direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Caravanterrein Brielse Meer
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.1209bvCaravanterre-0100

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 verordening

de beheersverordening Caravanterrein Brielse Meer van de gemeente Westvoorne.

1.2 verordeningsgebied

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0614.1209bvCaravanterre-0100 met bijbehorende bestanden.

1.3 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.4 bestaande bouwwerken

bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening tot stand zijn gekomen of nog kunnen komen en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.5 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.6 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.7 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.8 dagrecreatie

een dagtocht of uitstapje zonder dat daarbij een overnachting plaatsvindt.

1.9 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.10 grondroerende werkzaamheden

werkzaamheden en werken, inclusief bouwen, die plaatsvinden beneden het maaiveld.

1.11 kampeermiddel

een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

1.12 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.13 peil
  • a. in het geval van gebouwen: de afgewerkte begane grondvloer met een maximum van 30 cm boven de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, vóór het eventueel bouwrijp maken van dit terrein;
  • b. in het geval van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein, vóór het eventueel bouwrijp maken van dit terrein.

1.14 permanente bewoning

onder permanente bewoning wordt verstaan het gebruik als hoofdverblijf.

1.15 recreatief nachtverblijf

een onderkomen in de vorm van een kampeermiddel of recreatiewoning.

1.16 recreatiewoning

een gebouw, geen woonkeet en geen stacaravan of een ander bouwwerk op wielen zijnde, dat uitsluitend één woning bevat, niet voor permanente bewoning is bestemd en wordt gebruikt en waarvan de bewoners hun hoofdverblijf elders hebben.

1.17 verblijfsrecreatie

recreatie waarbij wordt overnacht in een recreatief nachtverblijf.

1.18 verzorgende gebouwen en bouwwerken

gebouwen en bouwwerken waarin een verzorgende functie ten dienste van dag- en verblijfsrecreatie is ondergebracht, zoals douche- en toiletgebouwen, en de bijbehorende nutsvoorzieningen zoals stroomkasten, transformatorhuisjes en gemalen.

1.19 vlak

een geometrisch bepaald vlak (besluitvlak of besluitsubvlak), waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge deze verordening regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.20 zomerseizoen

de periode van het jaar tussen 31 maart en 31 oktober.