Plan: | Buitenplaats Duivenvoorde 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.Duivenvoorde-BP50 |
Voor een effectief handhavingsbeleid met betrekking tot het bestemmingsplan zijn vier factoren van belang:
Een effectief handhavingsbeleid begint bij de kenbaarheid van de in het plan gegeven regels bij diegenen die deze moeten naleven. Het bestemmingsplan is aan een ieder kenbaar gemaakt door middel van de wettelijk voorgeschreven publicaties. Daarom mag worden aangenomen dat belanghebbenden in het plangebied van de regels op de hoogte (kunnen) zijn en op hun naleefgedrag kunnen worden aangesproken.
De inhoud van het plan kan slechts effectief worden gehandhaafd indien het beleid en de regeling in voldoende grote kring worden ondersteund door het gebruikers in het plangebied. Uiteraard zal vrijwel nooit iedereen zich in elk onderdeel van het plan kunnen vinden. Een algemene positieve benadering van het plan is echter wenselijk c.q. noodzakelijk.
Een juridische regeling moet realistisch en inzichtelijk zijn, dat wil zeggen: niet onnodig beperkend of inflexibel. Bovendien moeten regels en hun toepassing goed controleerbaar zijn. De regels moeten daarom niet meer onderwerpen regelen dan voor de uitvoering van het plan noodzakelijk is. Hoe genuanceerder het beleid dat is beoogd voor een plangebied, hoe complexer de regels zullen zijn en hoe moeilijker de mate van handhaafbaarheid daarmee wordt.
Het sluitstuk van een goed handhavingsbeleid is voldoende toezicht op de feitelijke situatie in het plangebied. Daarnaast moeten adequate maatregelen worden getroffen indien de regels worden overtreden. Wanneer dat wordt nagelaten, ontstaat een grote en onwenselijke mate van rechtsonzekerheid.
Tegenwoordig wordt als regel gewerkt met jaarlijkse handhavingsplannen en een handhavingsprogramma voor meerdere jaren. Daarin zijn prioriteiten gesteld ten aanzien van de te handhaven onderwerpen. In het algemeen geldt op grond van vaste jurisprudentie een zgn. beginselplicht tot handhaving. Dat neemt niet weg dat per geval moet worden onderzocht en beoordeeld of handhaving (nog) mogelijk én proportioneel is. Een uitzondering op de beginselplicht is bijvoorbeeld concreet zicht op legalisatie van een overtreding.
Bij de handhaving van het bestemmingsplan wordt onder meer concrete aandacht besteed aan: