direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: De Striene
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0617.bpds-vg01

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

In het kader van de inspraakverordening van de gemeente Strijen heeft het voorontwerpbestemmingsplan vanaf maandag 10 september 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Voorts is op 17 september 2012 een inspraakavond gehouden. Het verslag van de inspraakavond is in bijlage 7 van deze toelichting opgenomen.

Gedurende de inspraakperiode konden ingezetenen en andere belanghebbenden (mondeling of schriftelijk) een reactie aan het college van burgemeester en wethouders bekend maken. Er zijn 4 inspraakreacties ingediend. De reacties zijn hierna samengevat en beantwoord. Tevens is aangegeven of de reacties leiden tot aanpassingen van het bestemmingsplan.

Voorts is overlegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Er zijn schriftelijke reacties binnengekomen van waterschap Hollandse Delta, Tennet, de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, Evides waterbedrijf en de Kamer van Koophandel Rotterdam. Alle drie de instanties stemmen in met het voorontwerpbestemmingsplan/hebben geen opmerkingen. De reacties behoeven dan ook geen verdere inhoudelijke behandeling. De overlegreacties zijn in bijlage 8 van deze toelichting volledig opgenomen.

6.2.1 Inspraakreacties

De inspraakreacties zijn in bijlage 9 van deze toelichting volledig opgenomen en zijn hieronder samengevat en van een reactie voorzien.

De reacties 1 tot en met 3 zijn voor een groot deel van gelijke strekking. Insprekers onder 2 en 3 hebben ook de inspraakreactie onder 1 ondertekend. Er is voor de inspraakreacties 1 tot en met 3 derhalve 1 reactie gegeven.

Inspraakreactie 1

Samenvatting

  • a. Insprekers vrezen een grote toename van verkeer, geluid en stof in het algemeen. Daarnaast wordt er aan de achterzijde (op circa 1 meter) van de woningen aan de Meeren geladen en gelost wat eveneens extra overlast geeft.
  • b. Door het verschuiven van de Trambaan ontstaan er gevaarlijke situaties voor spelende en fietsende kinderen, zowel aan de voor- als achterzijde van de woningen aan de Meeren.
  • c. Vermindering van zoninval gedurende de wintermaanden in de tuinen aan de Meeren en vermindering van uitzicht als gevolg van het appartementengebouw.
  • d. Ook kijkt het appartementengebouw uit op de tuinen waardoor er sprake is van verminderde privacy. Datzelfde geldt voor de pantry op de supermarkt wanneer deze in glas wordt uitgevoerd.
  • e. Er is sprake van verstoring van fauna m.b.t. huismussen, merels, eksters, vlaamse gaaien, spechten en vleermuizen.
  • f. Het uitzicht vanuit de tuinen aan de Meeren wordt minder door de bouw van een geluidwerende muur.
  • g. Parkeerproblemen voor bewoners door gebruik van de parkeerplaatsen door winkelend publiek.
  • h. Insprekers twijfelen over de verkoopbaarheid van de eigen woningen indien de plannen tot uitvoer worden gebracht. Zij willen vooraf weten waar ze aan toe zijn en niet achteraf door middel van 'planschade'.

Inspraakreactie 2

Samenvatting

  • a. Inspreker heeft bezwaar tegen de inrit direct langs de woning. Dit geeft veel overlast door draaien, optrekken en afremmen van verkeer.
  • b. Rondom de woning komen alleen maar parkeerplaatsen, zowel aan de achter- als aan de voorzijde van de woning.
  • c. Inspreker maakt zich ook zorgen om de veiligheid omdat iedereen vanaf de parkeerplaats zo de tuin in kan. In de plannen is ook niks opgenomen met betrekking tot een groene afscheiding.
  • d. Inspreker heeft bezwaar tegen de hoogte van het appartementengebouw, mede gelet op de omgeving die vooral bestaat uit vrijstaande huizen.
  • e. Inspreker twijfelt over de verkoopbaarheid van de eigen woning indien de plannen tot uitvoer worden gebracht.

Inspraakreactie 3

Samenvatting

  • a. Inspreker heeft bezwaar tegen de uitbreiding van de parkeerplaats in verband met de toename van geluid en onrust (meer mensen, winkelkarren, glas in de glasbak, autoradio's etc).
  • b. Er wordt in de plannen niets gezegd over een afscheiding rondom het parkeerterrein. Daarnaast is het parkeerterrein onbeveiligd.
  • c. Het appartementengebouw is te hoog en kijkt uit op de tuin van betrokkene. Aangezien de zonzijde aan de kant van de woning van de inspreker is gelegen wordt veel overlast verwacht op de galerij in de zomer.
  • d. Inspreker twijfelt over de verkoopbaarheid van de eigen woning indien de plannen tot uitvoer worden gebracht.

