direct naar inhoud van Artikel 6 Gemengd - 2
Plan: Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00024-0004

Artikel 6 Gemengd - 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen, waaronder windturbines;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. terrassen;
  • m. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • n. windturbines;
  • o. water;
  • p. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven;
  • c. in afwijking van sub a mogen bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, met een oppervlakte van maximaal 50 m2 per bijgebouw en een maximale bouwhoogte van 4 m. De totale oppervlakte van de bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 300 m2.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. hooibergen en voedersilo's mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. binnen een bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder hooibergen en voedersilo's maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van duiventillen, nestpalen en objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van de windturbine mag maximaal 18 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.