direct naar inhoud van 5.2 Regels
Plan: Buitenplaats Duivenvoorde 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.Duivenvoorde-BP50

5.2 Regels

De regels van het bestemmingsplan zijn onderverdeeld in Inleidende regels, Bestemmingsregels en Algemene regels. De inleidende regels bestaan uit begripsbepalingen en regels omtrent de wijze van meten. De bestemmingsregels bevatten de regels omtrent gebruik, bouwen e.d. per bestemming. De algemene regels zijn onder te verdelen in algemene gebruiks- en bouwregels, algemene ontheffingsregels, overgangsrecht en een slotregel.

5.2.1 Inleidende regels

Om misverstanden te voorkomen worden in de begripsbepalingen (artikel 1) de verschillende in het plan voorkomende begrippen nader toegelicht, dit om de eenduidigheid te bevorderen en interpretatieproblemen te voorkomen. Bij de wijze van meten (artikel 2) wordt aangegeven hoe bepaalde maten gemeten dienen te worden.

5.2.2 Bestemmingsregels

De regels voor de verschillende in het plan opgenomen bestemmingen zijn opgebouwd conform de SVBP-2008. Dat betekent dat elk artikel volgens een vaste indeling is opgebouwd, te weten (voor zover per bestemming van toepassing):

  • Bestemmingsomschrijving;
  • Bouwregels;
  • Nadere eisen;
  • Ontheffing van de bouwregels;
  • Specifieke gebruiksregels;
  • Ontheffing van de gebruiksregels;
  • Aanlegvergunning.

Om de in het plangebied aanwezige waarden en belangen te beschermen is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen in elke bestemmingsregeling. Bij het beoordelen van een aanvraag om aanlegvergunning moet een afweging plaatsvinden tussen de belangen die zijn gediend met het uitvoeren van de vergunningplichtige activiteit en de effecten daarvan op het landschap, de natuur en de water- of bodemhuishouding, cultuurhistorische - en archeologische waarden, etc. Deze mogen in geen enkel geval onevenredig worden aangetast.

In het bestemmingsplan "Buitenplaats Duivenvoorde 2011" komen de volgende bestemmingen voor:

Artikel 3: Agrarisch met waarden - Open gebied

Deze bestemming omvat gronden die gebruikt worden voor de teelt of het voortbrengen van gewassen of voor de teelt of het houden van vee. Voor deze gronden geldt dat de specifieke landschappelijke waarden gehandhaafd resp. beschermd moeten worden. Daarbij kan het gaan om elementen als cultuurhistorische waarden, gebiedstypische ontsluitingen, kavelstructuren, etc.

Artikel 4: Gemengd

Deze bestemming is toegekend aan het kasteel Duivenvoorde zelf, omdat ter plaatse sprake is van een aantal in relatie tot elkaar uitgeoefende functies. Met deze bestemming wordt ruimte geboden voor het continueren van woon- en overige functies, met als uiteindelijk doel het waarborgen van de bestaande situatie waarin de oorspronkelijke woonfunctie (mede) wordt gedragen door de exploitatie van een aantal passende overige functies.

Artikel 5: Natuur - Bijzondere botanische waarden

De functie van de Duivenvoordecorridor, waarvan het plangebied deel uitmaakt, als ecologische verbindingszone tussen het Groene Hart en het strandwallenlandschap bij Wassenaar wordt ook in het voorliggende plan gewaarborgd door middel van de bestemming Natuur. Het betreft hier met name gronden met een hoge botanische waarde, zoals houtopstanden met Stinse flora en oude hagen.

Deze bestemming is ook toegekend aan de kasteeltuin (Leidse Tuin) die als onderdeel van dit plan in ere hersteld zal worden. Binnen dit deel van de bestemming is voorts door middel van een functieaanduiding conform de SVBP2008 ruimte geboden voor een horeca- en detailhandelsfunctie.

Artikel 6: Verkeer - Verblijfsgebied

Op gronden met deze bestemming is geen doorgaand gemotoriseerd verkeer toegestaan. Gemotoriseerd verkeer in de vorm van bestemmingsverkeer (bezoekers van het landgoed resp. het kasteel) kan in beperkte mate van deze gronden gebruik maken. In beginsel betreft het hier vooral oude landwegen, fiets- en wandelpaden.

Artikel 7: Water

Met de bestemming Water worden alle binnen het plangebied voorkomende watergangen en waterelementen geregeld, die voor een stabiele waterhuishouding van het plangebied een afwaterings- of bergingsfunctie vervullen. Daarnaast is deze bestemming toegepast op waterlopen en waterpartijen die karakteristiek zijn voor het landschap resp. de landschapswaarden in het plangebied.

Artikel 8: Wonen

Ten behoeve van de woonfunctie in het plangebied (diverse gebouwen bij het kasteel Duivenvoorde waarin thans sprake is van bewoning) is de bestemming Wonen opgenomen. Ter bescherming van de karakteristiek van de bestaande bebouwing, zowel op zichzelf als in relatie tot het gebied als geheel, is sprake van een bestemmingsregeling met name gericht is op het behoud en de bescherming van bestaande situaties.

