met alle aanwezige bebouwing zodat eenvoudig bepaald kan worden of de aangevraagde bebouwing binnen het bouwblok is gesitueerd.
De bestaande bedrijfsvloeroppervlakte van gebouwen en overkappingen ten behoeve van een intensieve veehouderij mag niet worden vergroot.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 50.1 bepaalde voor vergroting van de bestaande bedrijfsvloeroppervlakte van gebouwen en overkappingen ten behoeve van een neventak intensieve veehouderij tot ten hoogste 2.100 m² waarbij geldt:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Agrarisch - glastuinbouw geldt het volgende:
Bij aanvragen voor omgevingsvergunning voor bouwen wordt door initiatiefnemers in ieder geval ook een tekening overlegd van het – eventueel gewijzigde – bouwblok met alle aanwezige bebouwing zodat eenvoudig bepaald kan worden of de aangevraagde bebouwing binnen het bouwblok is gesitueerd.
Voor de functie op deze indicatief aangeduide locatie is de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitbreiding uitgesloten' opgenomen.
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Agrarisch - intensieve veehouderij geldt het volgende:
Bij aanvragen voor omgevingsvergunning voor bouwen wordt door initiatiefnemers in ieder geval ook een tekening overlegd van het – eventueel gewijzigde – bouwblok met alle aanwezige bebouwing zodat eenvoudig bepaald kan worden of de aangevraagde bebouwing binnen het bouwblok is gesitueerd.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 53 onder h voor vergroting van de bestaande bedrijfsvloeroppervlakte van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de intensieve veehouderij waarbij geldt:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Bedrijf - agrarisch aanverwant of Agrarisch - agrarisch en agrarisch aanverwant bedrijf geldt het volgende:
Bij aanvragen voor omgevingsvergunning voor bouwen wordt door initiatiefnemers in ieder geval ook een tekening overlegd van het – eventueel gewijzigde – bouwblok met alle aanwezige bebouwing zodat eenvoudig bepaald kan worden of de aangevraagde bebouwing binnen het bouwblok is gesitueerd.
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Manege geldt het volgende:
Bij aanvragen voor omgevingsvergunning voor bouwen wordt door initiatiefnemers in ieder geval ook een tekening overlegd van het – eventueel gewijzigde – bouwblok met alle aanwezige bebouwing zodat eenvoudig bepaald kan worden of de aangevraagde bebouwing binnen het bouwblok is gesitueerd.
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functies Bedrijf tot en met categorie 2, Bedrijven uit categorie 3.1, Bedrijven uit categorie 3.2, Detailhandel, Horeca, Dagrecreatie, Dagrecreatie 1 of Verblijfsrecreatie 1, inclusief de medegebruiksfuncties, geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Begraafplaats geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Cultuurhistorie geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de functie Jachthaven geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Nutsvoorziening geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Sport geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Verblijfsrecreatie geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Volkstuin geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Wonen inclusief de medegebruiksfuncties, geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de indicatief begrensde functie Verzorgingsplaats geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de exploitatie, het beheer en onderhoud van de Westerscheldetunnel geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de functie 'Leiding - afsluiterschema' geldt het volgende:
Voor de toelaatbare bebouwing ten behoeve van de functie Bedrijf - Nutsbedrijf geldt het volgende:
Voor de functie op deze locatie geldt het aangeduide suggestievlak voor bebouwing zoals opgenomen in artikel 49 Specifieke bouwaanduiding agrarisch bedrijf, artikel 51 Specifieke bouwaanduiding glastuinbouwbedrijf, artikel 53 Specifieke bouwaanduiding intensieve veehouderij, artikel 54 Specifieke bouwaanduiding agrarisch en/of agrarisch aanverwant bedrijf of artikel 55 Specifieke bouwaanduiding manege.
Voor de functie op deze indicatief aangeduide locatie bedraagt de maximale bebouwingsoppervlakte zoals bedoeld in de regels: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong>m², zijnde de maximale bebouwingsoppervlakte zoals vermeld in het plan.
Voor de functie op deze indicatief aangeduide locatie bedraagt het aantal bedrijfswoningen: <strong data-attribute=”waarde1”>x</strong>, zijnde het aantal bedrijfswoningen zoals vermeld in het plan.
Indien en voorzover hier op grond van dit plan bebouwing is toegestaan geldt het volgende:
Bouwen binnen het gebied van 'walradarketen 1' is uitsluitend toegestaan tot een bouwhoogte die de hoogte van de aangrenzende dijk langs de Westerschelde niet overschrijdt.
Voor bebouwing hoger dan de dijk geldt dat bebouwing uitsluitend is toegestaan indien het belang van de walradarketen niet onevenredig wordt geschaad; hierover wordt de beheerder van de walradarketen advies gevraagd.
Bouwwerken met een oppervlakte van meer dan 500 m2 binnen het gebied van 'walradarketen 2' zijn uitsluitend toegestaan tot een bouwhoogte die de hoogte van de aangrenzende dijk langs de Westerschelde niet overschrijdt. Voor bebouwing groter dan 500 m2 alsmede hoger dan de dijk geldt dat bebouwing uitsluitend is toegestaan indien het belang van de walradarketen niet onevenredig wordt geschaad; hierover wordt de beheerder van de walradarketen advies gevraagd.
Toegestaan zijn:
Voor anti-hagelgeneratoren geldt:
Voorzover voor teeltondersteunende voorzieningen op gronden in agrarisch gebruik sprake is van bouwen geldt:
Op agrarische gronden, uitsluitend ter plaatse van suggestievlakken of bouwblokken ten behoeve van een agrarisch bedrijf met de indicatieve aanduiding Agrarisch – aquacultuurbedrijf, Agrarisch – glastuinbouw, Agrarisch - grondgebonden agrarisch bedrijf, Agrarisch – intensieve kwekerij, Agrarisch – intensieve veehouderij, Agrarisch – agrarisch en agrarisch aanverwant bedrijf is het oprichten van mestbassins als bouwwerk, mestzak of foliebassin toegestaan, onder de volgende voorwaarden:
Voorts zijn nog toegestaan:
Met betrekking tot bestaande maten en afstanden gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 76.1 onder c voor:
Hierbij geldt dat afwijking is toegestaan voor zover een bijdrage wordt geleverd aan de versterking van:
en geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
De volgende gebouwen en overkappingen, uitsluitend ten behoeve van de toegelaten functie, waarbij het volgende geldt:
De volgende bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, uitsluitend ten behoeve van de toegelaten functie, waarbij het volgende geldt:
Op deze gronden is tevens het vastgestelde inpassingsplan 'net op zee Borssele' van toepassing, waarbij geldt:
Op deze gronden is tevens het vastgestelde inpassingsplan 'Zuid-West 380 kV west' van toepassing waarbij geldt:
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor aardgastransportleidingen met de daarbij behorende belemmeringenstroken, waarvan de leidingen een zodanige druk en diameter hebben dat de 10-6 plaatsgebonden risicocontour vanwege de leidingen liggen binnen het geometrisch bepaald vlak met de functie Leiding - Gas.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor een ondergrondse hoogspanningsverbinding met een maximum spanning van 150 kV.
