Plan: | Kerkplein Oostvoorne |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0614.1209bpkerkplein-0100 |
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begrippen (Artikel 1)
De begrippen die het bestemmingsplan gebruikt, worden in dit artikel omschreven. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten (Artikel 2)
Dit artikel maakt duidelijk hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken worden gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
De bestemming Wonen bestaat uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik is toegestaan. In de bijbehorende regels zijn de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de gebruiksregels te vinden.
Het bouwvlak is een gebied dat op de verbeelding is aangeven waarbinnen het oprichten van hoofdgebouwen is toegestaan. Bouwvlakken worden op de verbeelding voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering.
In dit geval is één type aanduiding toegepast, de maatvoeringsaanduiding. Hiermee worden de maximum goot- en bouwhoogte aangegeven.
Wonen (Artikel 3)
Omdat het gebouw in hoofdzaak de woonfunctie krijgt, is het bestemd als Wonen. Hierbij worden -binnen voorwaarden- ook beroep aan huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. In de regels is vastgelegd dat per woning in tenminste 1,7 parkeerplaats wordt voorzien op eigen terrein.
De twee zelfstandige commerciële ruimten worden van de functieaanduiding 'gemengd' voorzien. Hiervan wordt in de regels vastgelegd dat ter plaatse tevens de functies detailhandel, maatschappelijk, dienstverlening en kantoren zijn toegestaan.
Voor de nodige flexibiliteit kent de bestemming nog 2 afwijkingsbevoegdheden. De eerste is bedoeld om de gemengde functies elders toe te kunnen staan dan uitsluitend binnen de daarvoor bedoelde aanduidingen. De tweede afwijkingsbevoegdheid is om naast de functies detailhandel, maatschappelijk, dienstverlening en kantoren ook de functie horeca toe te kunnen staan.
Waarde - Archeologie (Artikel 4)
De archeologische verwachtingswaarde die voor het plangebied geldt wordt beschermd door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie. De dubbelbestemming stelt archeologisch onderzoek verplicht voor bouw- en grondwerkzaamheden die dieper reiken dan 1,4 m boven N.A.P. Op basis van de resultaten van uit te voeren archeologisch onderzoek kunnen de betreffende werkzaamheden vervolgens al dan niet worden toegestaan. Ook bestaat de mogelijkheid om regels te verbinden aan de benodigde omgevingsvergunning, zoals het laten begeleiden van de werkzaamheden door een archeologisch deskundige.
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen.
Antidubbeltelbepaling (Artikel 5)
De antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Algemene bouwregels (Artikel 6)
Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen.
Verder is er een regeling voor overstekende luifels en ondergrondse bouwwerken opgenomen.
Algemene gebruiksregels (Artikel 7)
Hoewel het gebruik van gronden en bouwwerken is geregeld in de Wro, zijn voor de duidelijkheid regels opgenomen over dit gebruik, zoals een algemeen verbod om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming of de bijbehorende regels.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (Artikel 8)
De regel geeft invulling aan de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan ingevolge artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan. Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat over een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. De bepaling voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld omwille van globaliteit. De relevante onderwerpen uit de bouwverordening die wel van toepassing blijven staan allemaal in paragraaf 2.5 van de bouwverordening.
Algemene afwijkingsregels (Artikel 9)
In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen kan worden afgeweken van de bouwregels, voor zover deze afwijkingen niet onder de regel 'algemene bouwregels' valt te scharen. Dit betreft de bevoegdheid om af te wijken van de voorgeschreven maten en percentages en om de bouwgrenzen te overschrijden. De initiatiefnemer dient hiertoe een omgevingsvergunning voor (binnenplanse) afwijking van het bestemmingsplan aan te vragen. Van deze bevoegdheid mag overigens alleen gebruik worden gemaakt wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen.
Algemene wijzigingsregels (Artikel 10)
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen. Het gaat hierbij om een bevoegdheid en houdt geen verplichting in. Met deze bevoegdheid kunnen burgemeester en wethouders in enige mate (tot 3 m en met een maximale vergroting van 10% van het bestemmingsvlak) de bestemmingsgrenzen in het plangebied verschuiven.
Overige regels (Artikel 11)
Werking wettelijke regelingen
In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het bestemmingsplan door de raad. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangsregels (Artikel 12) en de slotregel (Artikel 13) aan de orde.