direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
vastgesteld
NL.IMRO.0654.BVHK2013-0002

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in het besluitvlak Verkeer gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

15.2 Aanvulling ten aanzien van het GEBRUIK
15.2.1 Besluitvlak Verkeer

In aanvulling op het bepaalde in lid 15.1 is het toegestaan gronden en gebouwen te gebruiken voor:

  • a. verhardingen, wegen, voet- en fietspaden, rabatten, parkeerterreinen, speelvoorzieningen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, markten, horecaterrassen, vent- en standplaatsen en voorzieningen ten behoeve van het openbare nut;

15.3 Aanvulling aanzien van het BOUWEN
15.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 15.1 is het toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, ten behoeve van het besluitvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:

15.3.2 Gebouwen

Gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van gebouwen bedraagt maximaal 15 m²;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3,5 meter;
  • c. indien een dakhelling wordt toegepast bedraagt de helling minimaal 30°.

15.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
    • 1. antennes: 5 meter;
    • 2. speeltoestellen: 4 meter;
    • 3. openbare nutsvoorzieningen: 3,5 meter;
    • 4. lichtmasten en overige masten: 8 meter;
    • 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 2 meter.

15.4 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
15.4.1 Afwijken middels omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 15.3.2 sub b, mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden;
  • b. lid 15.3.3, sub a tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter.

15.4.2 Vergunningvereiste

De in lid 15.4.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

15.4.3 Procedureregel

Bij de voorbereiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.4.1, sub a en b winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de gemeentelijke kwaliteitscoördinator.