Omgevingsvergunning om van het bepaalde in artikel 80.1 af te wijken kan door het bevoegd gezag worden verleend voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de op basis van Hoofdstuk 1 toelaatbare functies, met dien verstande dat:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor bovengrondse hoogspanningsverbindingen van 150 of 380 kV.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor hoofdtransportbuisleidingen die in het geval dat deze risicocontouren hebben, een zodanige druk en diameter hebben dat de 10-6-plaatsgebonden risicocontour liggen binnen het geometrisch bepaald vlak met de functie Leiding - Leidingstrook.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor leidingen voor het transport van ruwe olie, nafta, gasolie, petroleum, met de daarbij behorende belemmeringenstroken, waarvan de leidingen een zodanige druk en diameter hebben dat de 10-6 plaatsgebonden risicocontour vanwege de leidingen liggen binnen het geometrisch bepaald vlak met de functie Leiding - Olie dan wel, indien aanwezig, met de functie Veiligheidszone leidingen.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor leidingen voor het transport van propyleen, met de daarbij behorende belemmeringenstroken, waarvan de leidingen een zodanige druk en diameter hebben dat de 10-6 plaatsgebonden risicocontour vanwege de leidingen liggen binnen het geometrisch bepaald vlak met de functie Leiding - Propyleen dan wel, indien aanwezig, met de functie Veiligheidszone leidingen.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor rioolleidingen.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor waterleidingen.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan pas worden verleend, indien:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Bouwen ten behoeve van de hoogspanningsverbinding en vervanging van de bestaande hoogspanningsmasten is toegestaan:
met dien verstande dat, indien sprake is van een samenvallende functie Waterkering, er geen sprake is van een onevenredige nadelige invloed op de waterkerende functie van de Waterkering.
Bouwen ten behoeve van het bovengrondse gastransport is toegestaan met dien verstande dat, indien sprake is van een samenvallende functie Waterkering, er geen sprake is van een onevenredige nadelige invloed op de waterkerende functie van de Waterkering.
Bouwen ten behoeve van de leidingen is toegestaan met dien verstande dat, indien sprake is van een samenvallende functie Waterkering, er geen sprake is van een onevenredige nadelige invloed op de waterkerende functie van de Waterkering.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden toegestane functies mag - met inachtneming van de voor de betrokken functie(s) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 87.2:
De leidingbeheerder van de desbetreffende leiding wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, en b alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor de regionale waterkering en de waterbeheersing.
Het bepaalde in Artikel 76 Algemeen toelaatbare gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is van toepassing.
Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden toegestane functies zijn niet toegestaan, met uitzondering van reeds bestaande bouwwerken.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 88.3:
De beheerder van de waterkering wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Toegestaan is het medegebruik van de gronden voor de bescherming van de primaire en regionale waterkering.
Het bepaalde in Artikel 76 Algemeen toelaatbare gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde is van toepassing.
Ten behoeve van de andere, voor deze gronden toegestane functies mag - met inachtneming van de voor de betrokken functie(s) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 89.3:
De beheerder van de waterkering wordt vooraf gedurende drie weken in de gelegenheid gesteld schriftelijk advies uit te brengen omtrent de beoordeling bedoeld onder a, alsmede over de beperkingen en voorschriften die gesteld dienen te worden ter bescherming van de daar genoemde belangen.
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een grootschalige polder gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een grootschalige polder gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een grootschalige polder gelden de volgende regels voor nieuwbouw ter vervanging van historische bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een grootschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op korte afstand van historische (bedrijfs)bebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een grootschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op grote afstand van historische (bedrijfs)bebouwing of bij een complex zonder historische kenmerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een kleinschalige polder gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een kleinschalige polder gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een kleinschalige polder gelden de volgende regels voor nieuwbouw ter vervanging van historische bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een kleinschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op korte afstand van historische (bedrijfs)bebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in een kleinschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op grote afstand van historische (bedrijfs)bebouwing of bij een complex zonder historische kenmerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels voor nieuwbouw ter vervanging van historische bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op korte afstand van historische (bedrijfs)bebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van (agrarische) bedrijfsbebouwing in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op grote afstand van historische (bedrijfs)bebouwing of bij een complex zonder historische kenmerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een grootschalige polder gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een grootschalige polder gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een grootschalige polder gelden de volgende regels voor nieuwbouw ter vervanging van historische bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een grootschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op korte afstand van historische (bedrijfs)bebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een grootschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op grote afstand van historische (bedrijfs)bebouwing of bij een complex zonder historische kenmerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een kleinschalige polder gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een kleinschalige polder gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een kleinschalige polder gelden de volgende regels voor nieuwbouw ter vervanging van historische bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een kleinschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op korte afstand van historische (bedrijfs)bebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in een kleinschalige polder gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op grote afstand van historische (bedrijfs)bebouwing of bij een complex zonder historische kenmerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels voor nieuwbouw ter vervanging van historische bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op korte afstand van historische (bedrijfs)bebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van een (agrarische) bedrijfsloods in de Poel en heggengebied Nisse gelden de volgende regels voor (vervangende) nieuwbouw van bedrijfsbebouwing op grote afstand van historische (bedrijfs)bebouwing of bij een complex zonder historische kenmerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van nieuwvestiging van (agrarische) bedrijfsbebouwing gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van nieuwvestiging van (agrarische) bedrijfsbebouwing gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van nieuwvestiging van (agrarische) bedrijfsbebouwing gelden de volgende regels voor de bedrijfsbebouwing:
Voor een goede beeldkwaliteit van nieuwvestiging van (agrarische) bedrijfsbebouwing gelden de volgende regels voor de bedrijfswoning in de vorm van een boerenhofstedewoning:
Voor een goede beeldkwaliteit van nieuwvestiging van (agrarische) bedrijfsbebouwing gelden de volgende regels voor de bedrijfswoning in een hedendaagse architectuurstijl:
Op de locaties met meerdere van onderstaande typologieën is de toekenning van de typologie als volgt waarbij tevens geldt van voor de locaties zoals genoemd geen dakkapellen zijn toegestaan:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de woning:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de schuur:
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een schuurboerderij of boerenbedoeninkje gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de woning:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende regels voor de gevelindeling, kleur- en materiaalgebruik van de schuur:
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een boerenhofstede gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een Zeeuwse arbeiderswoning gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een Zeeuwse arbeiderswoning gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een Zeeuwse arbeiderswoning gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een Zeeuwse arbeiderswoning gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een Zeeuwse arbeiderswoning gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een Zeeuwse arbeiderswoning gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '15/'25-woning met een zadeldak gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '15/'25-woning met een zadeldak gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '15/'25-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '15/'25-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '15/'25-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '15/'25-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '20-/'30-woning met een mansardekap gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '20-/'30-woning met een mansardekap gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '20-/'30-woning met een mansardekap gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '20-/'30-woning met een mansardekap gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '20-/'30-woning met een mansardekap gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '20-/'30-woning met een mansardekap gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een zadeldak gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een zadeldak gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een zadeldak gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een paraboolkap gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een paraboolkap gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een paraboolkap gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een paraboolkap gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een paraboolkap gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '30-woning met een paraboolkap gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van Amsterdamse Schoolbebouwing gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van Amsterdamse Schoolbebouwing gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van Amsterdamse Schoolbebouwing gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van Amsterdamse Schoolbebouwing gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van Amsterdamse Schoolbebouwing gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van Amsterdamse Schoolbebouwing gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de woning:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden – indien de schuur eveneens dateert uit de wederopbouwperiode – de volgende regels voor de gevelindeling, kleur- en materiaalgebruik van de schuur:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing uit de wederopbouwperiode gelden de volgende regels voor de dakkapellen:
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de woning:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende regels voor de gevelindeling, kleur- en materiaalgebruik van de schuur:
