direct naar inhoud van Artikel 10 Verkeer
Plan: Groot Vettenoord en het volkstuinencomplex
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0622.0225bpGrvt2010-0130

Artikel 10 Verkeer

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met hoofdzakelijk een functie voor doorgaand verkeer;
  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. voet- en fietspaden;
  • d. groenvoorzieningen, bermen;
  • e. water;
  • f. met daarbij behorende bouwwerken en overige voorzieningen.

met dien verstande dat:

  • g. de as van de weg binnen een afstand van 2 m van de aanduiding 'as van de weg' is gelegen;
  • h. de rijwegbreedte, binnen de bestemming, ten minste 3.50 m zal bedragen.
10.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 20 m.

10.3 Nadere eisen
10.3.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen omtrent de volgende onderwerpen:

  • a. de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij afhankelijk van de situering een hoogte kan worden geĆ«ist tussen 0.20 m en 2.50 m;
  • b. de situering van antennemasten/schoorstenen en reclamezuilen, teneinde een ruimtelijk verantwoorde plaatsing ten opzichte van de omgeving te waarborgen;
  • c. de situering en grondoppervlak van hoofdgebouwen eventueel door het nader bepalen van de bebouwingsgrenzen, waarbij:
    • 1. de situering van de voorgevelbouwgrens nader kan worden bepaald;
    • 2. de afstanden nader kunnen worden bepaald van de hoofdgebouwen tot de perceelsgrenzen, dan wel de hoofdgebouwen onderling;
  • d. de situering van parkeer- en verkeersvoorzieningen, alsmede de aantallen parkeerplaatsen conform de Parkeernota Vlaardingen.
10.3.2 Voorwaarden

Nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen, het stellen van de genoemde eisen redelijk gewenst is, mede ter voorkoming van een onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.