direct naar inhoud van 4.9 Water
Plan: Rangeerterrein Kijfhoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp09kijfhoek-3001

4.9 Water

Waterbeheer en watertoets

De watertoets is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Hollandse Delta, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa

  • Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nationaal

  • Nationale Waterplan (NW)
  • Waterbeleid voor de 21e eeuw (WB21)
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
  • Waterwet.

Provinciaal

  • Provinciaal Waterplan
  • Bestemmingsplannen blauw gekleurd
  • Nota Regels voor Ruimte
  • (Ontwerp) Provinciale Structuurvisie
  • (Ontwerp) Verordening Ruimte

Regionaal

  • Deelstroomgebiedsvisie Zuid-Holland Zuid
  • Waterstructuurplan IJsselmonde

Waterschapsbeleid
In het Waterbeheerplan 2009-2015 (2008) staat hoe Hollandse Delta het waterbeheer in het werkgebied in de komende jaren wil uitvoeren. Daarbij gaat het om betaalbaar waterbeheer met evenwichtige aandacht voor veiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit, duurzaamheid en om het watersysteem als onderdeel van de ruimtelijke inrichting van ons land. Het Waterbeheerplan beschrijft de uitgangspunten voor het beheer, de ontwikkelingen die de komende jaren verwacht worden en de belangrijkste keuzen die het waterschap moet maken. Daarnaast geeft het Waterbeheerplan een overzicht van maatregelen en kosten. De maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn onderdeel van het plan.

Uit het oogpunt van waterkwaliteit moet schoon hemelwater bij voorkeur worden afgekoppeld en direct worden geloosd op oppervlaktewater. Dit vermindert de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel en verlaagd de hydraulische belasting van de afvalwaterzuivering. Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m² of meer moet voor hemelwater een lozingsvergunning worden aangevraagd in het kader van de Keur. Als er sprake is van toename aan verhard oppervlak, dan moet in principe 10% van deze toename worden gecompenseerd in de vorm van open water binnen het peilgebied waarin de toename van verharding plaatsvindt.

Gemeentelijk beleid

Het Waterstructuurplan Zwijndrecht (mei 2007) geeft de gezamenlijke intentie van gemeente en waterschap weer om het stedelijke watersysteem op orde te krijgen. Tevens biedt het een (procedureel) kader voor de inpassing van de wateropgave in nieuwe ruimtelijke projecten. Het beleidsdocument vormt een aanvulling op het stedelijk waterplan van H tot Z (2003), waarmee dit geactualiseerd wordt aan de normen vanuit het beleidskader Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Het Waterstructuurplan draagt ook zorg voor het komen tot een optimale invulling van de wateropgave vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kader Richtlijn Water (KRW). Daarbij vormt het een doorvertaling van het Waterstructuurplan IJsselmonde naar gemeentelijke ruimtelijke plannen.

Huidige situatie

Het plangebied ligt ten oosten van de kern Zwijndrecht en bestaat in de huidige situatie uit een rangeerterrein en doorgaand spoor.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem uit klei. Er is voornamelijk sprake van grondwatertrap VI. In het zuidoosten van het plangebied komt tevens grondwatertrap III voor.

In onderstaande tabel zijn de bijbehorende grondwaterstanden gegeven.

grondwatertrap   Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand   Gemiddeld Laagste Grondwaterstand  
III   < 40 cm beneden maaiveld   80 cm – 120 cm beneden maaiveld  
VI   40 cm - 80 cm beneden maaiveld   >120 cm beneden maaiveld  

De maaiveldhoogte in het gebied bedraagt circa NAP -0,6 m.

Waterkwantiteit

Het plangebied ligt in de Zwijndrechtse Waard. Het plangebied is gelegen in peilvak 39-1, dit heeft een zomerpeil van NAP -2,55 m en een winterpeil van NAP -2,8 m. Het peilvak heeft een bergingstekort van 11,3 ha (39.350 m³). Waterschap Hollandse Delta participeert in verschillende projecten om dit deze bergingsopgave in te vullen. Zo wordt extra waterberging gerealiseerd bij de inrichting van recreatiegebied het Waalbos en bij de natuur- en recreatiegebieden Bos Rijsoord en Develbos. Het bergingstekort doet zich niet voor binnen het plangebied maar in een ander deel van het peilgebied.

Ten noorden en ten zuiden van het rangeerterrein zijn deels binnen het plangebied twee hoofdwatergangen gelegen. Binnen het plangebied zijn verder enkele spoorsloten aanwezig en is in het oosten van het plangebied een waterplas gelegen. Daarnaast wordt het plangebied in het noorden doorkruist door de rivier de Waal.

Waterkwaliteit

In het plangebied bevinden zich geen KRW-waterlichamen. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van een grondwaterbeschermingsgebied.

Veiligheid en waterkeringen

In het plangebied is geen primaire of secundaire waterkering aanwezig.

Afvalwater en riolering

Het plangebied is aangesloten op het gemeentelijke gemengd rioolstelsel.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden ook geen grote ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Wel wordt met dit bestemmingsplan de realisatie van een bedrijfsbrandweerkazerne mogelijk gemaakt. Hiervoor worden de bouwmogelijkheden met 1.500 m2 verruimd. Deze functie past echter binnen het huidig gebruik van het rangeerterrein.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase. In de planuitwerking van de brandweerkazerne zal hiermee rekening worden gehouden. Indien de bouw van de brandweerkazerne leidt tot extra verharding zal, op basis van het keur, vervangend water gegraven worden.

Beheer en onderhoud

Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem binnen het plangebied dient bij het waterschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder toestemming van het waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Water in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan zijn het oppervlaktewater en de hoofdwatergangen in het plangebied mogelijk binnen de bestemming 'Verkeer - Railverkeer'. De aanwezige, onderduikerde, watergangen zijn binnen het bestemmingsplan voorzien van een dubbelbestemming 'Waterstaat'. Binnen deze dubbelbestemming kan niet, zonder meer, gebouwd worden, waarmee de watergangen op deze wijze zijn beschermd.

Conclusie

Vanwege het consoliderende karakter van het bestemmingsplan zijn er geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.