Plan: | Buitenplaats Duivenvoorde 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0626.Duivenvoorde-BP50 |
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de juridisch-technische opbouw van het bestemmingsplan "Buitenplaats Duivenvoorde 2011". Het hoofdstuk is te beschouwen als een leeswijzer voor de regels en de plankaart. Deze eerste paragraaf geeft de vorm van het bestemmingsplan weer. De twee daarop volgende paragrafen gaan meer gedetailleerd in op de verschillende bestemmingen en overige regelingen, zoals die zijn neergelegd in de regels en op de plankaart.
De regels en de plankaart vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. De toelichting heeft geen juridisch bindende status, maar kan gebruikt worden bij het nader uitleggen van de regels en/of de plankaart. Op de bij het bestemmingsplan behorende verbeelding met nummer NL.IMRO.0626. Duivenvoorde-0001 zijn alle noodzakelijke - en op grond van het Besluit ruimtelijke ordening verplichte- gegevens ingetekend.
Op het renvooi (verklaring van de bestemmingen en aanduidingen op de plankaart) is te zien dat onderscheid wordt gemaakt in bestemmingen en aanduidingen. De bestemmingen zijn de belangrijkste elementen. Alle gronden op de kaart hebben een bestemming, die zichtbaar wordt gemaakt door middel van een kleur, al dan niet in combinatie met letter ter aanduiding van de bestemming. Elke op de plankaart aangegeven bestemming is gekoppeld aan een bestemmingsartikel in de regels. De regels laten vervolgens bij elke bestemming zien op welke wijze de gronden mogen worden gebruikt en al dan niet bebouwd. Daarbij wordt onder meer weer terugverwezen naar aanduidingen op de plankaart.
De Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (Bro) bevatten vrijwel geen bepalingen over de opbouw en verbeelding van een bestemmingsplan. Dit heeft er toe geleid dat in de praktijk allerlei varianten zijn toegepast, met als resultaat een ware lappendeken van bestemmingsplanvormen. Bestemmingsplannen met dezelfde beleidsmatige inhoud en doelen zagen er volledig verschillend uit en waren nauwelijks vergelijkbaar, met als gevolg een gebrek aan duidelijkhied voor de gebruikers van bestemmingsplannen.
In de met ingang van 1 juli 2008 in werking getreden Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Besluit ruimtelijke ordening (Bro) alsmede daarop gebaseerde AmvB's is een uitgebreide regeling opgenomen die moet resulteren in onderling vergelijkbare ruimtelijke plannen. Standaardisering van de opbouw en verbeelding moet daartoe leiden. De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op een vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. Die verbeelding is verder uitgewerkt door middel van het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO2008).
Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiƫntere overheid. Toepassing van de standaarden is dwingend voorgeschreven. De plankaart en de regels van dit plan zijn ingericht met inachtneming van de wettelijk voorgeschreven standaarden, zoals de Regeling standaarden ruimtelijke ordening, IMRO2008, SVBP2008, e.d.