Reparatieplan Landelijk Gebied

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Inleiding

Aanleiding en doel

Het bestemmingsplan Landelijk Gebied is op 14 december 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Vianen. Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (d.d. 31 oktober 2012) op de ingestelde beroepen tegen het vastgestelde bestemmingsplan Landelijk Gebied is het plan op enkele onderdelen vernietigd. De gemeente wenst deze onderdelen te repareren. De betreffende uitspraak is opgenomen in Bijlage 1 Uitspraak Raad van State BP Landelijk Gebied.

Daarnaast heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 21 maart 2012 uitspraak gedaan in het kader van het bestemmingsplan 'Golfbaan de Bolgerijsche' (zie Bijlage 2 Uitspraak Raad van State BP Golfbaan de Bolgerijsche). In deze uitspraak is aangegeven dat de raad ter zitting heeft toegezegd dat de extra passeerhaven op de in het deskundigenbericht bedoelde wijze zal worden uitgevoerd. Omdat de passeerhaven gerealiseerd dient te worden op gronden opgenomen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied is deze aanpassing ook opgenomen in dit bestemmingsplan.

Daarnaast is met dit bestemmingsplan de omvang van een aantal bouwvlakken gecorrigeerd. gebleken is dat de omvang van de bouwvlakken ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010) al groter was dan in het bestemmingsplan is toegekend.

Sinds 1 juli 2008 is de nieuwe Wro van kracht en sinds 1 januari 2010 dienen alle bestemmingsplannen volledig digitaal te worden opgesteld met toepassing van de daarvoor geldende standaarden (SVBP2012/IMRO2012). Dit betekent dat de reparatie van onderdelen van bestemmingsplan Landelijk Gebied vorm moet krijgen binnen de kaders van de Wro en de digitale verplichting. Het bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied geeft hieraan invulling, hierdoor wijkt het voorliggende bestemmingsplan af van het bestemmingsplan Landelijk Gebied (dit heeft betrekking op zowel vormgeving en terminologie).

Vormgeving

Dit bestemmingsplan bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Bij het opstellen van de verbeelding is ervoor gekozen om alleen die percelen op te nemen waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft. De verbeelding is derhalve opgebouwd uit verschillende vlakken. Deze vlakken zijn voorzien van een enkelbestemming die in een aantal gevallen gewijzigd is ten opzichte van het moederplan. Omwille van de duidelijkheid zijn naast de enkelbestemming en eventuele nieuwe aanduidingen, alle reeds opgenomen aanduidingen en dubbelbestemmingen die op basis van het moederplan gelden en blijven gelden, zichtbaar gemaakt. Voor de toelichting is gebruik gemaakt van de toelichting van het moederplan. Aanvulling op afwijkingen ten opzichte van het moederplan zijn in deze toelichting opgenomen.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied bestaat uit 7 verschillende locaties in de gemeente Vianen. Het gaat om de volgende locaties:

• 1. Lekdijk 100;
• 2. Diefdijk 28;
• 3. Bloemendaalseweg 6;
• 4. Merwedekade;
• 5. Autenasekade 3;
• 6. Autenasekade 11;
• 7. Lekdijk 64.

In figuur 1.1. is de ligging van de verschillende locaties weergegeven.

1.3 Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk komen de verschillende aanpassingen aan bod, met een motivering waarom de aanpassingen worden opgenomen. In hoofdstuk 3 komt de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan aan bod.

Hoofdstuk 2 Beschrijving planonderdelen

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden de verschillende wijzigingen toegelicht. De volgende wijzigingen zijn naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS) in zake het bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010) aangepast:

• 1. Lekdijk 100;
• 2. Diefdijk 28;
• 3. Bloemendaalseweg 6.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS) in zake het bestemmingsplan ' Golfbaan de Bolgerijsche' is aangepast:

• 4. Merwedekade.

