Plan: | Reparatieplan Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0620.bp0017-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Reparatieplan Landelijk Gebied' van de gemeente Vianen.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0620.bp0017-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een dienstverlenend of kunstzinnig beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
het uitoefenen van een (ambachtelijk) bedrijf aan huis, waarbij de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
bedrijvigheid, die voor een overwegend deel bestaat uit handwerk, het vervaardigen, bewerken, installeren of herstellen van goederen, die voornamelijk ter plaatse zijn vervaardigd ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker of verbruiker.
terreinen die van algemeen belang zijn wegens de daar aanwezige vóór ten minste 50 jaar vervaardigde zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis of hun cultuurhistorische waarde.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het belang voor de archeologie en de kennis van de beschavingsgeschiedenis.
de gemeentelijke (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.
het verrichten van werkzaamheden met als doel het verzamelen van kennis en wetenschap van bekende of verwachte overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de in procenten uitgedrukte som van de oppervlakte van de bebouwing in verhouding tot het grondoppervlak binnen een bouwvlak c.q. bestemmingsvlak.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een bedrijfsterrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het bedrijfsgebouw of het bedrijfsterrein.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
het vasthouden van water om wateroverlast elders te voorkomen, het gedogen van water op percelen, het beheren van een gebied gericht op schoon water voor drinkwaterwinning.
een beschermingsgebied rond een grondwaterbeschermingsgebied bedoeld ter bescherming van de grondwaterkwaliteit.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, en niet zijnde een vergunningvrij bouwwerk in de zin van de Woningwet.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige op het gebied van bijvoorbeeld landschap, cultuurhistorie, natuur of landbouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het kweken van fruit op open grond.
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
een (deel van een) gebouw dat bedoeld is voor het verblijf van personen of een object, gebouw of terrein dat is bedoeld voor verblijfs- of dagrecreatie, niet zijnde een kampeerterrein.
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het houden van dieren en voor de bedrijfsvoering afhankelijk van het producerend vermogen van de grond welke tot dat bedrijf behoort.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het houden van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen zonder of nagenoeg zonder weidegang en dat als zodanig niet afhankelijk is van agrarische grond als productiemiddel.
een agrarisch bedrijfsgebouw van overwegend glas of ander lichtdoorlatend materiaal dan wel een constructie welke gevormd wordt door boogvormen met synthetische afdekmiddelen, met een hoogte van 1,5 m of meer, ten opzichte van het aangrenzende maaiveld, gericht op het telen of kweken van gewassen.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van de aardoppervlakte, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een tijdelijke, maar langer dan drie maanden durende behoefte aan zorg op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de zorgverlening gebeurt op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
een reservoir voor de opslag van dunne mest in de vorm van een foliebassin of mestsilo.
het bestemmingsplan Landelijk gebied Vianen als vervat in het GML-bestand NL.IMRO. 0620.bp0001-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en fauna.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
omheinde gronden, waarop, door middel van het aanbrengen van zand en/of het plaatsen van opstellingen ten behoeve van de springsport, het trainen van paarden kan plaatsvinden.
een in- en uitrit die ten dienste staat van een (bouw)perceel met als doel dat perceel te verbinden met de dichtstbij liggende openbare weg.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' die van deze regels onderdeel uitmaakt.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, vitrines, zitbanken, bloemen- of plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, gemeenschappelijke afvalcontainers, straatverlichting of wegbewijzering; verkooppunten voor motorbrandstoffen worden niet begrepen onder straatmeubilair.
uitgespreid afdekmateriaal, afdekmateriaal met een ondersteunende constructie (lage niet- menstoegankelijke tunnels), welke in de vollegrondsgroente-, fruit-, bloemen-, planten- en boomteelt gedurende de teeltperiode - derhalve een beperkt deel van het jaar - worden gebruikt.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
de naar de openbare weg gekeerde, en op de openbare weg georiënteerde zijde van een gebouw; indien sprake is van een hoeksituatie dan worden de beide gevels die naar de weg zijn gekeerd als voorgevel aangemerkt.
de denkbeeldige lijn waarin de voorgevel van een gebouw is geplaatst.
een gebouw of gedeelte van een gebouw - inclusief aan- en uitbouwen, exclusief aangebouwde bijgebouwen - geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst zijn.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels of indien het een scheidsmuur betreft het hart van de scheidsmuren. Indien de maat van de verticale projectie van de dakoverstekken meer bedraagt dan 1 m, dient het overstek te worden meegerekend in de oppervlakte.
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de binnenkant van de gevels en de onderkant van de daken en dakkapellen, exclusief van het betrokken gebouw deel uitmakende kelders en andere ondergrondse ruimten.