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een herverkavelingsboerderij gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '60-/'70-woning gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '60-/'70-woning gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '60-/'70-woning gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '60-/'70-woning gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '60-/'70-woning gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren '60-/'70-woning gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning in een hedendaagse architectuurstijl gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning in een hedendaagse architectuurstijl gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning in een hedendaagse architectuurstijl gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning in een hedendaagse architectuurstijl gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning in een hedendaagse architectuurstijl gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een woning in een hedendaagse architectuurstijl gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een veldschuur gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een veldschuur gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een veldschuur gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een jaren veldschuur gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van een veldschuur gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een sportpark gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een sportpark gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een sportpark gelden de volgende regels voor situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een sportpark gelden de volgende regels voor gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een sportpark gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een begraafplaats gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een begraafplaats gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een begraafplaats gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een begraafplaats gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een begraafplaats gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een begraafplaats gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik het station (woning):
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de goederenloods (bijgebouw bij de woning):
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de bedrijfsgebouwen:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van het weeghuisje:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing op een spoorwegemplacement gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij het station (woning):
Voor een goede beeldkwaliteit van het fort gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het fort gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het fort gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van het fort gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van het fort gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp en de overige gebouwen gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de molen of molenromp:
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de overige gebouwen:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp en de overige gebouwen gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een molen of molenromp gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van de hooimijt (bezoekerscentrum):
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende regels voor de gevelindeling, kleur- en materiaalgebruik van de stal en de wagenschuur:
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van de schaapskooi gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing gerelateerd aan de Westerscheldetunnel gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing gerelateerd aan de Westerscheldetunnel gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing gerelateerd aan de Westerscheldetunnel gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing gerelateerd aan de Westerscheldetunnel gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van bebouwing gerelateerd aan de Westerscheldetunnel gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van het voormalige wachtlokaal gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het voormalige wachtlokaal gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het voormalige wachtlokaal gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van het voormalige wachtlokaal gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van het voormalige wachtlokaal gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van de voormalige meestoof gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de voormalige meestoof gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de voormalige meestoof gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van de voormalige meestoof gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik van het woongedeelte:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede beeldkwaliteit van de voormalige meestoof gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende regels voor de vlinderkas:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende regels voor de speelhal:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende regels voor de bedrijfswoning:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende regels voor het restaurant:
Voor een goede beeldkwaliteit van de Tropical Zoo gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van het trekkermuseum gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het trekkermuseum gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het trekkermuseum gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van het trekkermuseum gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van het trekkermuseum gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van het trekkermuseum gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van een trafohuisje gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een trafohuisje gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een trafohuisje gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een trafohuisje gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van een trafohuisje gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een communicatieobject gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een communicatieobject gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een communicatieobject gelden de volgende regels voor het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van een gemaal gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een gemaal gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van een gemaal gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van een gemaal gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van een gemaal gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van een gemaal gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van de radarpost gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de radarpost gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van de radarpost gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van de radarpost gelden de volgende regels voor het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van de radarpost gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede beeldkwaliteit van het sectorlicht gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het sectorlicht gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van het sectorlicht gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede beeldkwaliteit van het sectorlicht gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van het sectorlicht gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een rijksmonument gelden de volgende regels:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een rijksmonument gelden de volgende algemene regels:
Voor de technische criteria wordt verwezen naar bijlage 6.
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een rijksmonument gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een rijksmonument gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een rijksmonument gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van rijksmonument gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een gemeentelijk monument gelden de volgende regels:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een gemeentelijk monument gelden de volgende algemene regels:
Voor de technische criteria wordt verwezen naar bijlage 6.
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een gemeentelijk monument gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een gemeentelijk monument gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een gemeentelijk monument gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van gemeentelijk monument gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een beeldbepalend pand gelden de volgende regels:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een beeldbepalend pand gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een beeldbepalend pand gelden de volgende regels voor de situering, massa en vorm:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een beeldbepalend pand gelden de volgende regels voor de gevelindeling en het kleur- en materiaalgebruik:
Beleid is om hier uiterst terughoudend mee om te gaan en waar mogelijk te kiezen voor het renoveren/restaureren van de bestaande gemetselde gevels.
Voor een goede (beeld)kwaliteit van een beeldbepalend pand gelden de volgende regels voor de detaillering:
Voor een goede (beeld)kwaliteit van beeldbepalend pand gelden de volgende regels voor de aan- of uitgebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden de volgende regels voor de plaatsing en het aantal:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden de volgende regels voor de maatvoering:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden de volgende regels voor de vormgeving:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden de volgende regels voor het kleur- en materiaalgebruik:
Voor een goede beeldkwaliteit van dakkapellen gelden bij een aantal afwijkende kapvormen en bebouwingstypologieën de volgende aanvullende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van erfafscheidingen gelden de volgende regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van erfafscheidingen gelden de volgende algemene regels:
Voor een goede beeldkwaliteit van gebouwde erfafscheidingen gelden de volgende regels voor de maatvoering en vormgeving:
Voor een goede beeldkwaliteit van gebouwde erfafscheidingen gelden de volgende regels voor het kleur- en materiaalgebruik:
Indien er sprake is van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing gelden de volgende regels voor een goede beeldkwaliteit:
De algemene regels voor een goede beeldkwaliteit liggen ten grondslag aan elke planbeoordeling en zijn bij het opstellen van de regels per typologie in acht genomen. In de praktijk zullen de regels per typologie voldoende houvast bieden voor de planbeoordeling. In bijzondere situaties kan het echter nodig zijn dat wordt teruggegrepen op de algemene regels voor een goede beeldkwaliteit.
In dat geval gelden de volgende algemene regels voor een goede beeldkwaliteit:
Voor de beoordeling van een bouwplan aan de in '6 Op deze locatie gelden regels voor een goede beeldkwaliteit' opgenomen regels voor een goede beeldkwaliteit gelden de volgende regels:
Indien het bouwplan betrekking heeft op het bouwen en/of verbouwen van een bouwwerk dat valt onder de werking van artikel 128 of artikel 129 winnen burgemeester en wethouders tevens advies in bij de gemeentelijke monumentencommissie met betrekking tot de vraag of:
Het is verboden om het uiterlijk van een bestaand bouwwerk in een toestand te brengen en/of te houden die in ernstige mate in strijd is met de regels voor een goede beeldkwaliteit zoals opgenomen in '6 Op deze locatie gelden regels voor een goede beeldkwaliteit'.
Om te bepalen of sprake is van een toestand die in ernstige mate in strijd is met de regels voor een goede beeldkwaliteit moet sprake zijn van een buitensporigheid in het uiterlijk van het bouwwerk die ook voor niet-deskundigen evident is en die afbreuk doet aan de uiterlijke kwaliteit van een gebied. Vaak heeft die buitensporigheid betrekking op:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor zover dit betreft de regels voor een goede beeldkwaliteit, zoals opgenomen in de artikelen 90 tot en met 136. Deze bevoegdheid beperkt zich tot het op ondergeschikte onderdelen aanpassen van regels voor een goede beeldkwaliteit, binnen de door de raad gestelde kaders. Deze kaders bestaan uit de typologieën en stedenbouwkundige en cultuurhistorische kenmerken van het buitengebied.
Omgevingsvergunning om van het toelaatbare gebruik en bouwen af te wijken kan door het bevoegd gezag worden verleend voor bijzondere overnachtingsplaatsen ten behoeve van verblijfsrecreatief gebruik op bijzondere locaties.
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat:
Voor de toepassing van de beoordelingsregel zoals genoemd in lid 138.2 onder b gelden de volgende, niet limitatieve, referentiebeelden ter ondersteuning van de creatieve invulling van bijzondere overnachtingsplaatsen.
In het kerngebied de Poel en heggengebied Nisse zijn veranderingen van gebruik en bouwen toegestaan met dien verstande dat:
waarbij:
De ruimtelijke kwaliteit van het kerngebied de Poel en het heggenlandschap rond Nisse wordt bepaald door:
Het is verboden het toegelaten gebruik in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden zoals vermeld in tabel 139.1
Tabel 139.1
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
wordt ingediend via het gemeentelijke digitale loket of schriftelijk voor aanvang van de realisatie van de voorgenomen verandering.
Omgevingsvergunning om van het toelaatbare gebruik en bouwen af te wijken kan door het bevoegd gezag worden verleend voor de volgende functies of bouwwerken:
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden – voor zover relevant – zoals vermeld in tabel 139.2.