Na inwerkingtreding van het bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010) is gebleken dat de bouwvlakken van een aantal agrarische percelen niet correct is ingetekend. In de bestaande situatie bevinden zich reeds gebouwen en/of bouwwerken buiten het bouwvlak. De correcties van deze bouwvlakgrenzen zijn eveneens in dit bestemmingsplan meegenomen. Het betreft de volgende percelen:

• 5. Autenasekade 3;
• 6. Autenasekade 11;
• 7. Lekdijk 64.

2.2 Lekdijk 100

Voorgestelde regeling bestemmingsplan Landelijk Gebied 

In het bestemmingsplan Landelijk Gebied is het perceel Lekdijk 100 voorzien van de bestemming Bedrijf, een bouwvlak en de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' (zie figuur 2.1). Op basis van de regels is een agrarische verwant bedrijf en/of een niet agrarisch bedrijf vallende onder de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten alsmede een transportbedrijf met sbi-code 6024.0 vallende onder categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan.

Figuur 2.1 links: uitsnede bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010), rechts: uitsnede nieuwe bestemmingsplanregeling

Uitspraak Raad van State

De afdeling geeft in haar uitspraak aan dat het bestreden besluit voor wat betreft deze locatie niet berust op een deugdelijke motivering. Bij toekenning van een bestemming aan het perceel, overeenkomstig het onder het overgangsrecht vallende gebruik, had de raad tevens dienen na te gaan of uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, meer in het bijzonder het woon- en leefklimaat ter plaatse, de bestemming wel opgenomen diende te worden. De raad heeft niet beoordeeld of aan de bestemming zodanig zwaarwegende nadelen kleven dat het belang van voortzetting van het transportbedrijf, waarbij het aantal vrachtwagencombinaties is beperkt tot één, daarvoor dient te wijken. De afdeling heeft bovengenoemd plandeel derhalve vernietigd.

Inhoud aanpassing

Het besluit van de afdeling is in dit bestemmingsplan vertaald door het perceel op te nemen, te voorzien van een deugdelijke motivatie en te voorzien van een specifieke functieaanduiding waarmee het aantal toegestane vrachtwagens wordt beperkt.

In het bestemmingsplan Landelijk Gebied (vastgesteld 14 december 2010) was het aantal vrachtwagen- combinaties ten onrechte niet beperkt. Met dit bestemmingsplan is het aantal vrachtwagen- combinaties op het perceel Lekdijk 100 beperkt tot één. Geluid is het maatgevende milieuaspect in de directe omgeving van transportbedrijven. De ontsluiting van het bedrijfsperceel is zodanig gesitueerd dat de verkeersbewegingen niet direct langs de woningen (met bestemming W) plaatsvinden. Met de beperking van het aantal vrachtwagencombinaties tot één zal, gezien de situering van de omliggende woningen, geen sprake zijn van onaanvaardbare milieuhinder. Met de aangescherpte regeling wordt voorkomen dat ten opzichte van de bestaande situatie een verslechtering van het woon- en leefklimaat kan optreden als gevolg van een toename van het aantal transportcombinaties in de toekomst.

Juridische vertaling

De functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' is van de verbeelding verwijderd en vervangen door een nieuwe functieaanduiding. luidende: 'specifieke vorm van bedrijf- transportbedrijf 1'. In de regels is deze nieuwe functieaanduiding opgenomen waarbij aangegeven wordt dat deze gronden alsmede zijn bestemd voor een transportbedrijf met ten hoogste 1 vrachtwagencombinatie. Ook in Bijlage 1 Maximum bebouwingsoppervlak van de regels is de betreffende functieaanduiding gewijzigd. Voor het overige worden de regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 1 op 1 overgenomen.

2.3 Diefdijk 28

Voorgestelde regeling bestemmingsplan Landelijk Gebied

In het bestemmingsplan Landelijk Gebied is het perceel Diefdijk 28 voorzien van de bestemming Bedrijf en een bouwvlak (zie figuur 2.2). Op basis van de regels is een agrarische verwant bedrijf en/of een niet agrarisch bedrijf vallende onder de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Door middel van een relatieteken is het bouwvlak gekoppeld aan het perceel aan de overzijde van de Lange Meent. In bijlage 1 van de regels van het bestemmingsplan Landelijk Gebied is geregeld dat op het bouwvlak (locatie Diefdijk 28) ten hoogste 130 m2 aan bebouwing aanwezig mag zijn.

