direct naar inhoud van Artikel 6 Algemene bouwregels
Plan: Partiële herziening Kerspelpad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0623.BP1051PH002-VG01

Artikel 6 Algemene bouwregels

6.1 Overschrijding bouwgrenzen
6.1.1 Bouwregels

De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:

  • a. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen;
  • b. plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, indien de overschrijding van de voorgevelbouwgrens niet meer dan 50 cm bedraagt;
  • c. gevel en kroonlijsten en overstekende daken, overbouwingen, erkers, balkons, galerijen en luifels, mits zij de voorgevelbouwgrens met niet meer dan 50 cm overschrijden;
  • d. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voor zover deze de bouwgrens met niet meer dan 1 m overschrijden;
  • e. hijsinrichtingen aan tot bewoning bestemde gebouwen, voor zover deze hijsinrichtingen in geen enkele stand de voorgevelbouwgrens met meer dan 1 m overschrijden;
  • f. voor panden met de aanduiding "monument" geldt dat erkers, balkons, dakoprekkingen niet zijn toegestaan voorzover deze zichtbaar zijn vanaf de straat.
6.1.2 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het overschrijden van de op de kaart aangegeven bouwgrenzen met ten hoogste 1,5 m, indien het betreft:

  • a. overbouwingen ten dienste van de verbinding van twee gebouwen;
  • b. toegangen van bouwwerken;
  • c. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen;
  • d. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
  • e. erkers, balkons en galerijen;
  • f. luifels, reclametoestellen en draagconstructies voor reclame;
  • g. hijsinrichtingen, laadbruggen, stortgoten, stort- en zuigbuizen;
  • h. kelderingangen en kelderkoekoeken;
  • i. of daarmee gelijk te stellen ondergeschikte bouwwerken.

6.2 Bestaande bebouwing

Voor zover in dit plan de bestaande bebouwing buiten het bouwvlak qua hoogte of situering afwijkt van de planregels, geldt deze afwijkende maatvoering als maximale maatvoering.

6.3 Ondergronds bouwen en kelders
6.3.1

De planregels inzake de toelaatbaarheid, de aard, de omvang en de situering van gebouwen zijn in geval van kelders van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat deze uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de kelder is loodrecht onder de woning en/ of het aan- en bijgebouw geprojecteerd, en;
  • b. de kelder mag maximaal 1 bouwlaag (maximaal 4 meter diep, gemeten vanuit onderkant
    begane grondvloer) zijn, en;
  • c. indien de kelder onder een bijgebouw is geprojecteerd, dan mag de kelder niet van buitenaf
    bereikbaar zijn.

6.3.2

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 6.3.1 ten behoeve van kelders niet loodrecht onder het hoofdgebouw gelegen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de kelder mag maximaal 1 bouwlaag (maximaal 4 meter diep, gemeten vanuit onderkant
    begane grondvloer) zijn, en;
  • b. de kelder is niet van buitenaf bereikbaar, en;
  • c. de maximale oppervlakte van de kelder is gelijk aan datgene wat is toegestaan voor aan- en
    bijgebouwen zoals genoemd in artikel 4.

6.4 Toepasselijkheid Bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  • a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  • b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
  • c. het bouwen bij bovengrondse hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  • d. de parkeernormen, parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij en/of in gebouwen;
  • e. de ruimte tussen gebouwen.