Tabel 139.2.
Bij het toepassen van het bepaalde in lid 139.4.1 onder h winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van beeldkwaliteit omtrent de vraag of voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.
In afwijking van de beoordelingsregels in lid 139.4.2 kan medewerking worden verleend indien het initiatief niet of in onvoldoende mate voldoet aan een of meerdere van de beoordelingsregels maar na een integrale afweging van alle beoordelingsaspecten, als aanvaardbaar en passend binnen de Gebiedsbeschrijving kan worden aangemerkt. Hiervan kan alleen sprake zijn indien het initiatief op een of meerdere andere beoordelingsregels in meer dan ruime mate voldoet. Indien niet aan de beoordelingsregels voor 'geluid' of 'gezondheid en milieu' wordt voldaan kan geen medewerking worden verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
Voor een verandering als bedoeld in 139.5.1 gelden de volgende beoordelingsregels waarbij geldt dat:
Tabel 139.3
Tabel 139.4
Bij het toepassen van het bepaalde in tabel 139.3 onder 'beeldkwaliteit' winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van beeldkwaliteit omtrent de vraag of voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.
In de kleinschalige polders zijn veranderingen van gebruik en bouwen toegestaan met dien verstande dat:
waarbij:
De ruimtelijke kwaliteit van de kleinschalige polders wordt bepaald door:
Het is verboden het toegelaten gebruik in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden – voor zover relevant – zoals vermeld in tabel 140.1
Tabel 140.1
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
wordt ingediend via het gemeentelijke digitale loket of schriftelijk voor aanvang van de realisatie van de voorgenomen verandering.
Omgevingsvergunning om van het toelaatbare gebruik en bouwen af te wijken kan door het bevoegd gezag worden verleend voor de volgende functies of bouwwerken:
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden – voor zover relevant – zoals vermeld in tabel 140.2
Tabel 140.2
Bij het toepassen van het bepaalde in lid 140.4.1 onder i winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van beeldkwaliteit omtrent de vraag of voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.
In afwijking van de beoordelingsregels in lid 140.4.2 kan medewerking worden verleend indien het initiatief niet of in onvoldoende mate voldoet aan een of meerdere van de beoordelingsregels maar na een integrale afweging van alle beoordelingsaspecten, als aanvaardbaar en passend binnen de Gebiedsbeschrijving kan worden aangemerkt. Hiervan kan alleen sprake zijn indien het initiatief op een of meerdere andere beoordelingsregels in meer dan ruime mate voldoet. Indien niet aan de beoordelingsregels voor 'geluid' of 'gezondheid en milieu' wordt voldaan kan geen medewerking worden verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
Voor een verandering als bedoeld in 140.5.1 gelden de volgende beoordelingsregels waarbij geldt dat:
Tabel 140.3
Tabel 140.4
Bij het toepassen van het bepaalde in tabel 140.3 onder 'beeldkwaliteit' winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van beeldkwaliteit omtrent de vraag of voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.
In de grootschalige polders zijn veranderingen van gebruik en bouwen toegestaan met dien verstande dat:
waarbij:
De ruimtelijke kwaliteit van de grootschalige polders wordt bepaald door:
Het is verboden het toegelaten gebruik in de volgende situaties te veranderen zonder voorafgaande melding aan burgemeester en wethouders:
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden – voor zover relevant – zoals vermeld in tabel 141.1
Tabel 141.1
Voor het doen van een melding geldt de volgende procedureregel:
wordt ingediend via het gemeentelijke digitale loket of schriftelijk voor aanvang van de realisatie van de voorgenomen verandering.
Omgevingsvergunning om van het toelaatbare gebruik en bouwen af te wijken kan door het bevoegd gezag worden verleend voor de volgende functies of bouwwerken:
De volgende beoordelingsregels zijn van toepassing waarbij geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden – voor zover relevant – zoals vermeld in tabel 141.2
Tabel 141.2
Bij het toepassen van het bepaalde in lid 141.4.1 onder j winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van beeldkwaliteit omtrent de vraag of voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.
In afwijking van de beoordelingsregels in lid 141.4.2 kan medewerking worden verleend indien het initiatief niet of in onvoldoende mate voldoet aan een of meerdere van de beoordelingsregels maar na een integrale afweging van alle beoordelingsaspecten, als aanvaardbaar en passend binnen de Gebiedsbeschrijving kan worden aangemerkt. Hiervan kan alleen sprake zijn indien het initiatief op een of meerdere andere beoordelingsregels in meer dan ruime mate voldoet. Indien niet aan de beoordelingsregels voor 'geluid' of 'gezondheid en milieu' wordt voldaan kan geen medewerking worden verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden gericht op de realisering en instandhouding van de landschappelijke inpassing.
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen voor:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
Voor een verandering als bedoeld in 141.5.1 gelden de volgende beoordelingsregels waarbij geldt dat:
Tabel 141.3
Tabel 141.4
Bij het toepassen van het bepaalde in tabel 141.3 onder 'beeldkwaliteit' winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van beeldkwaliteit omtrent de vraag of voldaan wordt aan de genoemde voorwaarden.
Voor zover in het voorgaande een 'goede landschappelijke inpassing' is voorgeschreven gelden de volgende:
De kenmerken van het gebied zoals opgenomen in lid 142.1 zijn daarbij richtinggevend voor de beoordeling of sprake is van een goede landschappelijke inpassing.
De Poel is een grootschalig en open gebied. De (opgaande) erfbeplantingen spelen hier een belangrijke rol in het landschapsbeeld. In de randen komen de karakteristieke heggengebieden voor. Van oorsprong werd de zogenaamde Zeeuwse haag aangeplant op de perceelsgrenzen of langs slootjes en diende als veekering. Het vormt een losse (niet geschoren) haag en bestaat uit soorten die een dichte ondoordringbare begroeiing vormen. Vaak zitten hier doornen aan, zoals bijvoorbeeld aan de meidoorn.
Het meest verdichte deel vormt het gebied rondom Nisse, dat gekenmerkt wordt door meidoornheggen op de perceelsgrenzen. Hierdoor ontstaat een besloten beeld en zijn de erfbeplantingen minder beeldbepalend.
Voor een goede landschappelijke inpassing gelden de volgende algemene regels:
De nadruk ligt op de toepassing van streekeigen elementen, omdat de traditionele, streekeigen erven een belangrijke landschappelijke karakteristiek vormen. De eisen die gesteld worden aan de basisinrichting - zijnde de Zeeuwse haag - zijn minder zwaar. In combinatie met de basisinrichting wordt minimaal één aan het erf toegevoegd streekeigen element gevraagd.
Regels:
het beplantingssortiment moet bestaan uit inheemse of streekeigen soorten (zie bijlage 1); erfafscheidingen moeten bestaan uit groenelementen; schuttingen, coniferen en dergelijke zijn niet toegestaan;
Voor kleinschalige kampeerterreinen gelden de volgende aanvullende regels:
Voor zover in het voorgaande een 'goede landschappelijke inpassing' is voorgeschreven gelden de volgende:
De kenmerken van het gebied zoals opgenomen in lid 143.1 zijn daarbij richtinggevend.
De polders zijn vaak kleinschalig van opzet. De boerderijen komen op twee manieren voor: onderaan de dijk en midden in de polder, gelegen aan de polderweg. In de kleinste polders komt alleen de eerste variant voor. In de grotere polders, waar sprake is van (een stelsel van) polderwegen komen beide varianten voor.
In het geval dat de boerderijen onder aan de dijk zijn gesitueerd heeft de erfbeplanting een relatie met de beplanting op de dijken. Midden in een polder is een erfbeplanting te beschouwen als een eiland in een ruimte die dikwijls door de omringende beplanting wordt gedomineerd.