Figuur 2.2 links: uitsnede bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010), rechts: uitsnede nieuwe bestemmingsplanregeling.

Uitspraak Raad van State

De afdeling geeft in haar uitspraak aan dat uit het bestemmingsplan onvoldoende blijkt welke bebouwing op het perceel is toegestaan en geeft aan dat het bestreden besluit in zoverre niet de vereiste rechtszekerheid biedt. Daarnaast had de aanwezige ontsluitingsweg in het plan als zodanig moeten worden bestemd. Nu dit niet is gedaan is de afdeling van oordeel dat het omstreden besluit in zoverre onzorgvuldig is voorbereid. De afdeling heeft bovengenoemd plandeel derhalve vernietigd.

Inhoud aanpassing

Mede naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State op het beroep van reclamant tegen de bestemmingsplan van het perceel Diefdijk 28 in het bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010), is in overleg met reclamant gekeken naar een goede nieuwe bestemmingslegging. Om op het perceel een kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren mag een nieuw gebouw met een oppervlak van 450 m2 worden gerealiseerd. Dit komt overeen met het bestaande oppervlak aan bebouwing op beide percelen/bouwvlakken. Voorwaarde hiervoor is wel dat beide percelen worden ontdaan van alle andere opstallen. Dit zal als voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan worden opgenomen. Het nieuwe gebouw mag uitsluitend het westelijke deel van het perceel worden gerealiseerd. Hier zal ook een bouwvlak worden opgenomen. Op het oostelijke deel van het perceel is het bouwvlak verwijderd, het bestemmingsvlak blijft behouden. Reclamant dient middels een erfinrichtingsplan aan te tonen dat er sprake is van de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit onder andere door middel van een substantiële terugdringing van het oppervlak aan opslag op het oostelijk deel.

Juridische vertaling

Het bestemmingsplan is als volgt aangepast. Het westelijke deel van het perceel is voorzien van een bouwvlak waarbinnen een nieuw gebouw mag worden gerealiseerd met een oppervlak van maximaal 450 m2. Binnen dit bouwvlak is geen bedrijfswoning toegestaan. Binnen het oostelijk gelegen perceel is aan de zuidzijde een bouwvlak opgenomen, waarbinnen uitsluitend een bedrijfswoning is toegestaan. Verder geldt dat beide percelen moeten worden ontdaan van alle andere bebouwing. In het bestemmingsplan is hiervoor een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Ook dient met een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat er sprake is van een kwalitatieve nieuwe invulling van beide percelen.

2.4 Bloemendaalseweg 6

Voorgestelde regeling bestemmingsplan Landelijk Gebied

In het bestemmingsplan Landelijk Gebied is het perceel Bloemendaalseweg 6 voorzien van de bestemming Wonen en Agrarisch met Waarden - Landschap. Op het gehele perceel is de gebiedsaanduiding milieuzone - boringsvrije zone van toepassing. Op een gedeelte van de bestemming Wonen is aanvullend de Dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering van toepassing (zie figuur 2.4).

De bestemming Wonen is voorzien van een bouwvlak. Op basis van de regels is het wonen met aan huis gebonden beroep en bedrijf toegestaan. Tevens is achter de voorgevelrooilijn van de woningen en mits binnen het bouwvlak 1 paardenbak toegestaan. Ter plaatse van de dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering zijn de gronden bestemd voor de waterkering, voor het keren van water door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering. Op de gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Onder voorwaarden is het mogelijk om gebouwen op te richten.

