direct naar inhoud van Artikel 6 Cultuur en ontspanning - Kinderboerderij
Plan: Rokkeveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00010-0004

Artikel 6 Cultuur en ontspanning - Kinderboerderij

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Doeleindenomschrijving

De voor ' Cultuur en ontspanning - Kinderboerderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

met daaraan ondergeschikt:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. kunstwerken
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. objecten van beeldende kunst;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. terrassen;
  • h. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • i. water;
  • j. wegen en paden;

met de daarbij behorende bouwwerken.

6.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 6.1.1 genoemde gronden samenvallen met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' is primair het bepaalde in artikel 29 van toepassing.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen ten hoogste het met de aanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak bedragen. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een maximum bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan met de aanduiding is aangegeven.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een erf- of terreinafscheiding mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. hooibergen en voedersilo's mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. binnen een bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder hooibergen en voedersilo's, maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van duiventillen, nestpalen, objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder a voor het bouwen van een erf- of terreinafscheiding met een bouwhoogte van maximaal 3 m, indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering, waaronder begrepen de beveiliging, en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gebouwen ten behoeve van wonen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor horeca, met uitzondering van de in lid 6.1.1 onder b genoemde niet-zelfstandige horeca ten dienste van de bezoekers van de kinderboerderij;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruik van gronden als stort en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • e. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • f. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.