direct naar inhoud van Artikel 10 Recreatie
Plan: Kwadrant/Van Tuyll sportpark/Brinkhage/Lansinghage
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00027-0004

Artikel 10 Recreatie

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Doeleinden

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen
  • c. kunstwerken;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. objecten van beeldende kunst;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • i. water;
  • j. wegen en paden;

met de daarbijbehorende bouwwerken.

10.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 11.1.1 genoemde gronden samenvallen met:

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen
  • a. binnen het bestemmingsvlak mag 1 gemeenschappelijk gebouw worden gebouwd met een oppervlakte van maximaal 50 m2;
  • b. de goothoogte van het gemeenschappelijk gebouw mag maximaal 3 m bedragen en de bouwhoogte maximaal 5 m.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten, speelvoorzieningen en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen.
10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 10.2.2 a, voor het bouwen van een terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van de gronden voor een paardenbak of buitenrijbaan;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.