Opvallend is de veelal ruime opzet van de erven. In dit gebied zijn niet alleen de hoog opgaande beplantingen bepalend voor het boerenerf.
Doordat in dit gebied veel fruitteelt voorkomt, komen rondom het erf veel boomgaarden met laagstamfruit voor. De elzenhagen die het fruit omsluiten zijn zeer karakteristiek voor dit gebied. Af en toe wordt een boomgaard met hoogstamfruit aangetroffen, meestal dichtbij de woning. Naast de woning is ook vaak een huisweitje aanwezig. Knotbomen komen veelvuldig voor. Het betreft het traditionele, streekeigen erf van de Zak van Zuid-Beveland.
Voor een goede landschappelijke inpassing gelden de volgende algemene regels:
De nadruk ligt op de toepassing van streekeigen elementen, omdat de traditionele, streekeigen erven een belangrijke landschappelijke karakteristiek vormen. De eisen die gesteld worden aan de basisinrichting - zijnde een 5 m brede singelbeplanting zonder boomvormers - zijn minder zwaar. In combinatie met de basisinrichting wordt minimaal één aan het erf toegevoegd streekeigen element gevraagd.
Regels:
het beplantingssortiment moet bestaan uit inheemse of streekeigen soorten (zie bijlage 1) erfafscheidingen moeten bestaan uit groenelementen; schuttingen, coniferen en dergelijke zijn niet toegestaan;
Voor kleinschalige kampeerterreinen gelden de volgende aanvullende regels:
Voor zover in het voorgaande een 'goede landschappelijke inpassing' is voorgeschreven gelden de volgende:
De kenmerken van het gebied zoals opgenomen in lid 144.1 zijn daarbij richtinggevend.
Qua openheid neemt dit gebied een positie in tussen de open grootschalige polders en de kleinschalige, besloten polders. Het gebied rondom Ellewoutsdijk maakt de meest open en grootschalige indruk.
De hoofdstructuur van het landschap wordt bepaald door de wegbeplantingen. Het gaat hier om boomsingels met een onderbeplanting, waarbij de bomen vaak in een onregelmatig plantverband staan. Bij Baarland en Hoedekenskerke is het landschap fijnmazig gestructureerd door dijken. Richting Oudelande en Ellewoutsdijk krijgt het landschap een meer open en grootschalig karakter.
Ruimtelijk vormen de erfbeplantingen een belangrijke aanvulling op de landschappelijke opbouw. De erven komen meestal voor langs de beplante polderwegen. In de buurt van de dorpen wordt de concentratie hoger. De erven in dit gebied zijn over het algemeen vrij bescheiden van opzet. De variatie aan beplantingen en beplantingsvormen is in deze gebieden gering. De samenstelling is eenzijdiger. Iep, es en populier komen veelvuldig in de beplantingen voor.
Voor een goede landschappelijke inpassing gelden de volgende algemene regels:
In de Herverkavelde Oudlandpolders kan een keuze worden gemaakt uit een singelbeplanting met heesters (minimaal 5 m breed), in combinatie met één streekeigen beplantingselement, of een singelbeplanting met bomen en heesters (minimaal 10 m breed).
De nadruk ligt in de omgeving van Hoedekenskerke en Baarland op de toepassing van streekeigen elementen. De traditionele, streekeigen erven vormen een belangrijke landschappelijke karakteristiek. De eisen die gesteld worden aan de basisinrichting (singelbeplanting met heesters) zijn minder zwaar. In combinatie met de basisinrichting wordt minimaal één aan het erf toegevoegd streekeigen element gevraagd.
Het gebied in de richting van Oudelande en Ellewoutsdijk heeft een meer open karakter. Een stevige beplanting, bestaande uit een brede singelbeplanting is wenselijk. Streekeigen elementen kunnen meer terughoudend worden toegepast, maar worden niet uitgesloten. Voor de singelbeplantingen met bomen is minimaal 10 m benodigd. Als voldoende (vrije) ruimte voor de kroon van de bomen aanwezig is naast de beplantingsstrook, kan met een smallere beplantingsstrook worden volstaan. Voor een goede ontwikkeling moeten de bomen dan ook enig licht doorlaten en de struiken schaduw verdragen. Verder moet bij de soortkeuze rekening worden gehouden met de verschillen in de groeisnelheid. Voorkomen moet worden dat de beplanting transparant wordt.
Regels:
het beplantingssortiment moet bestaan uit inheemse of streekeigen soorten (zie bijlage 1) erfafscheidingen moeten bestaan uit groenelementen; schuttingen, coniferen en dergelijke zijn niet toegestaan;
Voor kleinschalige kampeerterreinen gelden de volgende aanvullende regels:
Voor zover in het voorgaande een 'goede landschappelijke inpassing' is voorgeschreven gelden de volgende:
De kenmerken van het gebied zoals opgenomen in lid 145.1 zijn daarbij richtinggevend.
De grootschalige polders hebben een minder luisterrijke uitstraling in vergelijking met andere delen van de gemeente. Het gebied is open en efficiënt ingedeeld. De polders zijn grootschalig en de dijken dikwijls onbeplant, evenals de bermen van de meeste polderwegen. De nabijheid van het Sloegebied versterkt het industriële karakter van het gebied.
De erfbeplantingen zijn over het algemeen beperkt van opzet en weinig gevarieerd in beplantingsvormen en soortensamenstelling. De erven komen voor onder aan de dijk of midden in de polder aan een weg. Door de openheid van het gebied vervullen de erfbeplantingen een belangrijke rol in het landschappelijke beeld. De erfbeplantingen zijn hier op een aantal plaatsen de enige opgaande elementen. De erfbeplantingen van de Kraaijertpolder en omgeving kenmerken zich in het algemeen door weinig variatie in beplantingsvormen en soortensamenstelling.
Voor een goede landschappelijke inpassing gelden de volgende algemene regels:
Gelet op het open, grootschalige karakter van de Kraaijertpolders is een stevige beplanting, bestaande uit een brede singelbeplanting wenselijk. Streekeigen elementen kunnen meer terughoudend worden toegepast, maar worden niet uitgesloten. Voor de singelbeplantingen met bomen is minimaal 10 m benodigd. Als voldoende (vrije) ruimte voor de kroon van de bomen aanwezig is naast de beplantingsstrook, kan met een smallere beplantingsstrook worden volstaan. Voor een goede ontwikkeling moeten de bomen dan ook enig licht doorlaten en de struiken schaduw verdragen. Verder moet bij de soortkeuze rekening worden gehouden met de verschillen in de groeisnelheid. Voorkomen moet worden dat de beplanting transparant wordt.
Regels:
het beplantingssortiment moet bestaan uit inheemse of streekeigen soorten (zie bijlage 1) erfafscheidingen moeten bestaan uit groenelementen; schuttingen, coniferen en dergelijke zijn niet toegestaan;
Voor kleinschalige kampeerterreinen gelden de volgende aanvullende regels:
Voor zover in het voorgaande een 'goede landschappelijke inpassing' is voorgeschreven gelden de volgende:
De kenmerken van het gebied zoals opgenomen in lid 146.1 zijn daarbij richtinggevend.
De polder kenmerkt zich door een grootschalige opzet met, in dit geval, een vierkante wegenstructuur. Het industriegebied vormt een belangrijke beeldbepalende factor. De hoge Westerscheldedijk vormt een ander dominant gegeven.
De polderwegen zijn momenteel onbeplant. De erven liggen langs de wegen, waarbij op een gedeelte van de Monsterweg sprake is van lintbebouwing. Langs de andere wegen vormen de erven eilanden in de grootschalige open ruimte. De variatie in beplantingsvormen en soortensamenstelling is in de Borsselepolder niet groot.
