direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 2
Plan: Stadscentrum Zuid (Culturele As)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00008-0004

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen tot en met categorie B van de in bijlage 1 bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging, en uitsluitend in de vorm van openbare dienstverlening;
  • b. horeca tot en met categorie 2 van de in bijlage 2 bij deze regels behorende Staat van horeca-activiteiten tot maximaal 250 m2 bvo;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenemententerrein-1' tevens evenementen, met inachtneming van het gestelde in lid 7.5.2;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. wegen en paden;
  • e. terreinafscheidingen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. lichtmasten en vlaggenmasten;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. objecten van beeldende kunst;
  • k. terras;
  • l. groenvoorzieningen;
  • m. water;

met de daarbij behorende bouwwerken.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak mag maximaal 1.820 m2 bvo worden gebouwd;
  • c. de grond welke is gelegen buiten het bouwvlak mag door middel van een luifel overdekt worden;
  • d. de bouwhoogte van een hoofdgebouw en een luifel mag maximaal 4,5 m bedragen;
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een terreinafscheiding mag, voor zover geplaatst achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van een terreinafscheiding mag, voor zover geplaatst vóór of in de voorgevelrooilijn maximaal 1 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag maximaal 6 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.
7.3 Specifieke bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenemententerrein-1' zijn tijdens evenementen en de daarbij behorende op- en afbouwperiode tijdelijke bouwwerken, zoals tenten, licht- en bewegwijzeringstorens, podia, terreinafzettingen, zendmasten en installaties toegestaan.

7.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. het behoud van parkeervoorzieningen, en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Algemeen

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van consumentenvuurwerk;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van prostitutie en/of een seksinrichting;
  • c. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van motorvoertuigen, caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • d. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- en/of opslagplaats voor normaal gebruik.

7.5.2 Evenemententerrein

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - evenemententerrein-1' gelden de in onderstaande tabel opgenomen maximale frequentie, bezoekersaantallen en duur van evenementen:

Soort evenement   Maximum aantal evenementen per kalenderjaar   Aantal bezoekers per dag   Duur per evenement
(exclusief op- en afbouw)  
Klein   26   tot 1.000   Maximaal 2 dagen  
Groot   10   1.000 tot 15.000   Maximaal 5 dagen  
       
Totaal   36      

7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Afwijken van milieucategorie

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.1 onder a, voor een gebruik ten behoeve van de daar genoemde functies tot ten hoogste categorie C, en voor een gebruik door functies die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten - functiemenging, zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regels.

7.6.2 Voorwaarden voor afwijken milieucategorie

Het bevoegd gezag verleent de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.6.1, indien deze functies naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie B en indien de kwaliteit van de leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed.