direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijventerrein
Plan: Nutrihage
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00025-0004

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - nutricia': een bedrijf in baby- en kindervoeding, medische voeding en melkproducten met SBI code 1051 (SBI-2008) tot ten hoogste milieucategorie 4.2;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting': tevens een risicovolle inrichting in de vorm van een ammoniak koelinstallatie met maximaal 2.000 kg ammoniak;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. objecten van beeldende kunst;
  • g. lichtmasten en vlaggenmasten;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. waterpartijen en waterlopen;
  • j. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

3.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 3.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemmingen:

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen en overkappingen
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 4 m bedragen.Ingeval op het moment van inwerkingtreding van dit plan de hoogte van de erf-of terreinafscheiding hoger is dan geldt de bestaande maat als maximale maat;
  • b. de bouwhoogte van geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de bouwhoogte van vlaggemasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van silo's mag ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding "sba-silo'" maximaal 20 meter bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 onder a en b voor het bouwen van een erfafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen met uitzondering van een risicovolle inrichting als bedoel in lid 3.1 sub b;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting als bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • e. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca;
  • g. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • h. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.