Voor een goede landschappelijke inpassing gelden de volgende algemene regels:
Gelet op het open, grootschalige karakter van de Borsselepolder is een stevige beplanting, bestaande uit een brede singelbeplanting wenselijk. Streekeigen elementen kunnen meer terughoudend worden toegepast, maar worden niet uitgesloten. Voor de singelbeplantingen met bomen is minimaal 10 m breed benodigd. Als voldoende (vrije) ruimte voor de kroon van de bomen aanwezig is naast de beplantingsstrook, kan met een smallere beplantingsstrook worden volstaan. Voor een goede ontwikkeling moeten de bomen dan ook enig licht doorlaten en de struiken schaduw verdragen. Verder moet bij de soortkeuze rekening worden gehouden met de verschillen in de groeisnelheid. Voorkomen moet worden dat de beplanting transparant wordt.
Regels:
het beplantingssortiment moet bestaan uit inheemse of streekeigen soorten (zie bijlage 1) erfafscheidingen moeten bestaan uit groenelementen; schuttingen, coniferen en dergelijke zijn niet toegestaan;
Voor kleinschalige kampeerterreinen gelden de volgende aanvullende regels:
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
met dien verstande dat daarbij sprake moet blijven van een goede regeling voor landschappelijke inpassing die aansluit bij de landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken van deelgebieden.
Het is verboden de houtopstanden die aangemerkt zijn op de lijst van beschermwaardige bomen te vellen of te doen vellen. Het verbod geldt niet voor bomen die moeten worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een Aanwijzing of last bij iepenziekte van het college van burgemeester en wethouders.
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften voorschrijven, gericht op herplant.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bomen aan te wijzen als beschermwaardige boom en deze toe te voegen aan de lijst beschermwaardige bomen of te verwijderen van de lijst beschermwaardige bomen.
Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren voor de verspreiding van de iepziekte of de vermeerdering van iepenspintkevers is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college van burgemeester en wethouders is aangeschreven verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT ) ten gevolge van inrichtingen die in dit gebied zijn gelegen geldt dat de niveaus op de gevel van geluidgevoelige functies of wanneer er geen woning binnen 50 m staat, dan geldt de afstand van 50 m vanaf de grens van de inrichting, binnen de in tabel 146.1 genoemde dagdelen niet meer mag bedragen dan de aangegeven richtwaarden.
Tabel 146.1: Richt- en grenswaarden (handhaving bestaande geluidkwaliteit)
Omgevingsvergunning om van de richtwaarde af te wijken tot maximaal de grenswaarde kan door burgemeester en wethouders worden verleend indien:
De bepalingen zoals opgenomen in lid 149.1 zijn niet van toepassing op anti-hagelgeneratoren.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in dit artikel zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de bepalingen in dit artikel, indien naar hun oordeel een strikte toepassing daarvan voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepaling(en) te dienen doelen, dan wel zou leiden tot onbillijkheden van zwaarwegende aard.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Het rapport, het onderzoeksproces dat tot het rapport heeft geleid als ook de archeologische waardestelling dienen te voldoen aan de binnen de beroepsgroep algemeen gangbare kwaliteitsafspraken en -criteria, zoals verwoord in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de provincie Zeeland.
Burgemeester en wethouders winnen ter beoordeling van het rapport schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het bouwen of de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Het rapport, het onderzoeksproces dat tot het rapport heeft geleid als ook de archeologische waardestelling dienen te voldoen aan de binnen de beroepsgroep algemeen gangbare kwaliteitsafspraken en -criteria, zoals verwoord in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de provincie Zeeland.
Burgemeester en wethouders winnen ter beoordeling van het rapport schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het bouwen of de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Het rapport, het onderzoeksproces dat tot het rapport heeft geleid als ook de archeologische waardestelling dienen te voldoen aan de binnen de beroepsgroep algemeen gangbare kwaliteitsafspraken en -criteria, zoals verwoord in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de provincie Zeeland.
Burgemeester en wethouders winnen ter beoordeling van het rapport schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het bouwen of de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van:
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
Het rapport, het onderzoeksproces dat tot het rapport heeft geleid als ook de archeologische waardestelling dienen te voldoen aan de binnen de beroepsgroep algemeen gangbare kwaliteitsafspraken en -criteria, zoals verwoord in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA) en de Regeling aanvullende richtlijnen voor archeologisch onderzoek in de provincie Zeeland.
Burgemeester en wethouders winnen ter beoordeling van het rapport schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het bouwen of de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de archeologische waarden te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid een herziening van dit omgevingsplan vast te stellen met het doel:
Op deze gronden gelden bij de bouw van enig bouwwerk de volgende hoogteregels:
Het is verboden om binnen 100 m vanaf de molen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Omgevingsvergunning om van de hoogteregels in 155.1 en/of het gestelde verbod in 155.2.1 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
Bij de voorbereiding van de afwijking wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van een molendeskundige omtrent het bepaalde onder a.
Op deze gronden gelden bij de bouw van enig bouwwerk de volgende hoogteregels:
Het is verboden om binnen 100 m vanaf de molen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Omgevingsvergunning om van de hoogteregels in 156.1 en/of het gestelde verbod in 156.2.1 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
Bij de voorbereiding van de afwijking wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van een molendeskundige omtrent het bepaalde onder a.
Het is verboden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien de werken en werkzaamheden geen onevenredige nadelige invloed hebben op de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de vliedberg.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de cultuurhistorische waarden en/of de landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de cultuurhistorische waarden en/of landschappelijke kwaliteiten.
Bij de toepassing van het bepaalde in '2 Wat mag ik op deze locatie bouwen (bouwregels)' geldt dat de bebouwing moet voldoen aan de regels voor een goede beeldkwaliteit zoals uitgewerkt in '6 Op deze locatie gelden regels voor een goede beeldkwaliteit'.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in 158.2 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan door het bevoegd gezag worden verleend, indien:
Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen, of daaraan onderhoud te onthouden dat voor de instandhouding daarvan noodzakelijk is.
Bij de toepassing van het bepaalde in '2 Wat mag ik op deze locatie bouwen (bouwregels)' geldt dat de bebouwing moet voldoen aan de regels voor een goede beeldkwaliteit zoals uitgewerkt in '6 Op deze locatie gelden regels voor een goede beeldkwaliteit'.
Het is verboden een gemeentelijk monument:
Het verbod is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in lid 159.2 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van de monumentenzorg maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden aan een gemeentelijk monument. Deze regels kunnen mede inhouden een vrijstelling van het verbod, bedoeld in lid 159.2, of een plicht tot het melden van handelingen bedoeld in het lid 159.2.1.
De omgevingsvergunning voor het afwijken zoals bedoeld in lid 159.2.2 kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken:
Bij de toepassing van het bepaalde in '2 Wat mag ik op deze locatie bouwen (bouwregels)' geldt dat de bebouwing moet voldoen aan de regels voor een goede beeldkwaliteit zoals uitgewerkt in '6 Op deze locatie gelden regels voor een goede beeldkwaliteit'.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
waarbij de gekapte of gevelde boom wordt vervangen door de aanplant van een inheemse, streekeigen zogenaamde ' eerste orde grootte bomen' zoals opgenomen in bijlage 1.
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in artikel 161.1.1 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan door het bevoegd gezag worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de landschappelijke openheid.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
waarbij de gekapte of gevelde boom wordt vervangen door de aanplant van een inheemse, streekeigen zogenaamde ' eerste orde grootte bomen' zoals opgenomen in bijlage 1.
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in artikel 162.1.1 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan door het bevoegd gezag worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden en/of landschappelijke kwaliteiten.
Het is verboden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Dit verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
waarbij de gekapte of gevelde boom wordt vervangen door de aanplant van een inheemse, streekeigen zogenaamde ' eerste orde grootte bomen' zoals opgenomen in bijlage 1.
