direct naar inhoud van Artikel 17 Horeca
Plan: Stadscentrum / Dorpsstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00017-0004

Artikel 17 Horeca

17.1 Bestemmingsomschrijving
17.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca tot en met categorie 2 van de in de bijlagen bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3' tevens horeca tot en met categorie 3 van de in de bijlagen bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'atelier', tevens ateliers op de verdiepingen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens kantoren op de verdiepingen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer', uitsluitend onder peil verkeersdoeleinden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer', uitsluitend onder peil de aanleg en exploitatie van een raillijn, met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. objecten van beeldende kunst;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. lichtmasten en vlaggenmasten;
  • m. terrassen;
  • n. waterpartijen en waterlopen;
  • o. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

17.1.2 Dubbelbestemming

Voor zover de in lid 17.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemming 'Waarde - Archeologie' is primair het bepaalde in artikel 32 van toepassing.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan met een aanduiding in het maatvoeringsvlak is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luifel' mag uitsluitend een luifel worden gerealiseerd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - arcade' mag uitsluitend zodanig worden gebouwd dat op maaiveldniveau een ononderbroken doorgang aanwezig is van tenminste een vrije hoogte van 2,2 m en een vrije breedte van 2,7 m, met dien verstande dat voor de bepaling van de minimum vrije breedte van 2,7 m, kolommen niet worden meegerekend, voor zover de minimale vrije breedte ter plaatse van die kolommen nog 2,2 m is;
17.2.2 Erfbebouwing
  • a. erfbebouwing mag uitsluitend worden opgericht vanaf 1 m achter de voorgevelrooilijn en op minimaal 3 m afstand tot de grens met de bestemming 'Water' en niet op grond met de aanduiding 'tuin';
  • b. op bouwpercelen waarvan de oppervlakte kleiner is dan 300 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 60% van de oppervlakte van het bouwperceel tot een maximum van 60 m² bedragen;
  • c. op bouwpercelen waarvan de oppervlakte groter is dan 300 m2 mag de gezamenlijke oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 20% van de oppervlakte van het bouwperceel bedragen;
  • d. van erfbebouwing mag de goothoogte niet meer bedragen dan 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
  • e. een uitbreiding van het hoofdgebouw danwel erfbebouwing, gelegen binnen het bouwvlak, mag een goothoogte en bouwhoogte hebben die gelijk is aan het hoofdgebouw;
17.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 onder a en b, voor het bouwen van een erfafscheiding met een bouwhoogte van 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van motorvoertuigen, caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • b. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een geluidzoneringsplichtige inrichting, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.

17.5 Afwijken gebruiksregels
17.5.1 Afwijken horecacategorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 17.1.1 onder a, voor het gebruik ten behoeve van activiteiten behorende tot categorie 3 van de in de bijlagen bij deze regels behorende Staat van Horeca-activiteiten, mits:
    • 1. de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen heeft verleend;
    • 2. de gebruiksmogelijkheden van belendende percelen niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • b. het bepaalde in lid 17.1.1 onder a, voor het gebruik ten behoeve van activiteiten die niet zijn genoemd in de bij deze regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten, mits die activiteiten naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de op grond van lid 17.1.1 onder a toegestane categorieën.