direct naar inhoud van 3.4 Bezonningssituatie
Plan: Drie vrije kavels Strienemonde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpsm-vg99

3.4 Bezonningssituatie

In de nieuwe situatie is rekening gehouden met de aangrenzende bebouwing ten noorden van het plangebied. Zo is er een maximale bouwhoogte opgenomen en is de afstand van de nieuwe woningen ten opzichte van de bestaande woningen vastgelegd. Hierdoor zal de inbreuk op de privacy en derving van het uitzicht zoveel mogelijk worden beperkt. Om de gevolgen van de drie nieuwe woningen op de bezonningssituatie van de omgeving te bepalen is bovendien een studie uitgevoerd (bijlage 2). In deze studie wordt voor de referentiedata van 21 maart (begin lente), 21 juni (begin zomer/langste dag), 23 september (begin herfst) en 22 december (begin winter/langste nacht) op een aantal tijdstippen (ochtend, middag, namiddag en avond) de schaduwwerking op de noordelijk gelegen percelen in beeld gebracht. Hierbij zijn de bouwmogelijkheden die het onderhavige bestemmingsplan rechtstreeks biedt bezien (model 1a en 1b). Ten opzichte van het bestemmingsplan Land van Essche is in dit bestemmingsplan rekening gehouden met het minimaliseren van de schaduwwerking; naast het opnemen van een maximale bouwhoogte zowel voor het hoofdgebouw als voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen, zijn de afwijkingsmogelijkheden voor onder andere een hoger bebouwingspercentage en een kortere afstand tot de achterste perceelgrens, niet langer opgenomen.

De varianten (a en b) van het model worden bepaald door de situering van de middelste woning op het perceel. In de a variant wordt aan de oostzijde 5 m tot de zijdelingse perceelsgrens in acht genomen en aan de westzijde 3 m. In de b variant is dat omgedraaid. Dit is van belang omdat alleen waar 3 m tot de zijdelingse perceelsgrens in acht wordt genomen een aanbouw is toegestaan. Omdat de gevolgen van dat verschil in situering van de woning en aan- en uitbouwen op het middelste perceel zeer gering is, komt dit in onderstaande paragraaf niet aan de orde.

Op basis van het onderzoek kan het volgende geconcludeerd worden.

  • 1. In het voor- en najaar (21 maart/23 september) blijkt dat de schaduwwerking naar de aangrenzende percelen beperkt is. Om 9:00 uur in de ochtend is er sprake van enige schaduwwerking. De schaduw treedt met name op aan de zijkanten van de woningen en in de tuinen. Voor de Hilsondusstraat 117 geeft dit geen directe hinder in de meest belangrijke leefruimten in de woning in verband met de situering van de garage. De woning aan de Lambertusstraat 18 ondervindt met name in model 2a schaduwhinder aan de zijgevel omdat de garage aan de andere zijde staat. Wel is er aan die zijde van het perceel (inmiddels) een schuur is gerealiseerd, waardoor de schaduwwerking op de woning wordt verminderd. Overigens zijn de bestaande erfafscheidingen, die ook in de huidige situatie schaduw veroorzaken, niet in de studie meegenomen. Bij model 1a is na 12:00 de schaduw uit de tuinen verdwenen.

  • 2. In de zomer (21 juni) is de schaduwwerking naar de aangrenzende percelen minimaal. Om 12:00 uur is de schaduw geheel van de percelen verdwenen.

  • 3. In de winter (22 december) ondervinden de naastgelegen woningen om 9:00 uur in de ochtend schaduw op de zijkant van de woning. De woning aan de Hilsondusstraat 117 ondervindt geen directe schaduwwerking in de meest belangrijke leefruimten van de woning door de situering van de garage. De schaduwwerking is tussen 9:00 en 12:00 uur grotendeels van de zijgevel verdwenen. Verondersteld kan worden dat de erfafscheiding in de huidige situatie ook voor schaduw op de garage zorgt (niet in de studie meegenomen). Ten aanzien van de woning Lambertusstraat 18 is er sprake van schaduwwerking welke tussen 12:00 en 15:00 uur verdwijnt. Opgemerkt wordt dat er aan die zijde van het perceel (inmiddels) een schuur is gerealiseerd, waardoor de schaduwwerking op de woning wordt verminderd.

De algehele conclusie is dat de schaduwwerking beperkt zal zijn. Met name in het voor-en najaar en de zomer, op tijdstippen dat er veel buiten wordt gezeten. is de schaduwwerking zodanig beperkt dat de bouw van de woningen uit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar wordt geacht.