Een omgevingsvergunning om van het gestelde verbod in artikel 163.1.1 af te wijken (omgevingsvergunning voor het afwijken) kan door het bevoegd gezag worden verleend, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften aan de omgevingsvergunning voor het afwijken verbinden om schade aan de natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteiten te voorkomen. Maatwerkvoorschriften zijn gericht op het behoud van de natuurwaarden, cultuurhistorische waarden en/of landschappelijke kwaliteiten.
Deze gronden zijn aangewezen voor meerdere van de volgende medegebruiksfuncties: Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanning, Leiding - Hoogspanningsverbinding, Leiding - Leidingstrook, Leiding - Olie, Leiding - Propyleen, Leiding - Riool, Leiding - Water, Waterstaat - Waterkering, Beschermingszone waterkeringen, Waarde - Archeologie 1, Waarde - Archeologie 2, Waarde - Archeologie 3, Waarde - Archeologie waterbodems, Waarde - Vliedberg, Waarde - Landschappelijke openheid in agrarisch gebied, Waarde - Natuur en landschapswaarden in agrarisch gebied of Waarde - Natuur en landschapswaarden op dijken.
Hier geldt het volgende: er worden geen bouwwerken, werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden toegelaten indien deze op grond van één van de vormen van medegebruik niet toelaatbaar zijn.
Binnnen de aanduiding 'veiligheidszone - Sloegebied ' zijn kwetsbare objecten niet toegestaan als die geen functionele binding met het zeehaven- en industrieterrein hebben.
Binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen geen kwetsbare objecten worden gerealiseerd en wordt voorkomen dat door conversie van beperkt kwetsbare objecten, alsnog kwetsbare objecten ontstaan.
Binnen de aanduiding 'veiligheidszone - leidingen' mogen geen kwetsbare objecten worden gerealiseerd en wordt voorkomen dat door conversie van beperkt kwetsbare objecten, alsnog kwetsbare objecten ontstaan.
het Omgevingsplan Buitengebied Borsele 2018, gedeelte Zwinweg 17, 2021 met identificatienummer NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002 van de gemeente Borsele.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0654.OPBGBZW172021-0002
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan het agrarisch buitengebied gelieerd bedrijf, nader te onderscheiden in:
een niet-industrieel bedrijf gericht op het opslaan en leveren van goederen aan agrarische bedrijven en/of het opslaan, bewerken en verwerken van producten, die afkomstig zijn van agrarische bedrijven, waaronder tevens wordt begrepen een zaadveredelingsbedrijf;
een bedrijf dat overwegend is gericht op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven en groene en blauwe functies in het buitengebied, zo nodig met behulp van werktuigen en apparatuur, en op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur; kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, mest(stoffen)bewerking en/of – distributie, onderhoud van (openbare) groenvoorzieningen, natuur- en bosbouw en ander daaraan gerelateerd (agrarisch) grondwerk.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen (of veredelen) van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
de Agrarische Adviescommissie Zeeland dan wel een andere door het bevoegd gezag aan te wijzen deskundige, of commissie van deskundigen, op het gebied van land- en tuinbouw.
het gebruik van onbebouwde gronden voor:
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
de gemeentelijke archeoloog dan wel een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van archeologie.
onderzoek dat uitgevoerd wordt conform de BRL 4000 en dat verricht wordt door een onderzoeksbureau of instelling die beschikt over een geldig certificaat voor de gevraagde KNA-protocollen.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op in dat gebied voorkomende archeologische sporen en relicten.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten.
de in het kader van dit plan aan een gebouw toegekende waarde gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de gevels, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik eventueel in samenhang met de omgeving.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming met winstoogmerk gericht op het uitvoeren van werkzaamheden en/of het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
het gebruik van (een gedeelte van) een woning en/of bijbehorende bouwwerken voor bedrijfs- en/of beroepsmatige activiteiten of een praktijkruimte, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt.
de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsvoering benodigde vloeroppervlakte.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de toegestane functie van het gebouw of het terrein.
een beperkt kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, of diens rechtsopvolger.
beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
bomen opgenomen op de lijst van waardevolle bomen zoals deze is weergegeven op de website beschermwaardige bomen van de gemeente Borsele.
het aantal legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan, met dien verstande dat indien met verifieerbare informatie (zoals bedrijfsregister, identificatie en registratiesysteem) aangetoond kan worden dat op het moment van vaststelling van het plan het feitelijk, legaal aanwezige aantal dieren meer bedraagt dan het legaal aanwezige aantal dierplaatsen, de legaal aanwezige aantallen dieren bepalend zijn voor de bestaande ammoniakemissie.
de afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktemaat, die bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden.
bestaande aantal dierplaatsen voor de bestaande diersoorten, vermenigvuldigd met de ammoniakemissiefactoren van het bestaande stalsysteem.
de gezamenlijke oppervlakte van vaste vloeren in gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, – mestdoorlatende vloeren daaronder begrepen – die worden of kunnen worden gebruikt voor de huisvesting van dieren ten behoeve van intensieve veehouderij, waaronder begrepen de hok- of stalruimte, inclusief scheidingswanden en gangpaden, zoals die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen.
de diersoorten waarvoor de legaal gerealiseerde dierplaatsen zoals aanwezig ten tijde van de vaststelling van het plan zijn gebouwd.
gebouwen die op het tijdstip van:
tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het legaal gerealiseerde stalsysteem ten tijde van de vaststelling van het plan; bedoeld zijn de stalsystemen overeenkomstig de unieke stalbeschrijvingen van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav).
voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu de meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die – kosten en baten in aanmerking genomen – economisch en technisch haalbaar in de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld.
een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak, nader te onderscheiden in:
een, ter plaatse van en aansluitend aan een indicatieve aanduiding, gesitueerd denkbeeldig vlak met flexibele grenzen zoals in het plan beschreven waar de bebouwing ten behoeve van een agrarisch bedrijf, manege of een agrarisch aanverwant bedrijf is toegestaan; voor de toepassing wordt ook gewezen op de regels voor het suggestievlak voor bouwen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor de toegelaten functies geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van de functie hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om ter plaatse te functioneren.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren.
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van cultuurhistorie.
de in het kader van dit plan aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten.
speciaal aangelegde accommodatie al dan niet overdekt ten behoeve van dagrecreatie.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake beeldkwaliteit (welstand).
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek op het bezoekadres rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen zoals een reis- of uitzendbureau, kapsalon, pedicure, schoonheidssalon, medische of therapeutische praktijk, juridisch adviesbureau of bankfiliaal.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van drank voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dans een wezenlijk onderdeel vormen.
mest die verpompbaar is en die bestaat uit faeces of urine van landbouwhuisdieren, al dan niet vermengd met mors-, spoel-, reinigings- of regenwater.
bomen die in volgroeide staat hoger zijn dan 15 m.
al dan niet bebouwd bouwperceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat hoofdgebouw.
een gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
die vormen van dagrecreatie die zijn gericht op de beleving van en/of kennismaking met natuur, landschap en cultuur van het platteland dan wel de plattelandskernen, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, kanoën, zwemmen en natuurobservatie.
een ruimte gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het exploiteren van zaalaccommodaties.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
onder geluidgevoelige bestemmingen wordt verstaan:
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een overeenkomstig dit plan als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke commissie van deskundigen inzake monumentenzorg.
de lijst in de bijlage waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig dit plan als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in lid 168.61.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door een karakteristieke hogere dan wel lagere ligging, veroorzaakt door de ontstaansgeschiedenis van het grondgebied.
detailhandel in een of meer van de volgende categorieën:
(voormalige) bedrijfsbebouwing die volgens de gegevens van de gemeente in principe is gebouwd voor 1970.
