direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen
Plan: Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0626.2012Noord-BP40

Artikel 17 Wonen

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in de vorm van grondgebonden eengezinswoningen (niet gestapeld);
  • b. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk'; tevens een maatschappelijke voorziening;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'garage'; tevens opslag en parkeervoorziengen;

met daarbij behorende:

  • e. gebouwen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. erven en tuinen;
  • h. toegangspaden;
  • i. parkeervoorzieningen op eigen terrein.

17.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, met inachtneming van de volgende regels:

17.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangeduid;
  • c. indien en voor zover ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' een maximale bouwhoogte van 3,5 m is aangegeven mag het hoofdgebouw naar keuze worden uitgebreid met:
    • 1. een kapverdieping, waarbij geldt dat:
      • de goothoogte maximaal 3,5 m mag bedragen;
      • de bouwhoogte maximaal 7,5 m mag bedragen;
      • een niet van een kapverdieping te voorzien gedeelte van het oorspronkelijke dak niet als dakterras mag worden gebruikt;
      • aan de kapverdieping geen balkons mogen worden aangebracht;
    • 2. een tweede bouwlaag, waarbij geldt dat:
      • de oppervlakte maximaal 50% van de oppervlakte van het hoofdgebouw mag bedragen;
      • de bouwhoogte van maximaal 6 m mag bedragen;
      • een niet met een tweede bouwlaag te voorzien gedeelte van het oorspronkelijke dak niet als dakterras mag worden gebruikt;
      • aan een tweede bouwlaag geen balkons mogen worden aangebracht;
  • d. het bepaalde onder c. geldt niet ter plaatse van de aanduiding 'plat dak'.

17.2.2 Dakkapellen
  • a. op het dakvlak van (het dak van) een hoofdgebouw is een dakkapel toegestaan, mits op het betreffende dakvlak, voor zover behorende bij de betreffende woning, niet reeds een dakkapel aanwezig is;
  • b. de afstand van een dakkapel tot aan de onderzijde van het dakvlak bedraagt minimaal 0,5 m en maximaal 1 m;
  • c. de afstand van een dakkapel tot aan de bovenzijde van het dakvlak bedraagt minimaal 0,5 m;
  • d. de afstand van een dakkapel tot aan de zijkant van het dakvlak, dan wel woningscheidende muur, bedraagt minimaal 0,5 m;
  • e. de ruimte tussen dakkapellen bedraagt minimaal 1 m;
  • f. de bouwhoogte van een dakkapel bedraagt maximaal 50% van de in het verticale vlak geprojecteerde hoogte van het dakvlak, met een maximum van 1,5 m;
  • g. de breedte van een dakkapel bedraagt maximaal 50% van de breedte van het dakvlak, met een maximum van 3 m;
  • h. indien op een dakvlak, behorende bij meerdere woningen, reeds een dakkapel aanwezig is, geldt dat de boven- en onderzijde van de te bouwen dakkapel in dezelfde horizontale lijn moet liggen als respectievelijk de boven- en onderzijde van de reeds aanwezige dakkapel;
  • i. indien op een dakvlak, behorende bij meerdere woningen, reeds meerdere dakkapellen aanwezig zijn, geldt dat de boven- en onderzijde van de te bouwen dakkapel in dezelfde horizontale lijn moet komen te liggen als respectievelijk de boven- en onderzijde van de dichtstbij gelegen, reeds aanwezige dakkapel.

17.2.3 Aanbouwen en bijgebouwen
  • a. bij ieder hoofdgebouw zijn aanbouwen en bijgebouwen toegestaan;
  • b. de diepte van een aanbouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag maximaal 70 m² bedragen, mits:
    • 1. niet meer dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bij die woning behorende gronden buiten het bouwvlak wordt bebouwd;
    • 2. de oppervlakte van een aanbouw of bijgebouw maximaal 30 m² bedraagt;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' het bebouwingspercentage aan erfbebouwing 100% bedragen;
  • e. de goot- en bouwhoogte van een aanbouw of bijgebouw mag niet meer dan respectievelijk 3 m en 5 m bedragen;
  • f. in aanvulling op het bepaalde onder d kan voor een aanbouw aan de zijgevel van een hoofdgebouw, waarvan de kaprichting evenwijdig loopt aan de openbare weg, een bouwhoogte van maximaal 7 m worden toegestaan, indien:
    • 1. deze kap overeenkomstig vorm, richting en hellingshoek van het hoofdgebouw wordt uitgevoerd;
    • 2. geen hogere bouwhoogte ontstaat dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw; en
    • 3. een hogere bouwhoogte noodzakelijk is voor een goede beeldkwaliteit;
  • g. aanbouwen en bijgebouwen mogen niet worden voorzien van dakkapellen of balkons;
  • h. bijgebouwen mogen niet worden voorzien van dakterrassen.

