direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd-2
Plan: Buytenwegh 2007
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00009-0004

Artikel 8 Gemengd-2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd-2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. kantoren;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. maatschappelijke voorzieningen;
    • 4. uitsluitend op de begane grond: bedrijven en bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van:
    • 5. uitsluitend op de begane grond: bedrijven en bedrijfsactiviteiten die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de onder a sub 4 , bedoelde bedrijven, na ontheffing zoals bedoeld in lid 8.5.1;
    • 6. bedrijfsgebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
    • 7. woningen, met de daabij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. tuinen en erven;
  • c. wegen en paden;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. water;

met de daarbij behorende:

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
  • a. Een hoofdgebouw mag, uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het bouwvlak voor 100% worden bebouwd.
  • c. De bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan in het maatvoeringsvlak is aangegeven, tenzij het bepaalde onder d tot een geringere bouwhoogte leidt.
  • d. De hoogte van een nieuw te bouwen gebouw(deel) mag niet hoger zijn dan de afstand tot de voorgevel respectievelijk achtergevel van een bestaande tegenoverliggende woning, gedeeld door de factor 1,7 en vermeerderd met 1 (meter), gemeten vanaf de vloer van de eerste woonlaag van de tegenoverliggende woning.
8.2.2 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden opgericht achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.
  • b. Het bebouwingspercentage van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50% van het totale erf.
  • c. De maximale oppervlakte aan aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een perceel mag niet meer bedragen dan 60 m2.
  • d. Van een aanbouw of uitbouw mag de maximale hoogte niet meer bedragen dan 0,25 m boven de eerste woonlaag van de woning.
  • e. Van een bijgebouw mag de goothoogte niet meer dan 3 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 m.
  • f. Van een overkapping mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De hoogte van een erfafscheiding mag, voor zover geplaatst achter (het verlengde van) de voorgevel niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. De hoogte van een erfafscheiding mag, voor zover geplaatst vóór of in (het verlengde van) de voorgevel niet meer bedragen dan 1 m.
  • c. De hoogte van objecten van beeldende kunst mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • d. De hoogte van speelvoorzieningen, lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • e. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. het behoud van parkeervoorzieningen, en
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfsactiviteiten, anders dan bedoeld in lid 8.1;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor detailhandel en/of horeca, met uitzondering van vormen van niet-zelfstandige detailhandel en/of horeca als onderdeel van, en behorende bij, een in lid 8.1 genoemde maatschappelijke voorziening;
  • c. bedrijfsgebonden detailhandel zoals genoemd in lid 8.1, mits:
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor het opslaan van (consumenten)vuurwerk.
8.5 Ontheffing van de gebruiksregels
8.5.1 Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 8.1 voor het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de vestiging van bedrijven en/of bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de, bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten voor zover deze bedrijven respectievelijk bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op hun omgeving gelijk te stellen zijn aan de in de Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen bedrijfsactiviteiten. Ontheffing kan niet worden verleend voor de vestiging van een geluidzoneringsplichtige inrichting of een risicovolle inrichting.