direct naar inhoud van 5.7 Natuurwaarden
Plan: Hotel-restaurant de Sniep (Broekwegschouw 207-211)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00004-0004

5.7 Natuurwaarden

5.7.1 Flora- en Faunawet

Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet biedt een integraal wettelijk kader voor de bescherming van dier- en plantensoorten. Met deze wet is het soorten beschermingsbeleid van de Europese Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving verwerkt. De Flora- en faunawet kent geen koppeling met het Ruimtelijke Ordeningsbeleid. Dat doet niet af aan het feit dat bezien moet worden of de Flora- en faunawet de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan in de weg staat. Dit brengt met zich mee dat, als er een redelijk vermoeden bestaat dat beschermde planten- en diersoorten in het plangebied kunnen voorkomen in het kader van de planprocedure onderzoek moet worden gedaan naar de aanwezigheid van deze soorten (ABRvS, 23 februari 2005, Leeuwarden).

5.7.2 Natuurwaardenonderzoek

In het kader van het voorliggend bestemmingsplan zijn de aanwezige natuurwaarden onderzocht door middel van een quick scan. Een quick scan geeft inzicht in de actuele natuurwaarden van het onderzoeksgebied en daarmee wordt tevens bepaald of een volledig flora- en faunaonderzoek noodzakelijk is. In opdracht van de gemeente Zoetermeer heeft bSR ecologisch advies een quick scan uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet. Dit onderzoek heeft zich gericht op 'streng' beschermde soorten, dat wil zeggen soorten van tabel 2 of tabel 3 van de Flora- en faunawet, soorten van Habitatrichtlijn Bijlage II en/of Bijlage IV of vallend onder een vergelijkbaar beschermingsregime. Voorts is gekeken naar de aanwezigheid van (potenties voor) bedreigde soorten geplaatst op een Rode Lijst.

In het najaar van 2007 is reeds onderzoek gedaan naar de gevolgen van het plan voor de natuurwaarden. In het onderzoeksrapport van bSR van 30 oktober 2007 is geconcludeerd dat na een eerste inspectie van de bomen de twee meest westelijke populieren, waarvan het dikste exemplaar in het bijzonder, geschikt zijn als verblijfplaats voor vleermuizen, specifiek de Ruige dwergvleermuis. Overige soorten worden in de bomen niet verwacht. Na een tweede inspectie is gebleken dat de kans dat in de dikste populier een paarverblijfplaats van de Ruige dwergvleermuis aanwezig is, groot is (zie Bijlage 7 voor dit onderzoek). Voor het kappen van deze boom is geadviseerd een ontheffing aan te vragen ex artikel 75 van de Flora en faunawet voor het vernietigen van een vaste rust- en verblijfplaats van de Ruige dwergvleermuis. Hoewel er haksporen van de Grote bonte specht aanwezig zijn, bevinden zich geen als vaste verblijfplaats te gebruiken holen in de onderzochte bomen. Voor deze soort is ene ontheffingsaanvraag dan ook niet noodzakelijk.

De plannen van de Sniep zijn gewijzigd. De boom met de paarverblijfplaats van de Ruige dwergvleermuis blijft gehandhaafd. Wel zullen voor de realisatie van het hotel en het parkeerterrein 12 bomen gekapt moeten worden. Voor elke boom die gerooid moet worden zal een nieuwe boom (uit dezelfde familie) teruggeplaatst worden.

Het adviesbureau bSR heeft een aanvullend onderzoek verricht naar de gevolgen van de gewijzigde plannen voor de flora en fauna. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het rapport van 11 juni 2009 (zie Bijlage 8 van de plantoelichting voor het volledige rapport). Uit het onderzoek blijkt dat nu de boom met het paarverblijf van de Ruige dwergvleermuis gehandhaafd blijft een ontheffing ex artikel 75 van de Flora en faunawet niet nodig is. Voor het verwijderen van de overige bomen en bebouwing binnen het plangebied is geen ontheffing nodig, omdat deze ongeschikt zijn voor holbewonende zoogdieren en vogels.