Maasoeverzone, 1e herziening

Aanleiding en doel

Bij besluit van 20 december 2011 heeft de raad het bestemmingsplan Maasoeverzone vastgesteld. Tegen dit besluit is beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS). Op 22 maart 2013 heeft de ABRS het bestemmingsplan op twee onderdelen vernietigd. Ingevolge de uitspraak van de ABRS moet de raad over een van die onderdelen een nieuw besluit nemen. Ten aanzien van het andere onderdeel heeft de ABRS zelf in de zaak voorzien.

Het nieuw te nemen besluit heeft betrekking op de gronden met de bestemming Groen, voor zover daaraan niet de aanduiding 'bedrijf' is toegekend, terwijl er wel bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. Dit betreft de gronden van Ontwikkelingsmaatschappij Noordoever B.V. die grenzen aan de bestemming Water. Een en ander is vervat in de onderhavige herziening van het bestemmingsplan Maasoeverzone. Deze bestemmingsplanherziening wordt tevens aangegrepen om enkele foutieve verwijzingen in artikel 3 (Bedrijf) te repareren. Daarnaast wordt - omwille van de duidelijkheid - ook het onderdeel aangepast waarin door de ABRS zelf in de zaak is voorzien. In artikel 6 (Water) is het woord "aangrenzend" vervangen door de woorden "dichtsbij gelegen".

Vormgeving

Deze bestemmingsplanherziening bestaat uit een verbeelding (regels en plankaart) die vergezeld gaat van de onderhavige toelichting. Het betreft een partiële herziening, die in samenhang met het moederplan (het bestemmingsplan Maasoeverzone) moet worden gelezen.

De plangrens van deze herziening is hetzelfde als de plangrens van het moederplan. Binnen deze plangrens liggen twee 'eilandjes' met de bestemming Groen, waar de aanduiding 'bedrijf' is toegevoegd. (Voor de goede orde wordt erop gewezen dat de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 en de gebiedsaanduidingen 'geluidszone - industrie' en 'gezoneerd industrieterrein' ter plaatse gewoon van toepassing blijven.) Tussen deze 'eilandjes' en de plangrens zijn verder geen bestemmingen opgenomen. Hier geldt dus gewoon de bestemmingslegging van het moederplan. Bij de bestemmingen Bedrijf en Water gelden dan echter wel de aangepaste regelingen zoals deze in deze herziening zijn opgenomen.

Procedure

De ABRS heeft aangegeven het niet nodig te achten om bij de voorbereiding van het nieuwe besluit de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te doorlopen. Om die reden wordt geen ontwerp van deze bestemmingsplanherziening ter inzage gelegd, maar wordt direct tot vaststelling overgegaan.