Niet meegerekend worden de oppervlakte van delen van vloeren waarboven de nettohoogte kleiner is dan 1,5 m.
tussen de horizontale snijlijn van elk dakvlak met de daaronder gelegen buitenzijden van de gevels en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren en:
indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen of dakopbouwen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 1/3 van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 2/3), wordt de goot of boeiboord van de dakkapel als goot- of boeibordhoogte aangemerkt.
tussen het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftkokers, trappenhuizen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen, niet zijnde dakterrasafscheidingen, en:
tussen het hoogste punt van het bouwwerk en de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld dan wel het waterniveau ingeval het bouwwerk boven water wordt gebouwd; bij constructies worden de onderdelen in verticale stand meegerekend.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouw- hoogte | |
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) | één, tenzij middels een maatvoering- aanduiding anders is aangegeven | 750 m³ | 6 m | 9 m | |
vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 75 m² | 3 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' | bestaand | 6 m | 10 m | ||
mestsilo's voedersilo's |
geen beperking | 8,5 m 15 m |
|||
erfafscheidingen: - voor de voorgevel van de bedrijfswoning - overige plaatsen binnen het bouwvlak |
1 m 2 m |
||||
(schotel)antennes | 10 m | ||||
paardenbak | één | 800 m² | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak | 6 m | ||||
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen zoals picknicktafels en bewegwijzering | 3 m | ||||
voorzieningen van openbaar nut, zoals trafo's, abri's, schakelstations, meet- en regelstations | 15 m² | 2,7 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van de bebouwing en de situering en de vorm van de bouwvlakken indien dit noodzakelijk is vanuit milieuhygiënisch, verkeerskundig, landschappelijk dan wel cultuurhistorisch oogpunt, een en ander mede gelet op de aard van de bedrijfsvoering en de ligging, alsmede de omvang van het bedrijf.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 teneinde het oprichten van sleufsilo's buiten het bouwvlak mits;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 onder a, voor de bouw van bijgebouwen buiten een bouwvlak met de bestemming Wonen op gronden met de bestemming Agrarisch, mits:
Het is niet toegestaan de in dit artikel bedoelde gronden te gebruiken voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 teneinde de volgende niet-agrarische nevenactiviteiten binnen het bouwvlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a, voor de aanleg van een paardenbak buiten een agrarisch bouwvlak op gronden met de bestemming Agrarisch, mits:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.7.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De in lid 3.7.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de verbouw van een voormalig agrarisch bedrijfscomplex voor woondoeleinden eventueel gecombineerd met woningsplitsing van de voormalige bedrijfswoning dan wel met toevoeging van één extra woning, mits voldaan wordt aan het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde bij beëindiging van een agrarisch bedrijf hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen en het bijbehorende erf toe te staan ten behoeve van:
mits voldaan wordt aan het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de vormverandering/vergroting van een agrarisch bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en/of uitbreiding van het oppervlak aan bedrijfsgebouwen op een agrarisch bouwvlak met de aanduiding 'intensieve veehouderij', mits voldaan wordt aan het volgende:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) | één, tenzij middels een maatvoering- aanduiding anders is aangegeven | 750 m³ | 6 m | 9 m | |
vrijstaande bijgebouwen bij de bedrijfswoning | 75 m² | 3 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' | bestaand | 6 m | 10 m | ||
mestsilo's voedersilo's |
geen beperking | 8,5 m 15 m |
|||
erfafscheidingen - voor de voorgevel van de bedrijfswoning - overige plaatsen binnen het bouwvlak |
1 m 2 m |
||||
(schotel-)antennes | 10 m | ||||
paardenbak | één | 800 m² | |||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak | 6 m | ||||
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen zoals picknicktafels en bewegwijzering | 3 m | ||||
voorzieningen van openbaar nut, zoals trafo's, abri's, schakelstations, meet- en regelstations | 15 m² | 2,7 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van de bebouwing en de situering en de vorm van de bouwvlakken indien dit noodzakelijk is vanuit milieuhygiënisch, verkeerskundig, landschappelijk dan wel cultuurhistorisch oogpunt, een en ander mede gelet op de aard van de bedrijfsvoering en de ligging, alsmede de omvang van het bedrijf
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 teneinde het oprichten van sleufsilo's buiten het bouwvlak mits;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder a, voor de bouw van bijgebouwen buiten een bouwvlak met de bestemming Wonen op gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximale bouwhoogte van bedrijfsgebouwen zoals opgenomen in lid 4.2 onder f, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de realisatie van windturbines, mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 onder a ten behoeve van het toestaan van schuilhutten mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 onder f voor wat betreft het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is niet toegestaan om de in dit artikel bedoelde gronden te gebruiken voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 teneinde de volgende niet-agrarische nevenactiviteiten binnen het bouwvlak toe te staan bij een agrarisch bedrijf:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4 onder e, voor de aanleg van paardenbakken op gronden met de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap, mits:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.7.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De in lid 4.7.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de verbouw van een voormalig agrarisch bedrijfscomplex voor woondoeleinden eventueel gecombineerd met woningsplitsing van de voormalige bedrijfswoning dan wel met toevoeging van één extra woning, mits voldaan wordt aan het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen teneinde bij beëindiging van een agrarisch bedrijf hergebruik van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen en het bijbehorende erf toe te staan ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de plaatsing van zendmasten. Het plaatsen van zendmasten kan voorts slechts worden toegestaan, mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn - onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten - bestemd voor agrarische verwante bedrijven en niet agrarische bedrijven vallende onder de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; alsmede voor:
