vastgesteld |
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002 |
In het kader van de beheersverordening heeft voor het verordeninggebied een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten in het gebied. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening gericht is op instandhouding van de bestaande situatie met de bestaande kwaliteit. Het onderzoek richt zich erop te bepalen of in het gebied vanuit het oogpunt van milieu, natuur, verkeer of water aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen. Hiervoor is een toets uitgevoerd op het voldoen aan wet- en regelgeving.
Toetsingskader
Monumentenwet 1988.
Onderzoek en conclusie
Door burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele is archeologiebeleid vastgesteld (d.d. 11 oktober 2011), waarmee invulling wordt gegeven aan de beleidsruimte die de Monumentenwet aan gemeenten biedt.
Op basis van de beleidskaart, die bestaat uit een samenhangend pakket van kaarten en een toelichting, kan worden bepaald of voor een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling op een specifieke locatie al dan niet archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in 8 categorieën, waarvan enkele categorieën bekende archeologische waardevolle gebieden omvatten en andere een bepaalde verwachtingswaarde op archeologische vondsten weergeven. Aan elke categorie, uitgezonderd categorie 1, is een, aan oppervlakte van grondverstoring gebonden, vrijstelling voor archeologisch onderzoek gekoppeld. Bij alle categorieën, wederom uitgezonderd categorie 1, geldt in ieder geval dat geen onderzoek hoeft plaats te vinden indien de bodem niet dieper dan 40 cm wordt verstoord. De gehanteerde categorieën zijn:
Figuur 4.1. Archeologische verwachtingswaarde (laag Walcheren)
In Hoedekenskerke zijn 3 categorieën van toepassing:
Voor deze relevante zones zijn de volgende besluitvlakken opgenomen:
categorie | besluitvlak |
Categorie 2 | Waarde - Archeologie - 1 |
Categorie 3 | Waarde - Archeologie - 1 |
Categorie 4 | Waarde - Archeologie - 2 |
Cultuurhistorie
Toetsingskader
Monumentenwet 1988.
Wet modernisering monumentenzorg.
Onderzoek en conclusie
In het plangebied zijn de volgende cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig.
De aanwezige cultuurhistorische waarden worden beschermd.
Toetsingskader
Wet bodembescherming
Onderzoek en conclusie
In de Wet bodembescherming is bepaald dat bij functiewijzigingen onderzocht dient te worden of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Binnen het verordeningsgebied worden er geen functiewijzigingen mogelijk gemaakt waarbij rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse. Hierdoor is geen bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem staat de vaststelling van de beheersverordening niet in de weg.
Toetsingskader
Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 1998.
Onderzoek en conclusie
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.
Figuur 4.2. EHS-gebieden nabij het verordeningsgebied
Tegen het verordeningsgebied aan is een drietal EHS-gebieden gelegen. Het betreffen hier:
Dit betreft agrarische beheersdijken en nieuwe natuur.
Aangezien het hier een beheersverordening betreft, zijn er geen ontwikkelingen voorzien die kunnen leiden tot aantasting of verstoring van beschermde dier- en plantensoorten of beschermde natuurgebieden. De Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur staan de uitvoering van dit plan dan ook niet in de weg.
Toetsingskader
Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen, Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.
Onderzoek en conclusie
Inrichtingen
Ten zuiden van het verordeningsgebied is één Bevi-inrichting aanwezig, het betreft een Varkenshouderij. Binnen deze inrichting is een propaantank met een inhoud van 18 m³ aanwezig. De inrichting is gelegen op meer dan 1000 meter afstand van het verordeningsgebied. De PR 10-6 risicocontour reikt niet tot het verordeningsgebied evenals het invloedsgebied van het Groepsrisico. Een nadere verantwoording is derhalve niet noodzakelijk.
In het noordwesten van het verordeningsgebied is de inrichting "Maatschap N.P. en K.D. Leendertse" gelegen. Deze inrichting beschikt over een propaan tank van 3 m³. Deze propaantank is dermate klein van omvang dat zowel de PR 10-6 risicocontour als het invloedsgebied van het groepsrisico niet buiten de eigen inrichtingsgrenzen vallen. Een nadere verantwoording is derhalve niet noodzakelijk.
Transport gevaarlijke stoffen
Ten zuiden en oosten van het verordeningsgebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de Westerschelde. Voor de Westerschelde is door Det Norske Veritas op 8 december 2011 een QRA opgesteld (Actualisatiestudie 2011 risico's transport gevaarlijke stoffen Westerschelde en prognoses 2015 en 2030). Uit deze actualisatiestudie blijkt dat de PR 10-6 risicocontour in alle gevallen volledig op de vaarweg gelegen is, deze komt dus niet tot aan het verordeningsgebied.
Tevens blijkt uit deze actualisatiestudie dat het groepsrisico de oriëntatiewaarde niet overschrijdt. Ter hoogte van het verordeningsgebied blijft deze dus ook onder de oriëntatiewaarde. Binnen het verordeningsgebied worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, het groepsrisico zal derhalve niet toenemen en een nadere verantwoording van het groepsrisico is niet noodzakelijk.
Binnen en in de nabije omgeving van het verordeningsgebied vindt verder geen vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, rails, of door leidingen plaats.
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de beheersverordening.