Artikel 9: Leiding - Hoogspanningsverbinding

Het plangebied wordt doorsneden door een bovengrondse (150kV) hoogspanningsverbinding. Teneinde de instandhouding van deze hoogspanningsverbinding te waarborgen en veiligheidsrisico's die mogelijk voor bepaalde functies uit de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding voortvloeien, is een (dubbel)bestemming opgenomen die de belangen van de hoogspanningsverbinding veilig stelt.

Artikel 10: Waarde - Archeologie

Op gronden met een bijzondere betekenis op het gebied van de archeologische waarden is de (dubbel)bestemming Waarde - Archeologie gelegd. Bouwactiviteiten en andere ontwikkelingen waarbij verstoring van de bodem aan de orde is zijn alleen toegestaan indien archeologisch onderzoek is verricht en de op grond daarvan noodzakelijk te achten maatregelen ter bescherming van archeologische waarden zijn getroffen.

Artikel 11: Waarde - Beschermd Stads- en Dorpsgezicht

Het gehele plangebied maakt deel uit van een als beschermd dorpsgezicht aangewezen groter geheel. Hierbij gaat het met name om het bepalen en beschermen van waardevolle landschapseenheden en landschapsstructuren, maar ook om het behoud van daarin aanwezige resp. aan de waarde daarvan bijdragende bebouwingselementen. Deze (dubbel)bestemming biedt een beschermings- resp. toetsingskader dat het in stand houden van de voor het beschermd gezicht bepalende waarden juridisch-planologisch verankert en waarmee aan de wettelijke verplichting tot het vaststellen van een beschermende bestemmingsregeling wordt voldaan.

Artikel 12: Waterstaat - Waterkering

De in het plangebied gelegen waterkeringen hebben de (dubbel)bestemming Waterstaat - Waterkering gekregen. Het gaat hierbij om een dubbelbestemming die in geval van een belangenafweging voorrang krijgt boven eveneens op de betrokken gronden van van toepassing zijnde andere bestemmingen. Op deze gronden mag slechts worden gebouwd voor zover de waterstaatkundige belangen zich daartegen niet verzetten en na verkregen advies van de beheerder van de waterkering.

5.2.3 Algemene regels

Algemene regels: artikel 13 t/m 19

Deze artikelen bevatten aanvullende bepalingen van algemene aard, zoals meer concreet:

  • een zogenaame anti-dubbeltelregel;
  • algemene bouwregels;
  • een regeling voor bestaande maten;
  • algemene gebruiksregels;
  • algemene aanduidingsregels;
  • algemene afwijkingsregels;
  • algemene wijzigingsregels;
  • overige regels.

Belangrijk onderdeel van deze algemene regels vormt artikel 17 waarin bepalingen zijn opgenomen ter bescherming van de landgoedbiotoop die deel uitmaakt van het plangebied. Ook de laatste categorie (artikel 19) is van belang, omdat daarin het voor dit plangebied opgenomen aanlegvergunningenstelsel is vastgelegd. Dit stelsel biedt extra bescherming van de natuur-, landschaps-, archeologische -, cultuurhistorische en overige waarden in het plangebied. Het aanlegvergunningstelsel is er op gericht werken en werkzaamheden, die onevenredig afbreuk doen aan de genoemde waarden, te voorkomen dan wel ten minste een extra toetsings- resp. afwegings- en beslismoment over het al dan niet toelaten van zulke werken en werkzaamheden in het plan te verankeren.

5.2.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 20: Overgangsrecht

Het overgangsrecht voor bouwwerken dient ter vergroting van de rechtszekerheid ten aanzien van bouwwerken die bestonden of mochten worden gebouwd ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan en daarvan afwijken. Het opnemen van deze regel alsmede de redactie daarvan is wettelijk voorgeschreven. Bouwwerken die reeds met het eerder vigerende plan in strijd waren, vallen niet onder het overgangsrecht van het nu voorliggende plan.

Het overgangsrecht voor gebruik van gronden en bouwwerken dient ter vergroting van de rechtszekerheid ten aanzien van functies die bestonden ten tijde van de inwerkingtreding van dit plan en daarvan afwijken. Het opnemen van deze regel alsmede de redactie daarvan is wettelijk voorgeschreven. Vormen van gebruik die reeds met het eerder vigerende plan in strijd waren, vallen niet onder het overgangsrecht van het nu voorliggende plan.

Dit artikel bevat voorts een hardheidsclausule die het mogelijk maakt in bijzondere gevallen door middel van een door het bevoegd gezag te verlenen omgevingsvergunning af te wijken van het overgangsrecht gebruik.

Artikel 21: Slotregel

Deze regel geeft aan onder welke naam de regels dienen te worden aangehaald, te weten: "Regels van het bestemmingsplan Buitenplaats Duivenvoorde 2011"