direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer
Plan: Oosterhage - Businesspark Oosterheem
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00002-0004

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen voor het gemotoriseerd verkeer waarvan het aantal rijstroken, met uitzondering van in- en uitvoegstroken en opstelstroken, niet meer mag bedragen dan:

- 4 rijstroken voor de Willem Dreeslaan;

- 4 rijstroken voor de Hugo de Grootlaan;

- 4 rijstroken voor de Aletta Jacobslaan;

- 2 rijstroken voor de Olof Palmelaan;

- 2 rijstroken voor de Franklinstraat;

  • b. bermen;
  • c. fietsenstallingen;
  • d. fietspaden en/of -stroken en voetpaden;
  • e. geluidoverdrachtbeperkende voorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen
  • g. kunstwerken;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. speelvoorzieningen;
  • j. vlaggenmasten en lichtmasten;
  • k. objecten van beeldende kunst;
  • l. objecten voor reclame;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. voorzieningen voor het openbaar vervoer;
  • o. waterpartijen en waterlopen;
  • p. in afwijking van het gestelde onder a tot en met n is ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' de grond uitsluitend bestemd voor parkeren;
  • q. in afwijking van het gestelde onder a tot en met n zijn ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' de gronden tevens bedoeld voor de aanleg en exploitatie van een raillijn met bijbehorende spoorbanen, wissels en overige constructies alsmede haltevoorzieningen, daaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van de bereikbaarheid van die haltevoorzieningen,

met de daarbij behorende bouwwerken.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen
  • a. binnen de bestemming zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met uitzondering van gebouwen ten behoeve van het railverkeer ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer', gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en fietsenstallingen;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' mag maximaal 5 m bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van het spoor;
  • c. de oppervlakte van een gebouwde nutsvoorziening mag maximaal 10 m2 bedragen, de bouwhoogte maximaal 5 m en de afstand tot de HSL-spoorlijn dient minimaal 20 m te bedragen;
  • d. de oppervlakte van een gebouwde fietsenstalling mag maximaal 10 m2 bedragen, de bouwhoogte maximaal 3 m en de afstand tot de HSL-spoorlijn dient minimaal 20 m te bedragen.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag, anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, maximaal 6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken en bouwwerken ten behoeve van de geleiding, beveiliging en de regeling van het verkeer mag maximaal 10 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van speelvoorzieningen, vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 10 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van objecten van beeldende kunst mag maximaal 15 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'railverkeer' mag - anders dan voor de geleiding, beveiliging en regeling van het railverkeer, maximaal 6 m bedragen, gemeten vanaf de bovenkant van het spoor.
8.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. het behoud van parkeervoorzieningen, en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt voor motorbrandstoffen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van caravans, boten en overige zaken anders dan ten behoeve van de bestemming;
  • c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, anders dan als stort- of opslagplaats voor normaal gebruik;
  • d. het gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van raam- en straatprostitutie.