Commentaar inspraakreacties 1,2 en 3

  • In het kader van het bestemmingsplan zijn, zoals ook verwoord in de toelichting van het bestemmingsplan, diverse onderzoeken uitgevoerd naar de ruimtelijke effecten van de ontwikkeling voor de omgeving. Het verleggen van de Trambaan is voor wat betreft de geluidaspecten onderzocht. Voor de meest dichtbij gelegen woningen De Meeren 2 en de Trambaan 35a bedraagt de toename van de geluidsbelasting als gevolg van de verlegging maximaal 0,78 dB op de gevel. Dit is een acceptabele toename en valt binnen de normen die de Wet geluidhinder kent voor reconstructiesituaties. Een geluidstoename van < 1,50 dB is op grond van de Wgh in een reconstructiesituatie aanvaardbaar. De ontwikkeling heeft voorts geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit. De gevolgen (mogelijke overlast) van het laden en lossen grenzend aan de tuinen van de woningen aan De Meeren en de mogelijk benodigde maatregelen zijn onderzocht. Uit het onderzoek blijkt dat wordt voldaan aan de geldende geluidnormen. Het onderzoek is opgenomen in de bijlagen van de toelichting op het bestemmingsplan.

Voorts wordt opgemerkt dat de situatie voor de aangrenzende woningen weliswaar wijzigt als gevolg van dit bestemmingsplan, maar dat indien sprake zou zijn van een invulling conform het vigerende bestemmingsplan (naast de bestemming Bedrijfsdoeleinden ook Maatschappelijke Doeleinden) er ook sprake is van enige overlast voor de omgeving. Bovendien is een supermarkt op korte afstand van woningen vanuit milieuoogpunt in het algemeen aanvaardbaar.

  • De mogelijkheden voor een groene afscherming tussen de woonpercelen en de parkeerplaats zal worden onderzocht. Het bestemmingsplan behoeft hiertoe echter geen aanpassing.
  • In de toelichting van het bestemmingsplan is voorts een bureauonderzoek naar de voorkomende ecologische waarden opgenomen. Inmiddels heeft ook onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen plaatsgevonden. Het gebied ten oosten van de Trambaan en de parkeerplaats wordt gebruikt als foerageergebied. Er zijn geen vaste verblijfplaatsen waargenomen. Er hoeft daarom geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet aangevraagd te worden.
  • De parkeerbehoefte voor de ontwikkeling is berekend op 84 parkeerplaatsen. Er worden 84 parkeerplaatsen aangelegd, waardoor het plan volledig voorziet in de eigen parkeerbehoefte. Niet ingezien wordt waarom er sprake zou zijn van te verwachten parkeerproblemen.
  • De ruimtelijke inpassing van de ontwikkeling in de omgeving is voorafgaand aan dit bestemmingsplan nadrukkelijk bezien. De appartementen worden gebouwd in drie bouwlagen. Een aantal woningen rond de locatie hebben ook drie bouwlagen, zij het dat de bovenste laag is uitgevoerd als kap. De appartementen zijn hierdoor niet veel hoger dan de gebouwen in de directe omgeving. De massa is wel groter langs de Trambaan. Echter door de locatie tegenover onbebouwde gronden is dit passend als afronding van de bebouwing aan deze zijde. Voor de bestaande bebouwing aan de zuidoostzijde zal de ontwikkeling op grotere afstand worden gebouwd dan de school in het verleden.

Bezonning

Voor de ontwikkeling is een bezonningsstudie uitgevoerd. Deze bezonningsstudie is als bijlage 10 bij deze toelichting gevoegd. Hieruit blijkt dat er inderdaad een effect is op de bezonning van enkele woningen. Dit komt door de hoogte van het appartementengebouw, de supermarkt zelf heeft nauwelijks effect op de bezonning van omliggende percelen. In de ochtend is er een klein beetje extra schaduwwerking in de achtertuinen van de woningen aan de Trambaan 2 tot en met 12. In de avond is er extra schaduwwerking op het woonperceel ten oosten van de locatie. In de tuinen van de woningen aan de Trambaan 2 tot en met 12 treedt er in het voor- en najaar en in de winterperiode in de vroege ochtend beperkt extra schaduwwerking op. Met name de woningen 2 en 4 hebben extra schaduwwerking tot iets voor het middaguur. In de zomer is de schaduwwerking voor deze percelen echter minimaal. Er treedt in het voorjaar en najaar en in de zomerperiode in de avond extra schaduwwerking op in de voortuin van de woning aan de Trambaan 35a. In het voor- en najaar is dit gering en betreft het een kort tijdsbestek. In de zomerperiode duurt het effect iets langer. Echter er is geen extra schaduwwerking in de achtertuin van de woning.