De bestemming Agrarisch met Waarden - Landschap is niet voorzien van een bouwvlak. Op basis van de regels is ter plaatse het uitoefenen van agrarische bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1 lid 41 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied toegestaan. Tevens zijn de gronden bestemd voor:

• a. het behoud en ontwikkeling van de aanwezige zand- en weidevogelsoorten
• b. het behoud en de versterking van de landschapswaarden door:

• het in stand houden en versterken van het open weidekarakter van het komgebied;
• het in stand houden en versterken van de overgangsgebieden van oeverwal naar komgronden;
• het behoud van de karakteristieke verkaveling in de vorm van smalle kavels en een fijnmazig slotenpatroon;

• c. extensief recreatief medegebruik;
• d. agrarisch natuur- en landschapsbeheer;
• e. blauwe diensten;
• f. wandel-, fiets- of ruiterpaden;
• g. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
• h. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater.

Paardenbakken zijn op deze gronden, vanwege het ontbreken van een bouwvlak, niet toegestaan.

Figuur 2.3 links: uitsnede bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010), rechts: uitsnede nieuwe bestemmingsplanregeling.

Uitspraak Raad van State

De afdeling geeft in haar uitspraak aan dat het bestreden besluit voor wat betreft deze locatie niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid en niet berust op een deugdelijke motivering. De afdeling heeft bovengenoemd plandeel derhalve vernietigd.

Inhoud aanpassing

Tegen de bestemmingslegging van het perceel Bloemendaalseweg is in het kader van de planprocedure van het bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010) al bezwaar en beroep aangetekend. De Raad van State heeft geoordeeld dat de bestemmingslegging niet met de nodige zorgvuldigheid tot stand is gekomen. De gemeente is met de eigenaar in overleg getreden en kan instemmen met de gewenste gebruiks- en bouwmogelijkheden. Binnen deze bestemming is ruimte voor het aanleggen van een paardenbak en overige voorzieningen ten behoeve van de (niet bedrijfsmatige) paardenhouderij. Ook mag er een naast de bestaande bebouwing een extra gebouw met een oppervlak van 150 m2 worden gebouwd.

Dit echter wel onder de voorwaarde dat op de naastgelegen percelen met de bestemming Natuur geen voorzieningen ten behoeve van de paardenhouderij meer aanwezig mogen zijn, de percelen deels weer natuurlijk worden ingericht en deels worden gebruikt voor het weiden van paarden. Op het terrein achter de bestaande woning is dan ruimte om de voorzieningen ten behoeve van de (niet bedrijfsmatige) paardenhouderij te realiseren. Dit betekent dat het bestemmingsvlak Wonen is verruimd tot aan de achtergrens van het perceel.

Juridische vertaling

In de regels is de figuur 'relatie' verklaard. Het bestemmingsvlak met de bestemming Wonen is zodanig vergroot dat de gewenste voorzieningen ten behoeve van de paardenhouderij kunnen worden gerealiseerd. Dit betekent dat aan het bestemmingsvlak een aanduiding is toegekend zodat binnen het bestemmingsvlak de benodigde voorzieningen inclusief 150 m2 extra bebouwing gerealiseerd kunnen worden.

2.5 Merwedekade

Voorgestelde regeling bestemmingsplan Landelijk Gebied

In het bestemmingsplan Landelijk Gebied is het perceel aan de Merwedekade voorzien van de bestemming Agrarisch met Waarden - Landschap. Op het perceel is de functieaanduiding 'specifieke vorm van natuur- landschapselement, de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering en de gebiedsaanduiding geluidzone - weg van toepassing (zie figuur 2.5).

Figuur 2.4 Links: uitsnede bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010), rechts: uitsnede nieuwe bestemmingsplanregeling.

De bestemming Agrarisch met Waarden - Landschap is niet voorzien van een bouwvlak. Op basis van de regels is ter plaatse het uitoefenen van agrarische bedrijven, zoals bedoeld in artikel 1 lid 41 van het bestemmingsplan Landelijk Gebied toegestaan. Tevens zijn de gronden bestemd voor:

• 1. het behoud en ontwikkeling van de aanwezige zand- en weidevogelsoorten;
• 2. het behoud en de versterking van de landschapswaarden door:

• het in stand houden en versterken van het open weidekarakter van het komgebied;
• het in stand houden en versterken van de overgangsgebieden van oeverwal naar komgronden;
• het behoud van de karakteristieke verkaveling in de vorm van smalle kavels en een fijnmazig slotenpatroon;

• 3. extensief recreatief medegebruik;
• 4. agrarisch natuur- en landschapsbeheer;
• 5. blauwe diensten;
• 6. wandel-, fiets- of ruiterpaden;
• 7. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
• 8. de bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer, waterberging en sierwater;
• 9. Ontsluitingswegen van naastgelegen bestemmingen en een passeerhaven zijn op deze gronden niet toegestaan.