aanduiding | bedrijfsactiviteit | SBI-code | uit ten hoogste milieucategorie |
sb-trb1 | transportbedrijf met ten hoogste 1 vrachtwagencombinatie | 6024.0 | 3.2 |
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goot- hoogte | max. bouw- hoogte | min. afstand tot perceels- grens | |
bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) | één, tenzij middels een maatvoering- aanduiding anders is aangegeven | 600 m³ | 6 m | 9 m |
5 m |
|
vrijstaande bijgebouwen behorende bij de bedrijfswoning | 75 m² | 3 m | 6 m | |||
overige bedrijfsgebouwen | zie Bijlage 1 | 6 m | 10 m | 5 m | ||
overige erfafschei- dingen - voor de voorgevel van de bedrijfswoning - overige plaatsen binnen het bouwvlak |
1 m 2 m |
|||||
antennes | 10 m | |||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak | 6 m | |||||
terreinafscheidingen buiten het bouwvlak | 2 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 onder d, teneinde het maximaal toegestane bebouwde oppervlak met 15% te vergroten, indien aan het volgende wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de minimale afstand van overige bedrijfsgebouwen tot de perceelsgrens zoals opgenomen in lid 5.2 onder d, indien aan het volgende wordt voldaan:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De gebouwen op de locatie Diefdijk 28 die op basis van artikel 5.2 onder f en in Bijlage 1 zijn toegestaan mogen pas in gebruik worden genomen, dan nadat de overige gebouwen op beide percelen zijn gesloopt en erfinrichtingsmaatregelen conform het opgestelde erfinrichtingsplan hebben plaatsgevonden of in uitvoering zijn, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing en een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, mits voldaan wordt aan het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits voldaan wordt aan het volgende:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. oppervlak | max. inhoud | max. goot-hoogte | max. bouwhoogte | |
woning (inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) | één, tenzij middels een maatvoering- aanduiding anders is aangegeven | 600 m³ | 6 m | 9 m | |
vrijstaande bijgebouwen bij de woning en overkappingen | 75 m² | 3 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen voor de voorgevel overige plaatsen |
1 m 2 m |
||||
(schotel)antennes | 10 m | ||||
paardenbak | 800 m² | ||||
overige bouwwerken, geen gebouwen en geen lichtmasten zijnde | 3 m |
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2 sub b ten einde de te herbouwen woning op een andere dan de oorspronkelijke locatie binnen het bestemmingsvlak te kunnen oprichten, mits de nieuwe locatie zowel stedenbouwkundig als milieukundig aanvaardbaar wordt geacht.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 sub c teneinde het maximale oppervlak aan bijgebouwen te kunnen vergroten, indien de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen reeds meer dan 75 m² bedraagt, mits voldaan wordt aan het volgende:
Het is verboden de in dit artikel bedoelde gronden te gebruiken:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf de bestemming Wonen wijzigen in de bestemming Agrarisch dan wel in de bestemming Agrarisch met waarden - Landschap, mits er aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Waarde - Archeologie-2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het behoud en de bescherming van aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 8.1 omschreven gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 8.3.1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in die zin dat deze bestemming komt te vervallen, indien als gevolg van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn/de aanwijzing als beschermd rijksmonument is ingetrokken.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - primair bestemd voor de waterkering, bestemd voor het keren van water door dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2 voor het oprichten van gebouwen ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige dubbelbestemming samenvalt, mits:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
De in lid 9.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvoor hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de waterstaatkundige en waterkerende functies niet in gevaar wordt of kan worden gebracht. Hiervoor worden Rijkswaterstaat en het Waterschap Rivierenland gehoord.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen ruimten gelden de volgende bepalingen:
Bij het oprichten van bebouwing langs wegen dient een afstand van 15 m in acht te worden genomen, gemeten vanaf de as van de (meest dichtbij gelegen) rijbaan.
Bij aansluiting dan wel kruising van wegen dienen de uitzichthoeken ten behoeve van het wegverkeer te worden vrijgehouden van bebouwing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.1, mits:
Alvorens het verlenen van de omgevingsvergunning wordt de beheerder van de weg gehoord.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.2, mits de verkeersdeskundige van de gemeente oordeelt dat de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt aangetast.
In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt dat de bouw van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of afwijking of de herbouw van woningen elders op het bouwvlak – ter beperking van geluidshinder – niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone-weg'. De bouw van nieuwe woningen binnen deze zone kan uitsluitend worden toegestaan indien:
In afwijking van hoofdstuk 2, is de bouw van woningen (waaronder begrepen de splitsing van panden in meerdere woningen) niet toegestaan binnen de aanduiding 'geluidszone-industrie'.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling in dit plan kan worden afgeweken, afwijken van het plan voor het bouwen of vergroten van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van openbaar nut zoals telefooncellen, wachthuisjes /abri's, gasreduceerstations en schakelstations, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor het inrichten en het gebruik van woningen met bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Reparatieplan Landelijk Gebied'.