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige toegestane functie van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkst is.
een onderneming gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van een zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met – al dan niet – als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
hakhout (een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen), een houtwal of een of meer bomen.
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
het insect, in elk ontwikkelingsstadium, behorende tot de soorten Scolytus scolytus (F.) en Scolytus multistratus (Marsch) en Scolytus pygmaeus.
de aantasting van iepen door de schimmel Ophiostoma ulmi (Buism.) Nannf. (syn. Ceratocystis ulmi (Buism.) C. M).
tent, tentwagen, kampeerauto, of caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge artikel 2.1, lid 1, sub a van de Wabo een omgevingsvergunning vereist is, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor nachtverblijf door een persoon, één huishouden of daarmee gelijkgestelde groep personen.
het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in beperkte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen zoals een administratiekantoor, ontwerp-technisch bureau, makelaarskantoor of assurantiekantoor.
een bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en zoals blijkt uit die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en, in beperkte mate voor permanent aanwezige kampeermiddelen, ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van extensief dagrecreatief medegebruik.
nevenfunctie die bij een andere hoofdfunctie op een bouwperceel – al dan niet door een bewoner, samen met personeelsleden – op bedrijfsmatige wijze wordt uitgeoefend, waarbij de hoofdfunctie in overwegende mate aanwezig blijft en het bouwperceel een ruimtelijke uitstraling behoudt die daarbij past.
een aan het plattelandstoerisme gerelateerde inrichting van geringe omvang bestemd voor het bedrijfsmatig, voor gebruik ter plaatse, verstrekken van alcoholische en/of niet-alcoholische dranken, eventueel in combinatie met het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren; verblijfsrecreatieve voorzieningen hieronder niet begrepen.
een kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, of diens rechtsopvolger.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake landschap en natuur.
de in het kader van dit plan aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur.
langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT ) het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
een woning welke geschikt is voor bewoning in alle levensfasen, waarbij alle primaire leefruimten (woonkamer, keuken, slaapkamer en badkamer met toilet) zich op de begane grond bevinden en waarbij deze leefruimten zowel inpandig als vanuit het aansluitende terrein drempelvrij toegankelijk zijn.
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, ondergeschikt aan de (woon)bestemming.
met maatwerkvoorschriften worden de voorschriften bedoeld die aan een omgevingsvergunning kunnen worden gekoppeld op basis van artikel 2.22 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden of het zelf trainen met paarden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, al dan niet in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen:
een reservoir, silo, foliebassin of mestzak, bestemd en geschikt voor het bewaren van dunne mest, dat niet geheel of gedeeltelijk is gelegen onder een stal, en dat al dan niet een bouwwerk is.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake milieu.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake molens.
Natura 2000-gebieden zoals begrensd op het moment van een aanvraag.
de in het kader van dit plan aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
de door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
aanvullende, ondergeschikte activiteit ten opzichte van de hoofdactiviteit gelet op arbeidsbehoefte, financiële opbrengst, ruimtebeslag en/of milieuhinder.
verblijfsrecreatie waarbij uitsluitend van seizoensgebonden standplaatsen voor kampeermiddelen gebruik wordt gemaakt.
de voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
bestemmingsplan met verruimde reikwijdte op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening, artikel 2.4 Crisis- en herstelwet en artikel 7c Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet; het bestemmingsplan met verruimde reikwijdte bestaat uit de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
detailhandel die als nevenactiviteit een duidelijke relatie heeft met de toegestane hoofdactiviteit en in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de toegestane hoofdactiviteit.
een installatie ten behoeve van de overgang tussen een ondergrondse en een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining; onder vergelijkbare voorzieningen worden verstaan paddocks (relatief kleine omheinde uitloop, veelal voorzien van een zandbodem, in aansluiting op de stalling en ten behoeve van de vrije uitloop van paarden en pony's), stap- en trainingsmolens zonder overkappingen en longeercirkels.
het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en/of pony's in pension te stallen en te weiden.
kampeermiddel of stacaravan, inclusief bij dat kampeermiddel of die stacaravan behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, die gedurende het gehele jaar op een standplaats aanwezig is of mag zijn.
maximaal geluidniveau (LAmax) gemeten in de meterstand «F» of «fast», als vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van de grondoppervlakte van het gebouw beslaat.
alle vormen van kleinschalige recreatie en toerisme (met de nadruk op dagtoerisme en klein verblijfstoerisme), die plaatsvinden op en gebonden zijn aan het platteland.
een agrarische bedrijfswoning welke gebruikt mag worden door derden die geen binding hebben met het op hetzelfde perceel aanwezige agrarische bedrijfscomplex.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
een kleinschalige verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch verblijf, ondergeschikt aan de (woon)bestemming, zoals een recreatie appartement of het bieden van logies met ontbijt.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van etenswaren voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel of stacaravan, inclusief bij dat kampeermiddel of die stacaravan behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten.
een in het plan aangeduid vlak waar de bebouwing ten behoeve van een agrarisch bedrijf, manege of een agrarisch aanverwant bedrijf is toegestaan; voor de toepassing wordt ook gewezen op de regels voor een bouwblok.
voorzieningen of constructies die bij agrarische bedrijven worden toegepast ten behoeve van de bescherming van plantaardige agrarische teelten (tegen neerslag, zonlicht, vogelvraat) en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/of de voorkoming van verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten, nader te onderscheiden in:
een gedeelte van een terrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel, inclusief bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens, zoals bijzettenten, gedurende een beperkte tijd zoals enkele weken.
een voor publiek toegankelijke dagrecreatieve voorziening met gebouwen en bijbehorende buitenruimte en siertuin, waar vlinderpopulaties en andere dieren waaronder reptielen, insecten en vissen worden getoond.
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
de uiterlijke (ruimtelijke en architectonische) kenmerken van een bepaald type bouwwerk.
omhakken of -zagen van houtopstand; onder vellen wordt mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
de voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, voor zover geen bouwwerken en geen kampeermiddelen zijnde.
de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.
de oppervlakte gemeten op elk vloerniveau in een gebouw.
particuliere tuin of complex van particuliere tuinen die niet bij de eigen woning zijn gelegen en die gebruikt worden als moestuin of siertuin.
denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw of de woning loopt tot aan de zijdelingse bouwperceelsgrenzen; de voorgevellijn van het hoofdgebouw of de woning op het perceel die het dichtst bij de weg is gelegen is bepalend, tenzij anders aangegeven in het plan of door burgemeester en wethouders anders wordt bepaald.
gedurende een substantieel gedeelte van het jaar, nagenoeg dagelijks buiten laten lopen van dieren, op een substantiële oppervlakte landbouwgrond, waarbij een deel van de voerbehoefte door de dieren buiten verzameld wordt en waarbij meer dan 50% van de betreffende landbouwgrond is begroeid.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
een gebouw of gedeelte van een gebouw, bestaande uit een complex van ruimten, dat is bedoeld en dat dient voor de huisvesting van personen.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten:
van bouwwerken onderling, alsmede afstanden van bouwwerken tot de bouwperceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het dichtst bij de bouwperceelsgrens gelegen punt van het gebouw en haaks op de bouwperceelsgrens.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande, dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
van een bouwperceel, of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en overkappingen bij elkaar op te tellen, tenzij in de regels anders is bepaald.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
de bruto vloeroppervlakte volgens NEN 2580.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Op bouwwerken waarvoor in deze regels is bepaald dat de bestaande afstand, inhoud, (bebouwings)oppervlakte, dakhelling, goot- of bouwhoogte in afwijking van de algemeen geldende regels, als maximaal of minimaal toelaatbare maat mag gelden, is het Overgangsrecht bouwwerken zoals opgenomen in lid 171.1 niet van toepassing.
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het Omgevingsplan Buitengebied Borsele 2018, gedeelte Zwinweg 17, 2021'.