Plan: | "IJsseldijk-Noord 2005, vijfde herziening" van de gemeente Ouderkerk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0644.BP1221YN005-VG01 |
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van terreinen met een hoge archeologische verwachtingswaarde, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemmingen, uitgezonderd de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 2' mede bestemde gronden.
Het in artikel 7.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het verbod in artikel 7.2.1, voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits:
Het bevoegd gezag kan de in artikel 7.3.1 genoemde afwijking onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de afwijking verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit bij omgevingsvergunning af te wijken volgens het bepaalde in artikel 7.3.1 kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.
Het is verboden om op de voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in artikel 7.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen, of die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan of die archeologisch onderzoek betreffen.
De in artikel 7.4.1 bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend indien de in artikel 7.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden, hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen aan het bevoegd gezag. Het overleggen van een dergelijk rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie in voldoende mate is vastgesteld.
Het bevoegd gezag kan de in artikel 7.4.1 bedoelde vergunning onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de vergunning verbinden:
Alvorens het bevoegd gezag besluit de in artikel 7.4.1 bedoelde omgevingsvergunning te verlenen kunnen zij schriftelijk advies inwinnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.