4.2 Beleidsaspecten
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening, is uitsluitend stil gestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk.
4.2.1 Rijksbeleid
Het rijksbeleid staat niet aan de beheersverordening in de weg.
4.2.2 Provinciaal beleid
Omgevingsplan Zeeland 2012-2018
Analyse
De voorliggend beheersverordening legt de bestaande situatie vast.
Conclusie
In de beheersverordening wordt uitsluitend het bestaande gebruik en het planologische toegestane gebruik vastgelegd. De beheersverordening past daarmee binnen het provinciaal omgevingsbeleid.
Verordening Ruimte Zeeland (2012)
Analyse
Van belang is dat sprake is van een actualisering. Er worden geen nieuw functies gerealiseerd. Uitgangspunt van de Ruimtelijke Verordening Zeeland is dat bestaande juridisch-planologische rechten worden gerespecteerd. Met de voorliggende beheersverordening is daaraan invulling gegeven. Van belang zijn de artikelen:
-
2.1 Algemene regels voor duurzame verstedelijking. Hieraan wordt voldaan; er worden géén nieuwe functies mogelijk gemaakt.
-
2.2 Bedrijven en detailhandelsvoorzieningen. Het gebruik van de bestaande bedrijfs- en detailhandelspercelen is als zodanig bevestigd. Nieuwe bedrijfsfuncties en detailhandelsvoorzieningen worden niet mogelijk gemaakt. Voldaan wordt aan de Verordening Ruimte.
-
2.3 Wonen. Er worden geen nieuwe woningen toegestaan in de beheersverordening.
-
2.5 Recreatie. Dit artikel heeft betrekking op verblijfsrecreatie. Dat wordt in deze beheersverordening niet toegestaan. Nieuwvestiging is niet aan de orde. Voldaan wordt aan de Verordening Ruimte.
-
2.12 Bestaande natuur. Binnen het verordeningsgebied is langs de toeristische spoorlijn bestaande natuur aanwezig. In de regeling in de voorliggende verordening "Kern Hoedekenskerke 2013" wordt voorzien in behoud hiervan.
-
2.17 Landschap en Erfgoed. De dijk langs de Westerschelde is in de verordening Ruimte aangeduid als landschappelijk en cultuurhistorisch waardevol. Deze ligt evenwel net buiten het verordeningsgebied. Er is derhalve geen regeling voor nodig. De molenbiotoop is gehandhaafd.
Conclusie
De Verordening Ruimte Zeeland is op relevante onderdelen vertaald naar de regels in de beheersverordening voor de kern Hoedekenskerke.
4.2.3 Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Borsele 2009-2014
Analyse
De Structuurvisie Borsele 2009-2014 is opgesteld binnen de kaders van de Wro en is de opvolger van de Borsatlas 2003. De structuurvisie dient een tweeledig doel:
- de structuurvisie fungeert als een gemeentelijk structuurbeeld op hoofdlijnen dat in de praktijk kan dienen als “werkdocument” bij het nemen van ruimtelijke beslissingen;
- de structuurvisie biedt op grond van de Wro de mogelijkheid om kosten te verhalen bij beoogde en in de structuurvisie opgenomen ontwikkelingen.
In de structuurvisie is op hoofdlijnen vastgelegd waar de gemeente op maatschappelijk, economisch en ruimtelijk gebied zou moeten staan in 2014. Uitgangspunt hierbij is dat de structuurvisie voldoende ruimte moet bieden om nadere afwegingen te maken.
Er zijn drie centrale beleidsdoelen voor het ruimtelijk beleid voor het grondgebied van de gemeente Borsele geformuleerd:
- behoud en versterking van de fysieke en sociaal-maatschappelijke kwaliteiten van Borsele; uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen is dat ruimtelijke contrasten en de sociaal-maatschappelijke structuur in de gemeente worden behouden en versterkt, dan wel (beter) worden benut;
- inzichtelijk maken van toekomstige plannen met een ruimtelijke en/of sociaalmaatschappelijke component; uitgangspunt hierbij is dat deze toekomstige plannen een positieve bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de gemeente;
- streven naar een duurzame aanpak: bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt het aspect duurzaamheid meegewogen; het streven is om energie afhankelijkheid te verkleinen. Overlast zoals geluid en geur, wordt zoveel mogelijk beperkt ten opzichte van milieugevoelige functies. Daarnaast wordt de beschikbare ruimte zo zorgvuldig mogelijk gebruikt. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn tevens gericht op het vergroten van de toekomstbestendigheid van het gebied, zowel economisch als sociaalmaatschappelijk als fysiek.
Conclusie
Voorliggende beheersverordening "Kern Hoedekenskerke 2013" legt alleen het bestaande gebruik vast. Er zijn momenteel geen actuele concrete initiatieven, waarmee het opstellen van een beheersverordening als passend wordt beschouwd.
Het in de structuurvisie vastgelegde beleidskader vormt een toetsingskader voor eventuele ontwikkelingen. Ontwikkelingen, passend binnen de structuurvisie, zijn altijd door middel van separate juridisch planologische procedures mogelijk (zie paragraaf 2.3).