direct naar inhoud van Artikel 8 Horeca
vastgesteld
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002

Artikel 8 Horeca

8.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Horeca gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

8.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
8.2.1 Besluitvlak Horeca

In aanvulling op het bepaalde in lid 8.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor:

  • a. horecabedrijven als bedoeld in categorie 2 van de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. verhardingen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, terrassen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

8.3 Aanvulling ten aanzien van het BOUWEN
8.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 8.1 is het toegestaan om gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, ten behoeve van het besluitvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:

8.3.2 Gebouwen

Met betrekking tot het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van een gebouw tot de voorste perceelsgrens van het bouwperceel bedraagt niet minder dan bestaand ;
  • b. de bebouwde oppervlakte van een bouwperceel bedraagt niet meer dan bestaand;
  • c. de goot - en bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan bestaand;
  • d. de breedte van een gebouw zal minimaal 4,8 meter bedragen;
  • e. bij toepassing van hellende dakvlakken, bedraagt de dakhelling minimaal 30°;
  • f. de achtergevel mag maximaal op de helft van de afstand tussen de voorgevel van de hoofdgebouwen en de achtergrens van het bouwperceel zijn gelegen met een maximum afstand van 15 meter.

8.3.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Bij hoofdgebouwen mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bebouwde oppervlakte van het achtererf mag maximaal 50% bedragen met een maximum van 40 m²;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder 8.3.3, sub a mag voor achtererven groter dan 80 m² dit maximum worden overschreden met 10% van het verschil in grootte, zulks met een absoluut maximum van 90 m²;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal maximaal 3,25 meter en de bouwhoogte maximaal 7 meter bedragen. Indien een dakhelling wordt toegepast bedraagt de helling minimaal 30°.

8.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bij hoofdgebouwen mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2 meter;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder lid 8.3.4, sub a bedraagt de bouwhoogte van een tuin- of erfafscheiding, die gebouwd wordt vóór (het verlengde van) de voorgevellijn, alsmede binnen 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn, maximaal 1 meter.

8.4 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
8.4.1 Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 8.3.2, sub c mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden;
  • b. lid 8.3.4, sub a tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.

8.4.2 Vergunningvereiste

De in lid 8.4.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.