Aanleiding aanpassing

Voor de naastgelegen percelen is het bestemmingsplan 'Golfbaan de Bolgerijsche' van toepassing. In de uitspraak van de Raad van State (d.d. 21 maart 2012) onder nummer 201006641/1/R3 is aangegeven dat de raad ter zitting heeft toegezegd dat de extra passeerhaven op de in het deskundigenbericht bedoelde wijze zal worden uitgevoerd. Omdat de passeerhaven gerealiseerd wordt op gronden gelegen in het bestemmingsplan Landelijk Gebied, is deze ontwikkeling meegenomen in dit bestemmingsplan.

Inhoud aanpassing

In dit bestemmingsplan is de toezegging door de raad nagekomen door het perceel in dit postzegelbestemmingsplan op te nemen en te voorzien van de bestemming Verkeer. Ter plaatse van de passeerhaven en de ontsluitingsweg van de golfbaan is in het bestemmingsplan Landelijk Gebied de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschapselement' van toepassing. Het aanleggen van een ontsluitingsweg ter plaatse van deze aanduiding is uitsluitend toegestaan onder de volgende voorwaarden:

• 1. het perceel mag maximaal via één perceelsontsluiting worden ontsloten;
• 2. het aanleggen dient noodzakelijk te zijn om het perceel te ontsluiten;
• 3. de breedte van de perceelsontsluiting mag niet meer dan 3 m bedragen;
• 4. de landschappelijke waarde van het weidekarakter niet onevenredig worden aangetast; hieromtrent wordt een landschapsdeskundige om advies gevraagd;
• 5. voor zover het gronden betreft binnen een zone van 25 m vanaf de bestemming 'Verkeer-2' mag het karakter van de laanbeplanting niet worden aangetast en geen schade worden toegebracht aan de bomen of de wortels van de bomen.

Aan de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan. Het betreffende advies van een landschapsdeskundige is opgenomen in bijlage 4.

Omdat door deze ontwikkeling het verhard oppervlakte toeneemt dient tevens een waterparagraaf opgesteld te worden. Deze is hieronder weergegeven. Voor de overige onderzoeken wordt verwezen naar het bestemmingsplan 'Golfbaan de Bolgerijsche' (vastgesteld 19 februari 2008).

Water

Toetsingskader: 

Waterwet/watertoets/Besluit ruimtelijke ordening;

Waterbeheerprogramma 2016-2021 'Koers houden, kansen benutten', Waterschap Rivierenland. Met dit programma blijft het waterschap op koers om het rivierengebied veilig te houden tegen overstromingen, om voldoende en schoon water te hebben en om het afvalwater effectief te zuiveren.

Onderzoek

De ontwikkeling bestaat uit de realisatie van een passeerhaven en ontsluitingsweg.

Ter plaatse van het plangebied is een C-watergang gelegen. C-wateren zijn wateren die van tertiair belang zijn voor het waterbeheer waarvoor geen jaarlijkse onderhoudsplicht geldt. Rondom deze watergang is geen beschermingszone gelegen. De kruising van de beoogde ontsluitingsweg met de watergang wordt door middel van een duiker uitgevoerd. Door het aanbrengen van een duiker onder de beoogde weg door, wordt de doorstroming van de watergang gegarandeerd.