17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 3 m voor pergola's;
    • 2. maximaal 2 m voor erfafscheidingen voor zover gelegen achter (het verlengde van de) de voorgevel;
    • 3. maximaal 1 m voor overige erfafscheidingen;
    • 4. maximaal 2 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. in aanvulling op het bepaalde in sub a geldt dat overkappingen uitsluitend zijn toegestaan achter de voorgevelrooilijn;
  • c. van dakterrassen op aanbouwen:
    • 1. de diepte uit de betreffende gevel van de woning niet meer dan 3 m bedragen, waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen en de achterperceelgrens niet minder dan 2 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van de terrasafscheiding, gemeten vanaf de voet daarvan, niet meer dan 1,2 m bedraagt;
  • d. van balkons aan de woning mag:
    • 1. de diepte uit de betreffende gevel van de woning niet meer dan 1,5 m bedragen, waarbij de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen en de achterperceelgrens niet minder dan 2 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van de balkonafscheiding, gemeten vanaf de voet daarvan, niet meer dan 1,2 m bedragen;
  • e. van privacyschermen op dakterrassen en balkons mag:
    • 1. de diepte uit de betreffende gevel van de woning niet meer dan 1 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van de terrasafscheidingen, gemeten vanaf de voet daarvan, niet meer dan 1,8 m bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder c en d mogen dakterrassen en balkons worden gebouwd op minder dan 2 m tot de zijdelingse perceelsgrenzen en/of de achterperceelgrens voor zover het erf grenst aan een openbare weg, openbaar groen of een openbaar water is, ook nadat deze hun openbare bestemming hebben verloren.

17.3 Specifieke gebruiksregels
17.3.1 Beroep-aan-huis

In of bij een woning is de uitoefening van een beroep-aan-huis toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de voor de beroepsuitoefening te gebruiken vloeroppervlakte mag niet meer dan 30% van de totale vloeroppervlakte met een maximum van 50 m² per woning bedragen;
  • b. er mag geen onevenredige afbreuk aan de woonfunctie worden gedaan;
  • c. detailhandel en horeca zijn niet toegestaan;
  • d. er mag geen onevenredige milieu- of verkeershinder ontstaan;
  • e. het beroep moet worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
  • f. de activiteiten mogen niet vergunning- of meldingplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer.

17.3.2 Bedrijf-aan-huis

In of bij een woning is de vestiging van een bedrijf-aan-huis toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. uitsluitend bedrijfsactiviteiten, behorende tot milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (zie Bijlage 1) zijn toegestaan;
  • b. de index voor verkeersaantrekkende werking in de Richtafstandenlijsten (zie Bijlage 1) voor milieubelastende activiteiten mag niet hoger zijn dan 1P of 1G (potentieel geringe verkeersaantrekkende werking voor personen- en goederenvervoer);
  • c. horeca- of detailhandelsactiviteiten zijn niet toegestaan;
  • d. een seksinrichting, porno- of escortbedrijf is niet toegestaan;
  • e. de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een bedrijf-aan-huis, in voorkomend geval samen met de bruto vloeroppervlakte bedoeld voor beroep-aan-huis (zie lid 17.3.1), mag niet meer bedragen dan 30% van de totale bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, met een maximum van 50 m²;
  • f. op erven en tuinen is buitenopslag van goederen ten behoeve van het bedrijf niet toegestaan;
  • g. het bedrijf mag niet leiden tot vergroting van de parkeerdruk, tenzij hierin op eigen terrein volledig kan worden voorzien;
  • h. vanwege de bedrijfsactiviteiten mogen geen parkeerplaatsen op eigen terrein verloren gaan;
  • i. behoudens vervoersbewegingen, mogen geen bedrijfsactiviteiten in de openbare ruimte rond de betreffende woning plaatsvinden;
  • j. de bedrijfsactiviteit moet hoofdzakelijk inpandig plaatsvinden;
  • k. het aanbrengen van reclamevoorwerpen (zoals lichtbakken) is niet toegestaan, met uitzondering van een naambordje van ten hoogste 0,16 m² (40x40 cm);
  • l. de bedrijfsactiviteit mag slechts worden uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • m. de omvang van de voor de woonfunctie beschikbaar blijvende bergruimte moet voldoen aan het Bouwbesluit 2003.