direct naar inhoud van 5.4 Bodemkwaliteit
Plan: Meerzicht - Westerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00032-0004

5.4 Bodemkwaliteit

Mede ter beoordeling van de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan, is inzicht vereist in de kwaliteit van de bodem. Omdat de bodemkwaliteit medebepalend is voor de vraag welke nieuwe functies in een gebied realiseerbaar zijn, is onderzoek naar eventuele beperkingen aan het bodemgebruik noodzakelijk. Hiertoe dient bodemonderzoek te worden verricht.

5.4.1 Geschiedenis

Westerpark

Ter plaatse van het Westerpark is sprake van een voormalige stortplaats. Stort heeft plaatsgevonden in de periode van 1972 tot 1982. De stort bestaat uit meerdere stortgedeelten, te weten:

  • Stort Bisschopsberg;
  • Stort centrale waterpartij;
  • Noordelijke stortgedeelten;
  • Stort zuidwest.


De totale oppervlakte van de stortgedeelten is ca. 55 ha. De storten zijn afgedekt met een kleilaag van 1 meter dikte. De aangebrachte klei is afkomstig van de vrijgekomen grond bij het graven van de aan de stortpartijen grenzende waterpartijen. Stort heeft plaatsgevonden in de periode 1972 tot 1982. Als eerste is tussen 1972 en 1978 op de Bisschopsberg afval gestort. Het stortmateriaal bestond uit bouw - en sloopafval. In het laatste jaar is mogelijk tuinafval gestort. In de overige stortgedeelten is in de periode 1978 tot 1981 bouw - en sloopafval en bedrijfsafval gestort. Daarnaast zijn vliegas, schroot, diverse soorten afvalslakken, tuinbouwafval en bestrijdingsmiddelen gestort. Stort Zuidwest is qua volume de voornaamste stort. Het hoogste punt van deze stort ligt ongeveer 15 meter hoger dan de omgeving.

Sinds 1988 vindt een jaarlijkse monitoring plaats. In de monitoringsronde van 2011 zijn in de peilbuizen rondom de stort over het algemeen licht verhoogde gehalten zware metalen, aromaten en dichlooretheen aangetroffen.


Meerzicht

Tot de aanleg van de wijk Meerzicht (vanaf 1967) heeft het plangebied grotendeels een agrarische functie gehad. Van voor 1967 is nabij het plangebied alleen lintbebouwing aanwezig langs de Voorweg. De wijk Meerzicht is in het begin van de jaren '70 gebouwd, in eerste instantie met de hoogbouw en daarna met laagbouw.

Voorafgaand aan de nieuwbouwactiviteiten t.b.v. de aanleg van de wijk Meerzicht zijn geen bodemonderzoeken uitgevoerd. Wel zijn in de afgelopen jaren verspreid over de wijk bodemonderzoeken uitgevoerd in het kader van milieuvergunningen, bouwactiviteiten of grondwerkzaamheden. Naar aanleiding van die onderzoeken zijn aanvullende onderzoeken en soms bodemsaneringen uitgevoerd. Deze saneringen hadden vaak betrekking op de aanwezigheid van ondergrondse tanks, maar ook andere bedrijfsactiviteiten spelen een rol.

5.4.2 Onderzoeksresultaten

Vanwege het conserverend karakter van dit bestemmingsplan is in het inventariserend (historisch) bodemonderzoek met name ingezoomd op de onderzoekslocaties waar een bodemverontreiniging is aangetoond, waar nog een aanvullend onderzoek moet plaatsvinden of waar op basis van historische gegevens een knelpunt zou kunnen worden verwacht. Bij bouwactiviteiten zal te zijner tijd per locatie bekeken moeten worden of nog (aanvullend) bodemonderzoek gewenst is. Het betreft de volgende locaties:

Abdissenbos 3 (BIS nr. 220), buiten plangebied

De locatie is gedeeltelijk in gebruik geweest als tankstation; in 2011 is het tankstation ontmanteld en gesaneerd. Bij (her)ontwikkeling van de locatie wordt aanbevolen een verkennend bodemonderzoek te verrichten.

Roeleveenseweg 17 (BIS nr. 238), buiten plangebied)

Het betreft een voormalige boerderij met bijbehorend terrein. Sinds 1992 is de locatie in gebruik als manege. Op het terrein waren in 1992 een bovengrondse HBO-tank en een bovengrondse dieseltank gelegen.

Op de locatie is door De Straat Milieu Adviseurs een oriƫnterend onderzoek uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat er bij de bovengrondse HBO-tank sprake is van bodemverontreiniging met minerale olie en dat een nader onderzoek noodzakelijk is. Bij de bovengrondse dieseltank zijn alleen lichte verontreinigingen aangetoond.

Meerzichtlaan 21 (BIS nr. 288)

Op de locatie bevindt zich een garagebedrijf met een benzinestation. In 1999 is op de locatie een bodemsanering uitgevoerd waarbij over de grondsanering een evaluatierapport is opgesteld. Geconcludeerd wordt dat de grondsanering aan de doelstelling heeft voldaan. Bij een aanwezige watertransportleiding is een restverontreiniging achtergebleven. Deze is verder verwijderd met een insitu onttrekkingssysteem.


Zalkerbos 1 (BIS nr. 333)

Op de locatie bevindt zich sinds 1974 een garagebedrijf met tankstation. Op de locatie is in 1999 een bodemsanering uitgevoerd. Tot 2001 heeft een aanvullende grondwatersanering plaatsgevonden.


NS gronden (BIS nr.167)

In 2006 is door SGS Environmental Services, naar aanleiding van een transactie op de locatie een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Geconcludeerd wordt dat een vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.


Bodemkwaliteitskaart

Volgens de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Zoetermeer en de Milieudienst Midden-Holland (2011) is het plangebied ingedeeld in zone 7 uitbreidingen vanaf 1970". Dit houdt in dat de bodem in het algemeen voldoet aan de ontgravingsklasse 'landbouw/natuur'.


Locatiedossiers

Uit een inventarisatie komen de volgende locaties naar voren waar gezien de activiteiten (mogelijk) sprake is van bodemverontreiniging.

Kerkenbos 11

Op de locatie is sinds 1979 een garagebedrijf gevestigd. In 1993 is op de locatie een ondergrondse tank gesaneerd.

Oostergo 22

Op de locatie is sprake van een rioolwaterzuiveringsinstallatie sinds 1970.

Middelwaard 29

Op de locatie is sinds 1977 sprake is van een chemische reinigingsinstallatie.

Zalkerbos 1

Op de locatie bevindt zich sinds 1981 een garagebedrijf met een tankstation.

Meerzichtlaan 21

Op de locatie is sprake van een tankstation.

5.4.3 Conclusies

Op basis van het inventariserend (historisch) bodemonderzoek wordt het volgende geconcludeerd:

  • ter plaatse van het Westerpark liggen de bestemmingen vast. Verandering van de bestemming is in principe niet mogelijk of er moeten zeer uitgebreide saneringsmaatregelen worden genomen.
  • Voor de wijk Meerzicht geldt dat, bij herinrichting en/of nieuwbouw, in ieder geval op de genoemde locaties een (verkennnend) bodemonderzoek noodzakelijk is.

Op basis van de resultaten van verkennend bodemonderzoek kan een uitspraak worden gedaan over de geschiktheid van de locatie voor het toekomstig gebruik. Indien een locatie niet geschikt blijkt voor het voorgenomen gebruik kan een advies worden gegeven over de gebruiksmogelijkheden van een locatie of op welke manier de locatie toch geschikt kan worden gemaakt voor het beoogde gebruik. In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen voorzien.