Toetsingskader
Grenswaarden uit de Wet milieubeheer en Besluit niet in betekenende mate (nibm)
Onderzoek en conclusie
De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk die van invloed zijn op de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het verordeningsgebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkings- programma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende weg betreft de Rijksweg A58. Hieruit blijkt dat de concentratie NO2 maximaal 31,9 µg/m³ en de concentratie PM10 maximaal 25,6 µg/m³ bedraagt. Het aantal overschrijdingsdagen van het 24 uurs gemiddelde bedraagt 18. Daarmee wordt op alle fronten voldaan aan de Wet Milieubeheer. Daarom is ter plaatse van het hele verordeningsgebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Toetsingskader
Richtafstanden uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009)
Onderzoek en conclusie
In het verordeningsgebied bevindt zich een beperkt aantal bedrijven. Dit betreft overwegend agrarische bedrijven. Vanuit het milieuspoor vindt afbakening ten opzichte van de omliggende functies plaats.
In het verordeningsgebied vinden verder geen ontwikkelingen plaats. Er worden dan ook geen hinder veroorzakende of hinder gevoelige functies mogelijk gemaakt. Een nader onderzoek naar milieuhinder van bedrijvigheid en horeca is niet noodzakelijk.
Toetsingskader
Waterwet;
Watertoets;
Besluit ruimtelijke ordening.
Onderzoek en conclusie
Het verordeningsgebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Scheldestromen. Het waterschap hanteert een watertabel bij ruimtelijke plannen. Ook voor deze beheersverordening is deze opgesteld.
thema en water(beheer)doelstelling | uitwerking | |
Waterveiligheid
Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte. |
De waterveiligheid zal niet veranderen ten opzichte van de huidige situatie ten gevolge van de beheersverordening. | |
Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater)
Het plan biedt voldoende ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Waarborgen van voldoende hoog bouwpeil om inundatie vanuit oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties. |
De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het verhard oppervlak zal eveneens niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie. | |
Grondwaterkwantiteit en verdroging
Tegengaan / verhelpen van grondwateroverlast en -tekort. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en benutten van infiltratiemogelijkheden. |
Niet van toepassing. | |
Hemel- en afvalwater (inclusief water op straat / overlast) Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/ RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten. |
De beheersverordening zorgt niet voor een verandering in de afvoer van hemel- en afvalwater ten opzichte van de huidige situatie. | |
Volksgezondheid
(water gerelateerd) Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte. |
Niet van toepassing. | |
Bodemdaling
Voorkomen van maatregelen die (extra) maaivelddalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken. |
De beheersverordening heeft geen effect op de eventuele bodemdaling. | |
Oppervlaktewaterkwaliteit
Behoud / realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren. |
De beheersverordening heeft geen effect op de kwaliteit van het oppervlaktewater, de kwaliteit zal niet verslechteren. | |
Grondwaterkwaliteit
Behoud / realisatie van een goede grondwaterkwaliteit. Denk aan grondwaterbeschermingsgebieden. |
Geen negatieve beïnvloeding. | |
Natte natuur Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. |
De aanwezige natuurwaarden binnen/naast het verordeningsgebied zullen niet (negatief) beïnvloedt worden door de beheersverordening. | |
Onderhoud oppervlaktewater
Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting. |
De beheersverordening zorgt niet voor een belemmering van de onderhoudsstroken. | |
Andere belangen waterbeheerder(s) | ||
Relatie met eigendom waterbeheerder
Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van objecten (terreinen, milieuzonering) van de waterbeheerder niet belemmeren. |
De beheersverordening voorziet geen ruimtelijke ontwikkeling in de directe nabijheid van objecten zoals hiernaast genoemd. | |
Scheepvaart en/of wegbeheer Goede bereikbaarheid en in stand houden van veilige vaarwegen en wegen in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat, de provincie en/of het waterschap. |
De beheersverordening heeft geen invloed op de (vaar)wegen van het waterschap en of Rijkswaterstaat. |
Conform de watertoetstabel blijkt dat het aspect water binnen de beheersverordening geen belemmering vormt voor de beheersverordening.
Toetsingskader
Wet geluidhinder (Wgh).
Onderzoek en conclusie
Wegverkeerslawaai
Langs alle wegen, met uitzondering van 30km/h-wegen en woonerven, liggen geluidszones. Binnen deze geluidszones dient de geluidsbelasting op gevels van geluidgevoelige gebouwen binnen de in de Wgh gestelde eisen blijven. Er worden geen nieuwe geluidgevoelige ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Onderzoek naar geluidhinder is niet aan de orde.
Spoorweglawaai
Voor de toeristische spoorlijn geldt het volgende. Volgens de Wgh zijn alleen die spoorwegen gezoneerd die zijn aangegeven op de kaart behorend bij het Besluit geluidhinder spoorwegen. De toeristische spoorlijn is niet op deze kaart opgenomen. Spoorweglawaai is derhalve niet aan de orde
Industrielawaai
Industrielawaai is niet aan de orde, gezien het ontbreken van een gezoneerd industrieterrein in of in de nabijheid van het verordeningsgebied.
Ontsluiting autoverkeer
De kern wordt via de 's Gravenpoldersestraat verbonden met 's Gravenpolder en Goes. Via de Molenstraat zijn Kwadendamme en Baarland bereikbaar.
Langzaam verkeer
Er zijn enkele specifieke langzaamverkeersverbindingen in de kern aanwezig; voor het overige wordt het langzame verkeer gemengd afgewikkeld.
Openbaar vervoer
In het verordeningsgebied wordt beperkt openbaar vervoer aangeboden in de vorm van lijndiensten. De lijndiensten verbinden deze kern met Goes en omliggende kernen.
Parkeren
Parkeren geschiedt op parkeerstroken of parkeerplaatsen die langs de rijbaan en / of op eigen terrein zijn gesitueerd.