Voor een toename in verhard oppervlak boven de 1.500 m2 dient volgens het beleid van het waterschap Rivierenland watercompensatie te worden aangelegd. Particulieren kunnen eenmalig aanspraak maken op de vrijstelling van de compensatieplicht. Gedurende de planvorming omtrent de ontsluitingsweg is uitvoerig overleg gevoerd met het Waterschap. In maart 2010 is een overeenkomst gesloten tussen het waterschap, de gemeente en ”De Bolgerijsche”, hierin is vastgelegd dat de laatstgenoemde partij voor eigen rekening en risico de verbreding van de Merwedekade en de extra passeerplaats zal aanleggen, waarbij een door het Waterschap te verlenen in/uitritvergunning als voorwaarde is gesteld. De gemeente gaat ervan uit dat de door particulieren te gebruiken vrijstelling hierbij aan de orde is.

Het plangebied grenst aan de waterkering de Merwedekade. Delen van het plangebied liggen binnen de kern- of beschermingszone van deze kering. In de Keur is geregeld dat de beschermingszone voor waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast. Voor de beoogde ontwikkeling is een watervergunning van het waterschap noodzakelijk.

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.

Conclusie

De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.

Juridische vertaling

De gronden met de bestemming Agrarisch met Waarden - Landschap worden gewijzigd in de bestemming Verkeer. Op deze wijze wordt de realisatie van een passeerhaven en de ontsluiting van de golfbaan mogelijk gemaakt. De aanduiding 'specifieke vorm van natuur- landschapselement' komt te vervallen. De geldende dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering en de gebiedsaanduiding 'geluidszone weg' blijven onverkort van toepassing.

2.6 Autenasekade 3 en 11 en Lekdijk 64: corrigeren bouwvlakken

Aanleiding aanpassing

Voor de percelen Autenasekade 3, 11 en Lekdijk 64 geldt dat de in het bestemmingsplan Landelijk gebied (vastgesteld 2010) bouwvlakken niet overeenkomen met de werkelijke situatie op dat moment. In dit bestemmingsplan worden de bouwvlakken aangepast aan de bestaande situatie.

Inhoud aanpassing

In de onderstaande figuren wordt weergeven op welke wijze de bouwvlakken worden aangepast.

Autenasekade 3

Bouwvlak bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010)

Bouwvlak Reparatieplan Landelijk Gebied

Autenasekade 11

Bouwvlak bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010)

Bouwvlak Reparatieplan Landelijk Gebied

Lekdijk 64

Bouwvlak bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010)

Bouwvlak Reparatieplan Landelijk Gebied

Figuur 2.5 Links: uitsnede bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010), rechts: uitsnede nieuwe bestemmingsplanregeling.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

3.1 Beleid en sectorale onderzoeken

Voorliggend bestemmingsplan betreft een herziening van het op 14 december 2010 vastgestelde 'moederplan' Landelijk Gebied. Deze herziening bestaat uit enkele aanpassingen van het 'moederplan' die een beperkte ruimtelijke impact hebben. Het merendeel gaat om correcties van de verbeelding of de regels, waarbij de feitelijke situatie op de verbeelding wordt opgenomen. In het kader van deze onderdelen is dan ook geen toetsing aan het vigerende beleid opgenomen en is onderzoek naar de gevolgen voor milieu, water en ecologie achterwege gelaten. Voor de ontwikkeling aan de Merwedekade is, vanwege de toename van het verharde oppervlakte wel een waterparagraaf opgesteld. Deze is in paragraaf 2.5 opgenomen.

3.2 Economische uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

3.3 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

3.3.1 Inspraak en overleg

Het voorontwerp van het bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening met betrokken instanties besproken. Dit heeft niet geleid tot wijzigingen van het bestemmingsplan.

3.3.2 Zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan ”Reparatieplan Landelijk Gebied“ heeft conform artikel 3.8, lid 1 sub b van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), met ingang van 29 maart 2017 gedurende zes weken ter inzage gelegen. In die periode zijn 7 zienswijzen op ontwerpbestemmingsplan ingediend. Deze zienswijzen zijn in de separate Nota van beantwoording zienswijzen (Bijlage 3) samengevat en beantwoord. Eveneens is aangegeven op welke wijze het ontwerpbestemmingsplan al dan niet is aangepast.