Plan: | Zuid-Kavelsedijk 3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0617.bpzkd-VG01 |
het bestemmingsplan Zuid-Kavelsedijk 3 met identificatienummer NL.IMRO.0617.bpzkd-VG01 van de gemeente Strijen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of deel van een gebouw dat door zijn verschijningsvorm een ondergeschikte bouwmassa vormt.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en/of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
rijks- en gemeentelijke monumenten.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
het niet bedrijfsmatig gebruiken van gronden voor het hobbymatig houden van vee en/of het telen van agrarische producten.
een gebouw, dat op een perceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
inwoning is het verblijven in een huishouden waarbij sprake is van gemeenschappelijke voorzieningen en een gezamenlijke toegang.
het in of bij de woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimelijke uitstraling die daarbij past.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de aanwezige flora en fauna.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een concentratie van bebouwing dat niet meer in gebruik is voor de uitoefening van een volwaardig agrarisch bedrijf en waar geen mogelijkheden meer zijn in de toekomst een agrarisch bedrijf op te starten.
de hoogte van het water ten opzichte van NAP (Normaal Amsterdams Peil).
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak |
max. inhoud/ oppervlakte |
max. goothoogte | max. bouwhoogte | min. afstand | |
woningen exclusief aan-, uit- en bijgebouwen zonder specifieke bouwaanduiding | één, tenzij middels een maatvoerings- aanduiding anders is aangegeven |
650 m³ | 6 m | tot zijdelingse perceelsgrens: 2 m. |
|
aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen (exclusief ondergrondse bouwlagen) zonder specifieke bouwaanduiding | 75 m² | 3 m | tot zijdelingse perceelsgrens: 1 m |
||
bouwwerken, geen gebouwen zijnde (met uitzondering van erf- of terreinafscheidingen | 2 m | ||||
terreinafscheidingen | 3 m |
met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2 sub d teneinde de maximale inhoudsmaat van woningen te vergroten, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van een of meer van de nevenfuncties ter plaatse van gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig bedrijfscomplex', met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 en artikel 6 ten behoeve van het creëren van een zelfstandige woonvorm in een bijgebouw of een niet via het hoofdgebouw toegankelijke aanbouw ten behoeve van mantelzorg met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen van burgemeester en wethouders gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 3.6.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
De sloopwerkzaamheden als bedoeld in lid 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de karakteristieke waarden niet worden aangetast, hetgeen ter advisering wordt voorgelegd aan de monumentdeskundige.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het plan voor:
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen voor tijdelijke kampeerterreinen met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd omgevingsvergunning te verlenen voor het veranderen of de vergroting van de inhoudsmaat van (bedrijfs)woningen in cultuurhistorisch waardevolle bebouwing met de specifieke bouwaanduiding 'karakteristiek' om het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing te stimuleren, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
Voor zover toepassing van het overeenkomstig artikel 9.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Zuid-Kavelsedijk 3.