De schaduwwerking is in het algemeen erg gering en komt met name voor in jaargetijden en op tijden dat de buitenruimte niet veel zal worden gebruikt zoals vroeg in de ochtend in achtertuinen of later op de dag in voortuinen aan de Trambaan. In de zomer is de schaduwwerking het geringst. In de bezonningsstudie is geen rekening gehouden met schaduwwerking van bestaande omliggende objecten zoals bestaande schuurtjes, schuttingen en beplantingen. Deze zijn niet in het model ingevoerd. De woningen hebben daarom nauwelijks last van extra schaduwwerking.

Privacy

De appartementen hebben inderdaad de buitenruimte op het zuiden. De appartementen steken iets verder door dan de bestaande woningen zodat er geen direct zicht op het eerste deel van de tuinen direct aan de woningen langs de Trambaan bestaat. Hierdoor is er voldoende privacy.  Voor wat betreft de tuinen van woningen aan de Oude Havenweg of de rijwoningen haaks op de Trambaan is de afstand voldoende groot om geen significante inbreuk op de privacy als gevolg te hebben.

Verkoopbaarheid woningen: In de Wet ruimtelijke ordening is een regeling opgenomen ten aanzien van planschade. De gemeente ziet geen aanleiding om in deze fase een planschaderisicoanalyse uit te voeren. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding omdat er anterieure overeenkomsten worden gesloten met betrekking tot de ontwikkeling.

Conclusie inspraakreacties 1 tot en met 3

In de toelichting van het bestemmingsplannen worden de resultaten van het geluidsonderzoek vanwege de laad- en losplaats verwerkt. Voor het overige leiden de reacties niet tot aanpassingen.

Inspraakreactie 4

Samenvatting

  • a. Het plan maakt het mogelijk om op de locatie de Striene een nieuwe supermarkt te vestigen. Dit is in strijd met het vigerende bestemmingsplan Dorpskern Strijen uit 2004. Bovendien is de gemeenteraad van Strijen in 2010 bij het vaststellen van de Centrumvisie en de in dat kader gevoerde discussie over een mogelijke nieuwe supermarktvestiging op deze locatie er uitdrukkelijk van uitgegaan dat een supermarktvestiging hier niet gewenst is.
  • b. De te realiseren supermarkt mag tot 1.245m² bvo groot worden. In het kader van de vastgestelde Centrumvisie is een distributieplanologisch onderzoek uitgevoerd. De beschikbare uitbreidingsruimte voor supermarkten is berekend tussen de 600m² en 1.100m². Met de recente uitbreiding van de Albert Heijn (toevoeging 578m² vvo) is een belangrijk deel van deze metrage ingevuld. Bovendien wordt deze uitbreidingsruimte gereserveerd voor de verdere ontwikkeling van bestaande supermarkten, niet voor nieuwe supermarkten.
  • c. Het plan gaat gepaard met een inadequate voorziening in de toekomstige parkeerbehoefte voor het te ontwikkelen complex van supermarkt en bovengelegen appartementen. Zo wordt ten onrechte – in negatieve zin – afgeweken van de uit de parkeerbalans opgestelde parkeerbehoefte. Voor de berekende behoefte voor de nieuwe supermarkt van 56 parkeerplaatsen wordt met een (gestelde) uitbreiding van 41 nieuwe plaatsen op het bestaande parkeerterrein niet voldaan;

Ter toelichting op de bovenstaande punten geeft inspreker aan dat hij in 2009 –in het kader van de conceptcentrumvisie- een verzoek heeft ingediend om op de locatie van De Striene een full service supermarkt te vestigen eventueel in combinatie met een Aldi. Dit verzoek is destijds afgewezen op basis van strijdigheid met de Centrumvisie. Inspreker heeft vervolgens tegen aanmerkelijke kosten zijn supermarkt op de bestaande locatie uitgebreid. In verband met de uitbreiding diende het aantal parkeerplaatsen fors uitgebreid te worden op het terrein van De Striene. Van de 52 aangelegde parkeerplaatsen zijn er 35 direct nodig voor de AH-uitbreiding en 17 parkeerplaatsen zijn gerealiseerd ten behoeve van de bestaande parkeerbehoefte van de winkels aan de Kerkstraat. Het nu voorliggende bestemmingsplan is dan ook in strijd met het eerder door de gemeente ingenomen standpunt. Tevens wordt opgemerkt dat de sluiting van C1000 supermarkt, wat de aanleiding is voor het bestemmingsplan, slechts een tijdelijke situatie is. De winkels die nu in het pand zitten, worden op korte termijn teruggeplaatst zodat begin 2014 de locatie aan de Oranjestraat weer vrij is voor een supermarkt conform de Centrumvisie.

