direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer
Plan: Oosterheem / Zegwaartseweg-Noord
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00024-0004

Artikel 11 Verkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen voor het gemotoriseerd verkeer waarvan het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken, opstelstroken en busstroken, niet meer mag bedragen dan 2;
  • b. fietsenstallingen;
  • c. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • d. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. kunstwerken;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. objecten van beeldende kunst;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. reclameobjecten;
  • k. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • l. water;
  • m. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • n. windbeperkende voorzieningen;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer (rv)' mede ten behoeve van een raillijn met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen,

met de daarbij behorende bouwwerken.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen en overkappingen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van railverkeer ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer (rv)', nutsvoorzieningen en fietsenstallingen met inachtneming van de volgende regels:

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het (rail)verkeer, geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen, objecten van beeldende kunst, vlaggenmasten en lichtmasten en windbeperkende voorzieningen mag maximaal 10 m bedragen. Ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' wordt de bouwhoogte gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaven;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken mag maximaal 15 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen. Ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer (rv)' wordt de bouwhoogte gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaven.
11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en horeca;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.