direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: De Leyens en Noordhove
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00021-0004

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en 1e herziening Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland"

Op 2 juli 2010 hebben provinciale staten van Zuid-Holland de provinciale structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" vastgesteld. In deze structuurvisie beschrijft de provincie haar doelstellingen en geeft zij haar kijk op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2040. De kern van de Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil de provincie bereiken door middel van realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

In de Visie op Zuid-Holland is het provinciale belang geordend aan de hand van vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Voor het plangebied is vooral de hoofdopgave "Divers en samenhangend stedelijk netwerk" relevant (zie paragraaf 4.7 van de structuurvisie). Het hoofddoel is verstedelijking concentreren in en rond de steden in het stedelijk netwerk.

Bij de Structuurvisie horen twee kaarten: de Functiekaart 2020 en de Kwaliteitskaart 2020. Op de Functiekaart is de woonwijk De Leyens aangeduid als "Stads- en dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer" en de woonwijk Noordhove als "Stads- en dorpsgebied". Stedelijk gebied met hoogwaardig openbaar vervoer is omschreven als delen van het stedelijk gebied die in de nabijheid liggen van haltes van hoogwaardig openbaar vervoer van het Zuidvleugelnet. Stads- en dorpsgebied is een aaneengesloten bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen.
Het Binnenpark is aangeduid als "Stedelijk groen". Stedelijk groen is in de Structuurvisie gedefinieerd als groengebied binnen stads- en dorpsgebied met als hoofdfunctie recreatie waaronder parken en sportvoorzieningen, volkstuinen en/of begraafplaats. Deze gebieden zijn onderdeel van de Zuidvleugelgroenstructuur.

Op de Kwaliteitskaart 2020 is de woonwijk De Leyens aangeduid als 'Kwaliteit in stads- en dorpsgebied' . Voor deze gebieden geldt onder andere behoud en versterking van de diverse woon- en werkmilieus. Het zwaartepunt van verstedelijking ligt in gebieden die goed ontsloten zijn door het openbaar vervoer.

De woonwijk Noordhove is aangeduid als 'Stedelijk netwerk'. Stedelijk netwerk is gedefinieerd als een stadsgebied bestaande uit samenhangende stedelijke agglomeraties en kernen die gekoppeld zijn aan het Zuidvleugelnet, alsmede de mainport Rotterdam en de greenport Westland/Oostland. Het Binnenpark is ook op deze kaart aangeduid als 'Stedelijk groen'.

In dit bestemmingsplan is niet voorzien in ontwikkelingen die strijdig zijn met de Structuurvisie.

Op 23 februari 2011 hebben Provinciale Staten de 1e herziening van de Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" vastgesteld. Op 29 februari is daarnaast de 2e herziening vastgesteld. Voor het plangebied zijn er in beide herzieningen geen relevante inhoudelijke wijzigingen opgenomen.

2.2.2 Verordening Ruimte "Visie op Zuid-Holland en 1e herziening Verordening

De provinciale belangen aangegeven door vijf integrale opgaven, zoals opgenomen in de Structuurvisie, zijn verankerd in de Verordening Ruimte "Visie op Zuid-Holland" die net als de Structuurvisie op 2 juli 2010 door provinciale staten van Zuid-Holland is vastgesteld. Ook de Verordening Ruimte is gewijzigd en geactualiseerd op 23 februari 2011 en 29 februari 2012 met de vaststelling door provinciale staten van respectievelijk de 1e Herziening van de provinciale Verordening en de Actualisering 2011. Voor dit bestemmingsplan zijn er geen relevante inhoudelijke wijzigingen.

Op kaart 1 van de Verordening zijn de bebouwingscontouren per kern vastgelegd. Op grond van artikel 2, eerste lid, is verstedelijking buiten de bebouwingscontour niet toegestaan.

Het plangebied ligt binnen de bebouwingscontour. Het bestemmingsplan voorziet niet in ontwikkelingen die in strijd zijn met de provinciale Verordening Ruimte.

2.2.3 Regioprofielen Cultuurhistorie Zuid-Holland

De visie Regioprofielen Cultuurhistorie Zuid-Holland omvat richtlijnen voor topgebieden van cultureel erfgoed, archeologie en molens in Zuid-Holland. Deze visie is op 13 april 2010 vastgesteld door gedeputeerde staten. De wijze van sturing op welke wijze omgegaan dient te worden met de regioprofielen is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie die is vastgesteld door provinciale staten op 2 juli 2010.

Op basis van bestaande cultuurhistorische waardenkaarten zijn zestien topgebieden als Cultureel Erfgoed Zuid-Holland aangewezen. Voor elk van deze topgebieden is een regioprofiel opgesteld. Deze regioprofielen dienen als een handreiking en sturingskader voor gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders en adviesbureaus om cultuurhistorie op te nemen in ruimtelijke plannen.

Het plangebied ligt niet in een van deze topgebieden. Daarnaast ligt het plangebied ook niet in een gebied dat op de provinciale kaart van de Cultuurhistorische hoofdstructuur is aangemerkt als een gebied waar de trefkans op archeologische sporen redelijk tot groot is. In paragraaf 3.1 van de toelichting wordt hier nader op ingegaan.

2.2.4 Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010

Het Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010 geeft aan hoe de provincie Zuid-Holland de komende jaren haar beleid op de terreinen groen, water en milieu vormgeeft. Het plan is de opvolger van het Beleidsplan Milieu en Water 2000-2006 en omvat het Milieubeleidsplan (Wet milieubeheer) en het Waterhuishoudingplan (Wet op de waterhuishouding). In het beleidsplan zijn de kaders en doelstellingen opgenomen voor de periode 2006-2010 en is een doorkijk gegeven tot 2020 en voor enkele onderwerpen tot 2040. Het plan bestaat uit vier delen: een Visiedeel, een Groendeel, een Waterdeel en een Milieudeel.

Het bestemmingsplan conflicteert niet met de doelstellingen uit het Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010.