Commentaar

  • a. In de centrumvisie uit 2010 is inderdaad gekozen om de aanwezige distributie-planologische uitbreidingsruimte in Strijen in te zetten voor de (destijds) twee bestaande supermarktlocaties. Na de sluiting van de C1000 supermarkt aan de Oranjestraat, is er een andere situatie ontstaan, waarbij nog maar sprake is van één supermarkt in Strijen. Om zo spoedig mogelijk te komen tot een tweede supermarkt voor Strijen, heeft de gemeente in 2011 een locatie- en haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek dat de locatie van De Striene geschikt is voor de vestiging van een tweede supermarkt. De locatie is beschikbaar, grenst aan het centrumgebied, kan goed worden ontsloten en de parkeervoorzieningen kunnen gecombineerd worden met de parkeervoorzieningen voor de Albert Heijn. Met betrekking tot de C1000 locatie aan de Oranjestraat werd geconcludeerd dat die op dat moment niet beschikbaar was en dat er bovendien financiële- en parkeerknelpunten waren. Naar aanleiding van dat onderzoek is er derhalve op dat punt afgeweken van de Centrumvisie. Dat de C1000 locatie begin 2014 mogelijk weer vrijkomt voor vestiging van een supermarkt, zoals inspreker aangeeft, verandert niets aan de financiële- en parkeerknelpunten voor die locatie. Het ligt immers niet voor de hand dat ter plaatse nog een volwaardige supermarkt kan worden geëxploiteerd. De fysieke ruimte is te beperkt om een volwaardige supermarkt te kunnen exploiteren en waarbij tevens voldoende ruimte is voor parkeren en laden- en lossen. Inmiddels is op 7 november 2012 de Structuurvisie Strijen vastgesteld. In deze structuurvisie is de centrumvisie uit 2010 op het onderdeel supermarkten herzien. De raad heeft met de vaststelling van de Structuurvisie Strijen de locatie 'De Striene' als ontwikkelingslocatie voor een supermarkt bekrachtigd.
  • b. In het distributieplanologisch onderzoek waar inspreker naar verwijst is uitgegaan van de destijds twee bestaande supermarkten. Voor deze twee was een uitbreidingsruimte van 600m² tot 1.100m² vvo beschikbaar. Omdat de C1000 is gesloten is deze ruimte beschikbaar voor een nieuwe supermarkt. Samen met de berekende uitbreidingsruimte is er voldoende ruimte voor een tweede supermarkt van 1.245m² bvo.
  • c. Het door de inspreker genoemde aantal van 35 parkeerplaatsen ten behoeve van de Albert Heijn is niet correct. Voor de uitbreiding van de Albert Heijn waren er op de locatie De Striene enkele, door de gemeente aangelegde, tijdelijke parkeerplaatsen aanwezig. In overleg met de eigenaar van de Albert Heijn is besproken om het aantal parkeerplaatsen uit te breiden met 25 plaatsen ten behoeve van de uitbreiding van de Albert Heijn. Uiteindelijk is toen besloten om ter plekke de parkeerplaatsen met een permanent karakter te realiseren. Dit heeft geresulteerd in de 52 parkeerplaatsen die er nu liggen. Daarvan zijn er dus 25 (niet 35) voor de uitbreiding van de Albert Heijn gerealiseerd. De parkeerbehoefte voor de geplande supermarkt bedraagt inderdaad 56 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte voor de nieuwe woningen bedraagt 31 parkeerplaatsen, waardoor het totaal op 87 uitkomt. Omdat de nieuwe supermarkt en de nieuwe woningen niet op hetzelfde moment de maximale parkeervraag nodig hebben, mag een beperkte mate van dubbelgebruik van parkeerplaatsen worden berekend. De uiteindelijke parkeerbehoefte komt daarmee op 84 plaatsen. Naast de uitbreiding van 41 plaatsen op het bestaande terrein worden er 43 parkeerplaatsen langs de Trambaan gerealiseerd. Hiermee wordt dus volledig voldaan aan de berekende parkeerbehoefte van 84 parkeerplaatsen. Er wordt dan ook geconcludeerd dat parkeerknelpunten niet te verwachten zijn.

Conclusie

De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.