direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Kerkplein Oostvoorne
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0614.1209bpkerkplein-0100

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen daaronder begrepen beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd': tevens voor:
    • 1. detailhandel met een maximum bedrijfsvloeroppervlak van 300 m² per vestiging;
    • 2. maatschappelijke voorzieningen;
    • 3. dienstverlening;
    • 4. kantoren;

met dien verstande dat wanneer deze functie op de verdieping plaatsvindt dit onderdeel moet zijn van dezelfde functie op de begane grond;

  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de voorgevel van hoofdgebouwen wordt over een lengte van ten minste 40% van de voorgevel in of op een afstand van ten hoogste 5 m van de naar de openbare weg gekeerde bestemmingsgrens gebouwd;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen, lifttorens niet meegerekend, bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • e. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen en dakopbouwen, met dien verstande dat:
    • 1. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
    • 2. de breedte van dakkapellen aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak;
    • 3. de breedte van dakopbouwen gelijk mag zijn aan de breedte van het dakvlak;
  • f. erfbebouwing wordt ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • g. het gezamenlijke oppervlak aan erfbebouwing bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf, met dien verstande dat het oppervlak ten hoogste 100 m² bedraagt;
  • h. de goothoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • i. de bouwhoogte van erfbebouwing, geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m;
  • j. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • k. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • l. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 6 m.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. zelfstandige bewoning van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan;
  • b. per woning wordt voorzien in tenminste 1,7 parkeerplaats op eigen terrein, waarbij het totaal aantal parkeerplaatsen naar boven wordt afgerond;
  • c. beroepsmatige activiteiten en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. het oppervlak in gebruik voor beroepsmatige activiteiten of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten van hoofdgebouwen en bijgebouwen, ten hoogste 50 m² bedraagt;
    • 3. ten behoeve van de activiteiten wordt voorzien in aanvullende parkeergelegenheid;
    • 4. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 5. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd aan de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel;
  • d. paardenbakken zijn niet toegestaan;
  • e. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Horeca

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 om ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' de vestiging van een horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten zoals opgenomen in bijlage 1 toe te staan.

3.4.2 Gemengde functies

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 om buiten de aanduiding 'gemengd' de vestiging van de in lid 3.1 onder b genoemde functies toe te staan alsmede een horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten zoals opgenomen in bijlage 1, met dien verstande dat:

  • a. de genoemde functies uitsluitend op de begane grond worden toegestaan;
  • b. ten behoeve van de activiteiten wordt voorzien in aanvullende parkeergelegenheid;
  • c. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de omgeving.