direct naar inhoud van Artikel 15 Leiding - Gas
Plan: Groot Vettenoord en het volkstuinencomplex
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0225bpGrvt2010-0130

Artikel 15 Leiding - Gas

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van een aardgastransportleiding, met een diameter van 30 inch en een druk van 67 bar en daarbij behorende voorzieningen.

15.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding met een hoogte van maximaal 3 m;
  • b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
15.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 15.2 ten behoeve van bouwwerken als toegestaan ingevolge ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, mits:

  • a. door de bouw en situering van de betreffende bouwwerken geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding;
  • b. advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de betreffende leiding(en) alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en het ophogen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft;
  • b. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • c. het heien of het op andere wijze indrijven van voorwerpen;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
  • e. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd;
  • f. het aanbrengen van wegen en paden en andere oppervlakteverhardingen.
15.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het in lid 15.4.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan en waarvoor vergunning is verleend;
  • b. het normale onderhoud betreffen;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
15.4.3 Voorwaarden omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.4.1 wordt slechts verleend indien de leiding door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de desbetreffende leiding(en).

15.4.4 Advies

Bij beoordeling van een aanvraag om omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt door het bevoegd gezag schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de desbetreffende leiding(en).