Plan: | "Kern Heinkenszand, gedeelte Dorpsstraat/Eendvogelstraat, 2013" |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0654.BPHZDSES2013-0001 |
Op 30 juni 2006 is het Omgevingsplan vastgesteld door Provinciale Staten. Het Omgevingsplan is het kader waarbinnen het nieuwe beleid voor de fysieke omgeving aan de orde komt.
Wonen
Het bieden van voldoende ruimte voor wonen vormt het uitgangspunt van het provinciale woonbeleid. Bundeling, zorgvuldig ruimtegebruik en het realiseren van kwaliteit en diversiteit staan daarbij centraal.
Om beter tegemoet te kunnen komen aan de wensen van de consument, de woningbouwplanning flexibeler te maken en de productie te verhogen is met de provinciale Woonvisie een beleid ingezet waarbij gemeenten meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgen voor de omvang, samenstelling en spreiding van hun bouwprogramma. Om zorgvuldig ruimtegebruik te concretiseren hebben gemeenten de taakstelling 50% van de woningbouwproductie binnen de grens van het bestaand bebouwd gebied te realiseren (inbreiding).
Aanvullend op de aangegeven randvoorwaarden is in de provinciale Woonvisie een aantal variabele woondoelen opgenomen, waar de provincie een actieve rol in wil vervullen. Het gaat daarbij om:
Voor wat betreft zorgwoningen is het, in de provinciale nota Zeeland Woonzorgland geïntroduceerde, regionale spreidingsplan zorgwoningen het plannings- en communicatie-instrument. Het programma geeft uitvoering aan het thema "Wonen, zorg en welzijn" van de Zorgvisie Zeeland 2004-2008. De tijdshorizon voor dit beleid is reeds verstreken. De provincie continueert de beleidsuitgangspunten totdat nieuw beleid is geformuleerd.
Toetsing
Het project voldoet aan de uitgangspunten van het provinciaal beleid zoals opgenomen in het Omgevingsplan. Er is sprake van:
Woningbouw
Het artikel 2.17 in de PRVZ vormt een vertaling van het woningbouwbeleid, zoals geformuleerd in het Omgevingsplan. De beleidsuitspraken over bundeling van woningbouw in stedelijke ontwikkelingszones en woonkernen en het beginsel van zorgvuldig ruimtegebruik (inbreiding) worden als provinciaal belang aangemerkt. Volgens genoemd artikel moet de toelichting van een bestemmingsplan inzicht geven in welke mate het project bijdraagt aan de zorg voor kwetsbare groepen zoals ouderen (zorgwoningen), starters en studenten.
Bij de woningbouwplanning geldt de beleidsmatige taakstelling 50% van de woningbouwproductie binnen de grens van het bestaand bebouwd gebied te realiseren (inbreiding).
Het voorliggende plan voldoet aan de inbreidingstaakstelling: de locatie ligt binnen het bestaand stedelijk gebied. Er wordt een woningbouwproject ontwikkeld met een aandeel in zorg in een bestaand centrumgebied. Door de herontwikkeling van de locatie wordt goed gebruik gemaakt van beschikbare ruimte in bestaand stedelijk gebied. De woonkwaliteit en woonomgeving worden niet aangetast doordat sprake is van een zorgvuldige inpassing en vormgeving van de nieuwbouw.
Afwegingszone natuurgebieden
In artikel 2.12 PRVZ is het beleid ten aanzien van de afwegingszone bij natuurgebieden geformuleerd. Een toelichting van een bestemmingsplan waarin bestemmingen worden aangewezen voor gronden die zijn gelegen binnen 100 meter rond natuurgebieden, dient inzicht te geven in de afweging van de bescherming van de natuurbelangen. Tenminste wordt aandacht besteed aan:
De herontwikkelingslocatie is gesitueerd binnen een afwegingszone (100 meter) van een natuurgebied (zie ook paragraaf 4.4). Het betreft het natuurgebied Landlust. De openheid en verstoringsgevoeligheid van het gebied zijn niet in het geding. Verwezen wordt naar paragraaf 4.3 en 4.4.
Toetsing
De Provinciale Ruimtelijke Verordening vormt geen belemmering voor de voorgenomen herontwikkeling van de locatie.